Klassieke uittips: Passie voor passies. Of is het voor Bach? | De Utrechtse Internet Courant Klassieke uittips: Passie voor passies. Of is het voor Bach? | De Utrechtse Internet Courant

Klassieke uittips: Passie voor passies. Of is het voor Bach?

Klassieke uittips: Passie voor passies. Of is het voor Bach?

Mijn grote vriend in de journaille Maurits waarschuwde mij ervoor: ‘Jongen, blijf met je handen van Bach af. In dit land zijn drie dingen heilig: de koningin, voetballen en Bach. Kom je daaraan, dan krijg je geheid heibel’. Had Ik Maar Naar Hem Geluisterd.

Want toen in het Bachherdenkingsjaar 2000 – met concerten en vieringen allerwegen bij gelegenheid van het tweehonderdvijftigste sterfjaar van grote Johann Sebastian – zowaar twéé boeken over Bach van mijn hand werden gepubliceerd, was de inkt ervan nog niet opgedroogd of fiolen van toorn daalden op mij neer.

Waar ik het vandáán had gehaald en wie ik wel wás om over Bach te dúrven schrijven. Zoiets.

Wel, ik was en ben gewoon een musicus en muziekhistoricus om maar wát uit mijn maatschappelijke actieradius aan te geven. Maar wel een zich verwonderde over de enorme populariteit alhier van de muziek van die reeds lang gestorven Duitse barokcomponist.

Omdat ik in de loop van vele jaren op tal van historische sporen van Bach en zijn muziek in de toenmalige Republiek der Verenigde Provinciën was gestoten moest een boek over de betrekkingen tussen Bach en Nederland er gewoon eens van komen.

Dat vond uitgeverij Ambo in Amsterdam ook zodat ‘Een engel uit de hemel – driehonderd jaar Bach en Nederland’ daar van de persen rolde. Evenals ‘1750 – het laatste jaar van Johann Sebastian Bach’ (uitgeverij Tirion, Baarn) waarin ik poogde om de finale van Bach’s nog steeds tot ver- en bewondering en dankbaarheid stemmende kunstenaarsleven eens keurig in beeld te brengen. Voor zover dit echt lukt natuurlijk want Bach had de pech, althans in historisch perspectief gezien, dat het materiële deel van zijn muzikale nalatenschap al in de zomer van 1750 onder de beroepsmusici van zijn kinderen werd verdeeld. Hierdoor is veel materiaal, bijzonder veel zelfs en dat een helder licht zou kunnen werpen op zijn leven en werk als scheppend toonkunstenaar, in de loop van de tijd uit het zicht verdwenen.

Voorgoed? Dat weet ik niet. Want sinds het Bach Archiv Leipzig – de ‘onderzoekscentrale’ van de door muziek zo sterk getekende Thurings-Saksische familie Bach, waarvan J.S. de belangrijkste representant is – zo’n tien jaar geleden het onderzoeksproject ‘Expedition Bach’ startte, is een fikse hoeveelheid tekst- en ook muziekdocumenten opgedoken die in vele opzichten nieuw licht hebben geworpen op het leven en (vooral) werken van de buitengewone kunstenaar Johann Sebastian.

Met andere woorden: elke biografie van Johann Sebastian Bach is als het ware in potlood geschreven aangezien ‘Leipzig’ elk jaar opnieuw, met name via het ‘Bach-Jahrbuch’, tot dan toe onbekende gegevens publiceert die het beeld van de musicus-componist J.S. aanvult c.q. corrigeert. Wonderlijk eigenlijk.

Drama

Wat Bach zo belangrijk heeft gemaakt voor de Nederlanders, is vooral de dramatische kwaliteit van zijn muziek. En ik doel hierbij met name om de religieuze sectie van zijn muzikale nalatenschap. Dit zijn de kerkelijke cantates, motetten, zijn Magnificat, vier ‘korte’ missen’, losse stukken op Latijnse teksten, de grote Missa in h-moll die onder de 19de eeuwse fantasietitel ‘Hohe Messe’ bekend werd – Bach’s laatste compositieproject – en zijn Passionen.

In een opgave van Carl Philip Emanuel, Bach’s tweede zoon uit een eerste huwelijk, zou zijn vader met het oog op diens kerkmuziekpraktijk als muzikaal leider van kerkdiensten in het luthers-protestantse Leipzig, zelfs vijf passies hebben gecomponeerd: toonzettingen van het lijdensverhaal van Jezus Christus volgens de beschrijving (in Duitse vertaling) van de zogeheten evangelisten Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Het is met deze biografische verhalen waarmee het Nieuwe Testament van de christelijke bijbel – het centrale boek van het Christendom – begint.

Een van die toonzettingen van het opgemelde lijdensverhaal – Bach’s Johannes Passion – gaat in het komende weekeinde in Utrecht. En wel door solisten, koor en orkest van de Nieuwe Philharmonie Utrecht onder leiding van Johannes Leertouwer. Een ensemble dat, zoals dit zo mooi heet, bij voorkeur ‘de eigen broek ophoudt’. Oftewel, dat het qua bekostiging vooral van eigen inkomsten (kaartverkoop, sponsoren) wil en ook móet hebben.

Welke versie van Bach’s Johannes Passion de NPUmusici zullen uitvoeren is niet geheel duidelijk. Bach componeerde immers zijn stukken voor eigen gebruik in de hoofdkerken van Leipzig, wat betekent dat wanneer hij een ouder stuk op het ‘repertoire’ nam hij prompt aanpassingen in de partituur vervaardigde. Dit had dan te maken met veranderde muzikale en/of theologische inzichten – Bach was alles behalve een imitator van zichzelf – dan wel met de aanwezigheid op dat moment van bevriende musicsi-virtuosen die hij voor meewerken aan uitvoeringen wist te strikken. Heel flexibel allemaal. En heel normaal voor een musicus-componist die niet zozeer voor de Eeuwigheid werkte als wel voor het Hier en

Nu van zijn tijd. Dat zou pas in de loop van de 19de eeuw echt gaan veranderen toen componisten hun scheppingen meer op de belangstelling van een breder publiek entten dan op locale omstandigheden. Toegespitst: van Bach’s Johannes Passion bestaan maar liefst vijf (!) versies die onderling nogal verschillen.

Pragmatisch

Kent u het slot van het eerste deel van Bach’s Matthäus Passion? Vast wel. Het gaat hierbij om een enorme bewerking voor twee koren en twee orkesten – die dan wel als eenheid opereren – van het lutherse kerklied ‘O Mensch bewein’ dein Sünde gross’ maar waarmee Bach echter, in een ‘tussenversie’ dus, in een vroege fase zijn Johannes Passion had laten beginnen. Later verving hij deze opening door zijn inmiddels gebeitelde openingskoor ‘Herr unser Herrscher.’

Heb een kijkje in de werkkamer van een, zoals Bach, pragmatisch-ingestelde musicus-componist en uw besef van wat muziek is en wat het zoal voorstelt krijgt heel aardse trekken.

Geniet-ze bij een (of allebei) van beide uitvoeringen van Bach’s innemende Johannes Passion.

VRIJDAG 15 MAART om 19.30 uur & ZATERDAG 16 MAART 2013 om 14.30 UUR – Johannes Passion van Johann Sebastian Bach door de Nieuwe Philharmonie Utrecht o.l.v. Johannes Leertouwer. Kaarten via www.nieuwephilharmonieutrecht.nl

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).