Klassieke uittips: Met DUIC naar het prachtige Requiem van Fauré | De Utrechtse Internet Courant Klassieke uittips: Met DUIC naar het prachtige Requiem van Fauré | De Utrechtse Internet Courant

Klassieke uittips: Met DUIC naar het prachtige Requiem van Fauré

Klassieke uittips: Met DUIC naar het prachtige Requiem van Fauré

De Franse componist Gabriel Fauré (1845-1924) hield van stijl. Wanneer hij bijvoorbeeld aan de slag ging op het conservatorium van Parijs, waarvan hij sinds 1905 directeur was, dan liet hij zich door een taxi naar zijn werkplek rijden om vlak voor de hoofdingang, voor het oog van het conservatoriumpersoneel achter het vensterglas, op bijna majestueuze wijze uit te stappen. Met de air van man-van-de-wereld duwde hij dan de meestal nors kijkende taxichauffeur een paar francs in handen.

Meer hoefde Fauré niet te betalen omdat hij de taxi slechts enkele honderden meters van het conservatoriumgebouw vandaan was ingeklommen, namelijk bij de taxistandplaats naast de trappen van een metrostation waar hij even tevoren van redelijk ver was aangekomen. Zo ensceneer je nou prestige in het Parijs van de Belle-Époque en later!

Alsof Fauré dit soort gebaren echt nodig had zou u kunnen opmerken. Wel, niet als componist en uitvoerend musicus maar wel als baas van een manege van buitengewoon talentvolle musici – schepppende (componisten) en herscheppende (uitvoerenden), gearriveerde (docenten) en zich ontwikkelenden (studenten) – waar het vernieuwingsvirus al vrij intensief aan het woekeren was. Dan kan het versterken van de eigen status door bijvoorbeeld een theatrale aankomstscène wel eens nuttig blijken te zijn: een beetje intimiderende is dat namelijk wel, zolang de goegemeente erin gelooft en blíjft geloven.

Echter op een gegeven moment hield dat op omdat een personeelslid van het conservatorium, zelf op weg naar zijn werk, toevallig had gezien, en meer dan eens, hoe Fauré zijn dagelijkse presidentiële entree ensceneerde. Foetsie aanzien dus.

Dit geldt niet voor het compositorische werk van de goede man. En met name voor één compositie waarmee Fauré zijn naam in het graniet van de muziek- en cultuurgeschiedenis wist te beitelen: zijn prachtige Requiem.

Fauré had onder meer bij Camille Saint-Saëns gestudeerd, was tijdgenoot van Claude Debussy en compositieleraar van o.a. Maurice Ravel. Maar anders dan laatstgenoemde en Debussy heeft hij het pad van de romantische muziek nooit (echt) verlaten. Echter, het was niet de tumultueuze, schier boordenloze romantiek van de grondlegger in Frankrijk daarvan, Hector Berlioz, die Fauré najoeg maar de lyriek die vooral in het werk van Robert Schumann valt aan te treffen.

Op basis van grote affectie voor het Gregoriaans – hij begon zijn loopbaan als koorleider en later als organist van de Parijse St. Madeleinekerk: de religieuze inspiratie- en ontmoetingsplek van de mondaine bovenlaag van de Franse/Parijse samenleving – en met grote, verinnerlijkte kennis en kunde van de klassieke ‘regels’ van het componeren, waarvan het zogeheten contrapunt bovenaan staat, en met een buitengewoon grote gevoeligheid voor het literaire schreef Fauré een werkelijk subliem oeuvre bij elkaar.

Fauré’s Requiem – in oorsprong bedoeld voor een echte dodenmis in ‘zijn’ St.Madeleine – is opgebouwd rond het overbekende Pie Jesu. In de keuze van de teksten voor zijn compositie deed hij iets wat in die tijd helemaal niet ‘mocht’ van de rooms-katholieke kerk. De meest harde woorden uit de latijnse requiemmistekst liet hij gewoon weg. Zijn opvattingen over de dood waren niet gitzwart. Fauré: “Het is een vreugdevolle bevrijding, een verlangen naar geluk aan de andere kant van het graf, eerder dan een pijnlijke ervaring”.

Dat is wel andere koek dan het Requiem van Berlioz die wél de soms zeer rauwe tekst van de klassieke requiemmis op de voet volgt en waar hij in het Dies irea (Dag des Oordeels) – een tekst die Fauré grotendeels onbecomponeerd liet – een kolossaal orkestraal geweld laat losbarsten. Echter niet bij Fauré en niet in zijn Requiem.

Geliefd

Komende zaterdag 11 mei en op zondag 12 mei brengen The Bach Choir & Orchestra of The Netherlands onder leiding van hun vaste dirigent Pieter Jan Leusink het Requiem van Fauré. De uitvoering vindt plaats in de sfeervolle Janskerk van Utrecht.

Het beroemde Requiem van Fauré is wereldwijd een van de geliefdste composities van veel, zeer vele muziekliefhebbers. De aria’s worden vertolkt door een inmiddels vast kern van solisten.

Een van de hoogtepunten uit het programma is het indrukwekkende ‘Libera me’ vertolkt door de bas Joep van Geffen. Na de pauze volgt er een afwisselend programma met composities van andere Franse componisten. Van de onbekende Déodat de Séverac wordt een verrassend a capella werk ‘Tantum ergo’ uitgevoerd. Het meesterwerk ‘Chanson triste’ van Henri Duparc wordt ten gehore gebracht door sopraan Olga Zinovieva. Fluitiste Elena Vyaznikova brengt samen met het orkest de prachtige Sicilienne uit Fauré’s suite opus 78 ten gehore terwijl de Russische concertmeester Igor Roughadze aantreedt met een fijnzinnige vioolsolo in Fauré’s Berceuse, een wiegeliedje.

Kortom, weet u welkom in deze muzikale reis langs werkelijk zeer mooie Franse composities.

Opgelet!

Er zijn nog kaarten beschikbaar voor beide concerten. Bestel ze hier en gebruik daarbij de actiecode DUIC.

Actiecode? Ja, want DUIClezers kunnen beide concerten tegen gereduceerd tarief bijwonen.

Zoiets ‘regelen’ wij graag voor u.

Veel plezier in de mooie en sfeervolle Janskerk, in uw ontmoeting met de lyrisch-bewogen wereld van Gabriel Fauré!

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).