Klassieke uittips: Drama zet de sluizen van de muzikale inspiratie wagenwijd open. Altijd! | De Utrechtse Internet Courant Klassieke uittips: Drama zet de sluizen van de muzikale inspiratie wagenwijd open. Altijd! | De Utrechtse Internet Courant

Klassieke uittips: Drama zet de sluizen van de muzikale inspiratie wagenwijd open. Altijd!

Klassieke uittips: Drama zet de sluizen van de muzikale inspiratie wagenwijd open. Altijd!

Huwelijksvreugde, jubel om geboorte, triomf om een overwinning, de kroning van een koning etcetera: in de klassieke muziek kom dit alles vrij vaak aan de orde. Simpel gesteld: het barst van klassiek muziekrepertoire dat – niet-zelden mét paukenslagen en trompetgeschal – het plezier om iets positiefs in het leven of in de maatschappij luid en feestelijk tot uitdrukking brengt.

Maar met muzikale uitingen voor een feestelijke gelegenheid kan ook wel eens iets misgaan: denk maar aan het inmiddels beruchte Koningslied dat bij gelegenheid van de inhuldiging van koning Willem-Alexander tot stand kwam. Daarvoor tekenden de musicus-componist John – stamppot – Ewbank en een vrij divers samengesteld ‘light verseteam’ van tekstschrijvers. Het was met name vanwege de vele tekstuele ongemakken van dat Koningslied – hier vrij ingehouden gekwalificeerd – dat er land- en twitterbreed enorme deining over ontstond.

De hoogbejaarde oud-politicus benevens Utrechter-sinds-jaar-en-dag Willem Aantjes leverde er nog het geinigste commentaar op: het Koningslied met zijn vele onbegrijpelijkheden in de tekst lijkt sterk op de protestantse psalmen die hij vanaf zijn jongste levensjaren moest indrinken (Aantjes groeide namelijk op in een streng-protestants milieu). Daar waarin het óók barstte van de tekstuele onbegrijpelijkheden. Met andere woorden: wat is nou zo erg aan dat Koningslied? aldus Aantjes. Goed gebruld leeuw!

Bovendien, voeg ik hier nog fijntjes aan toe, dat Koningslied behoort gewoon niet tot het klassieke muziekrepertoire maar veel meer tot het domein van de amusementsmuziek.

Wat overigens niet betekent dat er in de sector-klassieke muziek geen tekstuele onbegrijpelijkheden zouden voorkomen.

Rijmelarij

Probeert u zelf maar eens een touw vast te knopen aan de zelfvervaardigde libretti van Richard Wagner’s opera’s: dat eeuwige stafrijm van die man en de honderden zelfbedachte, in feite betekenisloze woorden erin om zijn taalgeknutsel maar kloppend te krijgen. En wat te denken van de tekst van Bach’s Matthäus Passion?

Hiermee begeef ik mij thans op glad ijs lezer, weet ik. Houdt u uw gooitomaten gerust in de koelkast (in het groentevak trouwens).

Want toen pal na de Tweede Wereldoorlog – toen in Nederland alles wat maar Duits was als onverdraaglijke stank werd beschouwd – ergens in het keurige Gooi een Nederlandse tekstversie van de Matthäus Passion gezongen zou gaan worden op het jaarlijkse passieconcert, barstte het betreffende amateurkoor in de repetitiefase regelmatig in bulderlachen uit.

De betreffende tekstvertaler had namelijk, uit groot respect voor Bach, de oorspronkelijk-Duitse, 18de eeuwse en meesttijds mier- en míerzoete passietekst letterlijk, woord voor woord, in het Nederlands omgezet. Dat had hij maar beter niet kunnen doen, want opeens verstónd en begréép elke koorzanger, solist en orkestmusicus kristalhelder waarover het precies ging: niemand kon bij zoveel 18de eeuws-piëtistische stroop, honing en suikerspin nog ernstig blijven, Bach’s immens dramatische verklanking ervan ten spijt.

Oplossing: deze Nederlandse Matthäus-vertaling van Jan Engelman – de befaamde Utrechtse dichter had dit waagstuk aangedurfd – verdween in een diepe archieflade van het betreffende koor en de Matthäus klonk voortaan weer zoals het hoort, in het oorspronkelijke Duits.

Drama dus.

Is dát de aanleiding voor een componist om nieuw werk te scheppen, dan worden de sluizen van zijn inspiratie subiet en wagenwijd opengezet. Nog veel meer en veel sterker dan dat bij vrolijker aanleidingen en bedoelingen het geval is. Dit heeft natuurlijk met de kernaspecten Het Menselijke Tekort en Eindigheid Van Het Menselijke Bestaan te maken. Weet ik.

Hoe geïnspireerd componisten hierdoor wel kunnen raken, dat valt te beluisteren tijdens het concert van de Nederlandse Bachvereniging vrijdagavond in de Utrechtse Geertekerk.

De titel van het concert luidt An Universal Sorrow. Goed getroffen!

Solisten uit koor en orkest van de Bachvereniging voeren dan onder leiding van Jos van Veldhoven afscheidsmuziek uit van o.a. Henry Purcell (waaronder diens aangrijpende Music for the funeral of Queen Mary), een uitbreiding in eigentijdse betekenis van de hand van Sven-David Sandström van Purcell’s intens-verzuchtende ‘Hear my prayer o Lord’.

Van John Tavener – niet de vroege Engelse componist en grote polyfonist, die leefde van ca 1490-1545, maar zijn still kicking and alive naam- en landgenoot, editie-1944 – diens ‘Song for Athene’ plus een viertal rouwmotetten van leden van de beroemste muziekdynastie aller tijden, de Bachs.

Van Johann Bach ‘Unser Leben ist ein Schatten’, van Johann Christoph Bach ‘Lieber Herr Gott, wecke uns auf’, van Johann Michael Bach ‘Herr, ich warte auf dein Heil’ en van de grootste Bach van de familie, Johann Sebastian dus, diens dubbelkorige motet ‘Komm, Jesu, komm’ (BWV 229).

Wordt geheid genieten.

Vrijdag 17 mei 2013 l Geertekerk in Utrecht l Aanvang 20.15 uur 

Kaarten: aan de avondkassa in de Geertkerk, of – beter – bestellen via www.bachvereniging.nl

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).