Merel Blom ontmoet Anna Woltz: “Ik heb die open, enthousiaste kinderblik behouden” | De Utrechtse Internet Courant Merel Blom ontmoet Anna Woltz: “Ik heb die open, enthousiaste kinderblik behouden” | De Utrechtse Internet Courant

Merel Blom ontmoet Anna Woltz: “Ik heb die open, enthousiaste kinderblik behouden”

Merel Blom ontmoet Anna Woltz: “Ik heb die open, enthousiaste kinderblik behouden”
Utrecht huisvest grote dichters en schrijvers. DUIC’s eigen literatuurwetenschapper en leesfanaat Merel Blom gaat op zoek naar het verhaal achter deze woordenkunstenaars en gaat met hen in gesprek over hun schrijf- en leeservaring en hun beleving van de stad Utrecht. Om de week te lezen op DUIC.

Utrecht huisvest grote dichters en schrijvers. DUIC’s eigen literatuurwetenschapper en leesfanaat Merel Blom gaat op zoek naar het verhaal achter deze woordenkunstenaars en gaat met hen in gesprek over hun schrijf- en leeservaring en hun beleving van de stad Utrecht. Om de week te lezen op DUIC.

Kinderboekenauteur Anna Woltz werd geboren in Londen, groeide op in Den Haag, woonde een tijd in Amsterdam, Schotland en New York City en streek acht jaar geleden neer in Utrecht. In haar nieuwe appartement, op steenworp afstand van de Dom, praten we over steden, boeken en over kinderen, die “het leukste, blijste en meest enthousiaste publiek” zijn dat ze zich kan wensen. Het vertelplezier spat van haar af.

“Gooi je jas maar op de bank, een kapstok heb ik nog niet,” lacht Anna Woltz, terwijl ze de deur voor me openhoudt. De schrijfster verhuisde kort geleden van de Nachtegaalstraat naar haar nieuwe huis in het Museumkwartier en heeft de afgelopen maanden als een kluizenaar aan haar nieuwe boek geschreven. “Even geen tijd gehad voor klusjes dus.” Haar nieuwe buurt bevalt. “Ik kom nu elke dag langs de Dom. Zo prachtig.” Woltz doet zo veel mogelijk te voet in de stad. Ze houdt ervan om de tijd te nemen om alles te kunnen zien. “Ik heb drie maanden in New York gewoond. Daar heb je van die landmarks als het Empire State Building, waardoor je steeds weet waar je je bevindt in de stad. De Dom was nog niet eerder zo’n ijkpunt waar ik echt gevoel bij heb. Dat is het nu ineens wel.”

Verzinnen is iets magisch

“De Utrechtse sfeer is ontspannen. De locatie is voor mij ook ideaal. Ik bezoek met de trein scholen door het hele land”, vertelt Woltz. ’s Ochtendvroeg loopt ze dan met een stewardessenkoffertje vol boeken naar Utrecht Centraal. “Ik vertel aan klassen over inspiratie, over hoe een verhaal tot stand komt. Een deel van het verzinnen is iets wat bijna magisch is. Dat kan ik ook niet helemaal uitleggen. Ik probeer dat wat concreter te maken door bijvoorbeeld te vertellen hoe mijn lieve hond inspiratie bood voor een boek.”

‘Kinderen zijn stiekem een leuker publiek dan volwassenen. Op literaire avonden stellen mensen in het publiek vaak vragen die eigenlijk eindeloze verhandelingen zijn over hun eigen leven en het boek dat ze zelf aan het schrijven zijn. Die mensen willen gewoon zelf vertellen.” Woltz lacht. “Nou vertellen sommige kinderen mij ook graag over hun hond, hamster of oma. Maar daar luister ik met ontzettend veel plezier naar.” Ze vervolgt: “Het uitgangspunt van kinderen zo anders dan van volwassenen. Kinderen kijken overal met een enthousiaste, geïnteresseerde, open blik naar. Dat is heel bijzonder.”

“Zonder erbij na te denken, verplaats ik me in het kind”

Om voor kinderen te kunnen schrijven, moet je je volgens Woltz goed kunnen inleven in hoe zij denken en ervaren. “Het helpt dat ik altijd voor kinderen heb geschreven. Ik ben ondertussen wel volwassen, maar ik heb ook echt die kinderblik behouden. Zonder erbij na te denken, verplaats ik me in het kind.” Woltz schreef op haar vijftiende wekelijks een column over school in de Volkskrant, die werden gebundeld als Overleven in 4b (1998). In 2002 volgde haar eerste kinderboek: Alles kookt over. Inmiddels heeft de schrijfster bijna twintig boeken op haar naam staan en maakte voor de Volkskrant en Vrij Nederland journalistieke series. Haar jeugdboek Ik kan nog steeds niet vliegen (2012) won de Thea Beckmanprijs en haar laatste boek Honderd uur nacht (2014) is een kerntitel voor de Jonge Jury. In april dit jaar komt haar nieuwe boek, Gips, uit. Haar boeken werden in het Duits en zelfs het Japans vertaald.

Voor altijd gelukkig

“Honderd uur nacht” is pas geleden verkocht aan een Amerikaanse uitgeverij. “Als je me een paar maanden geleden had gevraagd waar ik het aller-, allerblijst van zou worden – ik heb zelfs mensen beloofd dat ik dan voor altijd gelukkig zou zijn – was dat het: een Engelse vertaling. Dan heb je toch het gevoel dat de wereld écht voor je open ligt. Twee jaar geleden werd ik verliefd op New York en nu wil New York mij ook, zo’n gevoel is het echt. Als het boek daar volgend jaar uit is, ga ik absoluut terug. Mijn Amerikaanse uitgever zit om de hoek van mijn favoriete New Yorkse boekhandel, McNally Jackson Books. Daar wil ik even koffie drinken en op bezoek gaan bij mijn eigen boek.” Ze lacht. “Nu ben ik dus verplicht om de rest van mijn leven gelukkig te zijn.”

Tekst Merel Blom

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).