Tegeltableaus als decoratie aan gebouwen komen vaak voor, net als gebeeldhouwde reliëfs. Minder vaak zie je de combinatie: tegelreliëfs of reliëftegels. Waar tegels normaal gesproken vlak beschilderd zijn, hebben deze een verhoogd liggende voorstelling met diepte-effect. Aan het in 1940 geopende Huis van de Arbeid aan de Oudenoord zijn er vier te vinden.
Als het eerste kantoorpand aan de nieuwe Oudenoord bood het Huis van de Arbeid onderdak aan het Rooms Katholieke Werkliedenverbond en zusterorganisaties. In deze verzuilde tijd waren dat onder andere een eigen bank en verzekeringsmaatschappij voor katholieke arbeiders. Het bakstenen gebouw op een betonnen plint werd ontworpen door de broers Herman (1903-1981) en Evert Kraaijvanger (1899-1978).
Hoewel het Huis een sobere uitstraling heeft — ‘opvallend is de eenvoud, kenmerk van het ware’, schreef de Volkskrant bij de opening — is niet alleen de hal rijk gedecoreerd maar ook de voorgevel. Boven de ingang zit een zandstenen fries van een bonte stoet arbeiders door Albert Termote (1887-1978). Aan de linker- en rechterzijde tonen reliëftegeltableaus symbolische voorstellingen rond de gebruikers van het pand.
Rotterdammers
De ontwerper van de vier tegeltableaus was Adriaan van der Plas (1899-1974). Hij kwam net als de gebroeders Kraaijvanger uit Rotterdam, waar hij de Academie voor Beeldende Kunsten doorliep en zich na studiereizen door Europa definitief vestigde als glazenier, schilder, beeldhouwer en sierkunstenaar. Hij specialiseerde zich in religieuze kunst en was lid van de Algemene Katholieke Kunstenaarsvereniging (AKKV). Het eveneens katholieke architectenduo had enkele jaren eerder met Van der Plas samengewerkt aan woningbouwblokken aan de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam. De serie keramische gevelreliëfs met thema’s uit de dierenriem die de kunstenaar daar ontwierp lijken op die aan het Huis voor de Arbeid, al zijn de voorstellingen luchtiger.
Het kind heeft — als ontroerend detail — een knuffel onder de arm en krijgt door de vrouw een vrucht aangereikt
De Rotterdamse tegeltableaus werden, net als die aan de Oudenoord, uitgevoerd door Russell-Tiglia in Tegelen. Oorspronkelijk maakte deze fabriek dakpannen en bakstenen, maar op initiatief van een lokale kapelaan begon men in 1936 het Atelier voor Sierkeramiek. Er werd vooral religieus aardewerk geproduceerd. Van de ontwerpen die Adriaan van der Plas maakte voor de Nieuwe Binnenweg nam Tiglia zelfs losse siertegels in productie.
De tegeltableaus aan het Huis van de Arbeid zitten tussen de ramen van de verdiepingen aan de uiteinden van de voorgevel. Ze bestaan elk uit 24 tegels en zijn ongeveer twee meter breed. De achtergrondkleur is lichtgeel, de verhoogde voorgrond is gebroken wit, waar soms oranje keramiek doorheen schemert. De vier tableaus zijn symmetrisch van opbouw, met links en rechts hoekige vormen als een soort hekwerk voor de voorstelling. In het midden staat telkens een persoon centraal.
De vier tegelreliëfs hebben duidelijk een symbolische betekenis, maar wat stellen ze precies voor? Volgens het openingsverslag uit de Volkskrant ‘verzinnebeelden’ ze de arbeid, het sparen, het verzekeringswezen en de gezondheidszorg. De afdeling Erfgoed van de gemeente Utrecht noemt als thema’s echter industrie, vlijt, zorgzaamheid en tijd. Hoewel deze termen verschillen zijn ze wel verwant, en is ook wel duidelijk welke tableaus ermee bedoeld worden.
Het tableau linksboven verbeeldt het verzekeringswezen of de tijd. Deze aanduidingen sluiten elkaar niet uit: de in het Huis gevestigde katholieke verzekeringsmaatschappij Concordia bood vooral levensverzekeringen aan. Centraal staat een (oude?) man met een zandloper die het verstrijken van de tijd en de kortstondigheid van het leven symboliseert. Daaromheen duiden zon en wolken het wisselen der seizoenen aan, dan wel goede en slechte tijden.
Een verdieping lager zit het tegelreliëf over gezondheidszorg of zorgzaamheid. We zien een vrouw met kind, in dit geval niet Maria met Christus. Het (zieke?) kind heeft — als ontroerend detail — een knuffel onder de arm en krijgt door de vrouw een vrucht aangereikt van de fruitboomtakken rondom. Een associatie met Eva en de verboden vrucht moet snel verworpen worden. Het gaat erom dat de vrouw — aan haar hoofddoek te herkennen als zuster (verpleegster) — het kind goed verzorgt.
Rechtsonder, aan het andere uiteinde van de gevel, stopt een vrouw op nogal dramatische wijze een munt in een spaarpot als teken van spaarzaamheid. Ze wordt omringd door vlijtige voorbeelden uit de natuur: een bijenkorf en vogels die hun nestje bouwen. Dit tableau verwees naar de Centrale Volksbank die ook in het Huis van de Arbeid zat (de kluizen zijn nog steeds aanwezig in de kelder).
Rechtsboven zit tot slot het enige tableau waarop geen bladeren, vogels of andere elementen uit de natuur staan. Het verbeeldt dan ook de arbeid of industrie. Achter de arbeider, rustend op zijn gereedschap, staat een groot tandwiel met aan de horizon rokende fabrieksschoorstenen. Rechts varen zeeschepen uit om grondstoffen te halen of goederen te exporteren.
Herinnering
Het Huis van de Arbeid werd in oktober 1940 geopend, tijdens de bezetting dus. In de loop van de oorlog werd de katholieke vakbond op bisschoppelijk bevel ontbonden om noodgedwongen collaboratie te voorkomen. De bezetters brachten de landelijke Topografische Dienst onder in het pand. Enkele jaren na de oorlog zou de heropgerichte Katholieke Arbeiders Beweging (KAB) terugkeren in het Huis van de Arbeid. Concordia bouwde er een groot eigen kantoor naast. Momenteel zitten er tijdelijk creatieve gebruikers, waarna er onder andere appartementen in het complex komen. De gevelkunstwerken vormen een blijvende herinnering aan het katholieke arbeidersverleden.
1 Reactie
ReagerenZorg er aub voor dat dit behouden blijft!!!!!!!!!!!!!!