Klassieke uittips: 4 mei in aantocht? Mozart uit de kast! | De Utrechtse Internet Courant Klassieke uittips: 4 mei in aantocht? Mozart uit de kast! | De Utrechtse Internet Courant

Klassieke uittips: 4 mei in aantocht? Mozart uit de kast!

Klassieke uittips: 4 mei in aantocht? Mozart uit de kast!

De muziek is licht en ernstig tegelijk. Het dateert uit de tijd dat de componist een enorme stijlverandering in zijn denken realiseerde: doorwrochter werd het, sterker qua uitdruikking. Met de nationale dodenherdenking 2013 in aantocht is het wel de meest bruikbare omlijsting daarvan, zelfs voor Ietsisten en Nixers. Wij hebben het dus over het Requiem van Mozart!

Het allerlaatste compositieproject van Wolfgang Amadé Mozart – dat hardnekkige ‘Amadeus’ komt uit de romige 19de eeuw – is een van de mooiste torso’s van de westerse cultuurgeschiedenis: zijn toonzetting van de vaste onderdelen van de rooms-katholieke begrafenisdienst beter bekend als requiemmis of nog korter: requiem. Dit laatste is het eerste woord van de openingszin van het allereerste onderdeel – Introïtus geheten oftewel inleiding/opening – van zo’n plechtige viering. De zin betekent geef hem de eeuwige rust Heer.

Op het moment van Mozart’s overlijden, in het eerste uur van 5 december 1791, was slechts zo’n 10% van het geplande compositiegeheel gereed: het eerder genoemde Introïtus en het daarop volgende Kyrie eleison. De overige onderdelen van het geheel van, gelet op hun functie, losse liturgische muziekstukken waren slechts in aanzetten door Mozart op het papier gebracht of zelfs niet eens dat (Sanctus). Vandaar de aanduiding torso, wat romp betekent: waarmee opgegraven beelden uit de Griekse en Romeinse oudheid werden en worden aangeduid waarvan armen, handen en zelfs hoofden ontbreken.

In de verlichte 18de eeuw waren ze daar dol op: er werden zelfs hele (tuin)gebouwen neergezet in de vorm van ruïnes, ook torso’s dus. Zelfs J. S. Bachs laatste muziekuitgaveproject in eigen beheer Die Kunst der Fuge viel ‘ten offer’ aan deze vrije algemene culturele mode: in de laatste fase van de voorbereidingen ervan ging hij dood (1750), verwarring en ontreddering allerwegen natuurlijk met o.a. als gevolg dat allerlei bladen en blaadjes met Bach’s notaties voor de laatste 5% van het slotstuk van de klavecimbelcyclus niet op hun betekenis voor het geheel-in-wording konden worden beoordeeld door Bach’s erfgenamen, zijn componerende en musicerende zoon Carl Philipp Emanuel voorop. Die liet dat slotstuk – een fuga over maar liefst vier combineerbare thema’s – dan ook maar als torso in de uiteindelijke uitgave opnemen. Ook als vorm van eerbewijs trouwens.

Voorschot
Ware het niet dat Mozart al een flink voorschot op het Requiem-compositieproject had ontvangen (van een voor hem anonieme opdrachtgever) hetwelk zijn weduwe Constanze met twee kleine kinderen aan haar rok met geen mogelijkheid kon terugbetalen – pest u uw gezinsleden vooral door onverwacht dood te gaan! – dan waren deze paperassen ongetwijfeld in het familiearchief van de Mozartjes beland. Maar nee, het project moest af wat door een lid uit de kring van Mozart’s collega–componisten aan en buiten het keizerlijke hof in Wenen al vrij snel ter hand werd genomen. De gelukkige (nou ja!) was ene Franz Xaver Süssmayr die, zo goed en zo kwaad als het ging, op grond van een vrij grondige kennis van Mozart’s compositiestijl, aangetroffen schetsbladen en mondelinge aanwijzingen uit de directe omgeving het compositieproject tot een goed einde bracht.

Mozart’s weduwe opgelucht, de rest van het honorarium kon worden geïncasseerd, de anonieme opdrachtgever blij en de muziekwereld nog blijer al wordt tot op de dag van vandaag liefdevol onder de mat geveegd dat ‘het Requiem van Mozart’ in werkelijkheid ‘het Requiem van Süssmayr, die gebruik maakte van Mozart’s compositieschetsen’ zou moeten heten, auteursrechtelijk gezien. Maar wat u zegt: een véél te lange titel en dus houden we het maar op die handzame korte, eerste. Het leven kán toch zo praktisch zijn.

Dat eerder genoemde Süssmayr in het alsnog voltooien van Mozart’s requiemproject over zijn eigen schaduw is heen gesprongen – waar kennen wij die uitdrukking toch van? – dat tekent zich af in zijn eigen composities die het soms in de verste verten niet uithouden in het gezelschap van Mozart’s muziek. Graai maar wat rond in zijn in geluidgeregistreerde wereld and I say no more: http://tinyurl.com/cla7akf

Zaterdagavond, ruim na de Dodenherdenking op het Domplein, gaat het bovengenoemde Requiem in de Sint Willibrorduskerk (9 uur) en wel in concertvorm, dus waarbij alle onderdelen van het geheel achter elkaar worden uitgevoerd als zou het om een oratorium gaan. De musici maken hierbij gebruik van de grondige revisie die de eminente Mozartkenner, musicoloog en óók componist Marius Flothuis ooit van Süssmayr’s voltooiingsexercitie maakte. Daarbij werden door Flothuis allerlei ‘onhandigheden’ van Süssmayr zegmaar terzijde geschoven. En die zijn er, en niet zo weinig ook.

Toegang? Is vrij, al staat er natuurlijk wel een collecteschaal bij de uitgang van de kerk naar u te lonken.

Dat spreekt!

1 Reactie

Reageren
  1. Mieke

    Leuk en informatief.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).