Merel Blom ontmoet Peter Drehmanns: “Als schrijver moet je niet bang zijn om walging te wekken” | De Utrechtse Internet Courant Merel Blom ontmoet Peter Drehmanns: “Als schrijver moet je niet bang zijn om walging te wekken” | De Utrechtse Internet Courant

Merel Blom ontmoet Peter Drehmanns: “Als schrijver moet je niet bang zijn om walging te wekken”

Merel Blom ontmoet Peter Drehmanns: “Als schrijver moet je niet bang zijn om walging te wekken”
Utrecht huisvest grote dichters en schrijvers. DUIC’s eigen literatuurwetenschapper en leesfanaat Merel Blom gaat op zoek naar het verhaal achter deze woordenkunstenaars en gaat met hen in gesprek over hun schrijf- en leeservaring en hun beleving van de stad Utrecht. Om de week te lezen op DUIC.

Utrecht huisvest grote dichters en schrijvers. DUIC’s eigen literatuurwetenschapper en leesfanaat Merel Blom gaat op zoek naar het verhaal achter deze woordenkunstenaars en gaat met hen in gesprek over hun schrijf- en leeservaring en hun beleving van de stad Utrecht. Om de week te lezen op DUIC.

Peter Drehmans 01Men beticht hem ervan woordverliefd te zijn maar hijzelf vindt dat wat te negatief klinken. Schrijver, dichter en voormalig recensent Peter Drehmanns kwam in 1980 in Utrecht wonen voor de studies Italiaans en Literatuurwetenschap. Hij deed nog een poging te deserteren naar Padua, Italië, maar keerde naar eigen zeggen al snel met hangende pootjes terug. Thuis in de binnenstad vertelt de schrijver over het woord, film en zwartgalligheid.

“Er zijn een paar Utrechtse locaties die mijn leven in sterke mate bepalen. Dat zijn een Voordorps sportcomplex waar ik wekelijks voetbal en tennis, het Ledig Erf vanwege het Louis Hartloper Complex en de straat waar ’t Hoogt in zit.” Drehmanns lacht: “Zo zie je, de pijlers onder mijn bestaan zijn niet zozeer de literatuur, als wel tennis, voetbal en film.” De schrijver zet een antiek ogend kopje koffie voor me neer. “De filmkunst staat voor mij echt op het hoogste plan. Verbazingwekkend voor een literator, maar voor mij komt alles samen in de film. Beeld natuurlijk, maar ook tekst, muziek en spel. Het verbindt alle kunsten. En als het goed is tot een verbluffend geheel.”

“Bij Marmer zijn de lijntjes veel korter”

Drehmanns koestert grote liefde voor de Italiaanse film uit de jaren zestig en zeventig: Fellini, Antonioni, Scola, Bertolucci. Zelf maakte hij een aantal korte films. “Het is een droom om eens een langere te maken, maar daar komt zoveel bij kijken. Een roman schrijven is een stuk makkelijker.” Na zijn studie Italiaans recenseerde en schreef Drehmanns jarenlang voor Vrij Nederland en NRC. In 1999 verscheen zijn romandebuut De blindganger. Tien romans volgden. De laatste, De brand in alles, kwam afgelopen maand uit.

Dat boek kwam er niet zonder slag of stoot. De relatie met zijn vorige uitgever Querido raakte ernstig bekoeld. Drehmanns vond zijn nieuwe plek bij de kleine uitgeverij Marmer. “Daar zijn de lijntjes veel korter dan bij die grote uitgevers. Het nadeel is dat Marmer nog niet zo op de kaart staat. Ik hoop dat daar verandering in komt in de loop der jaren. Maar dat is een kwestie van geduld.”

“Poëzie leek me een gemakzuchtig genre”

Drehmanns vierde dichtbundel, Grafleggingen, zal naar alle waarschijnlijkheid nog dit najaar bij Marmer verschijnen. Hij debuteerde in 2011 als dichter met de bundel Hedendaags reisadvies. Anderhalf jaar later werd hij lid van het Stadsdichtersgilde. “Eigenlijk keek ik altijd een beetje neer op de poëzie, vond het een genre waarin zich gemakzucht manifesteerde. Het schrijven van een roman vergelijk ik met een poolexpeditie. Ik wilde die vermoeiende discipline en methode eens afwisselen met een andere manier van werken. Toen bleek dichten ineens toch niet zo belachelijk als ik had gedacht. Het is archeologie: binnen een klein areaal op zoek gaan naar scherven die bij elkaar passen. In een roman onderzoek je voornamelijk menselijk gedrag. In gedichten de mogelijkheden en grenzen van taal; de verhouding van taal tot de werkelijkheid.”

“Voor een good read moet je niet bij mij zijn”

“Mijn stijl is behoorlijk barok en zwartgallig. Dat zijn twee elementen die lezers kunnen afschrikken”, reflecteert Drehmanns. “Maar ik vind dat je als schrijver niet bang moet zijn om verwarring te zaaien of walging te wekken. Er moet een zekere onrust gecreëerd worden. Voor een good read moet je niet bij mij zijn. Toch presenteer ik ook geen tranendal. Mijn werk is altijd doorschoten met een bepaalde luchtigheid en ironie.” Het barokke is vooral een kwestie van temperament en sporen van zijn jeugd in het katholieke zuiden. “Sommige mensen zeggen dat ik woordverliefd ben. Dat vind ik negatief klinken. Hier in Nederland is het gebruikelijk je nogal calvinistisch en schraal uit te drukken. Ik ben me ervan bewust dat ik me niet te veel moet laten meeslepen door mijn geestdrift voor de Nederlandse taal. Het moet wel functioneel blijven. Ik ben daarin gegroeid.”

Drehmanns legt nu de laatste hand aan zijn volgende roman. “Als ik klaar ben met een boek denk ik soms dat ik er helemaal klaar mee ben. Dat het op is. Maar dan borrelt er toch wel weer iets boven. De tijden zijn interessant genoeg. Er is zoveel materiaal dat op je af komt gerold. Je moet het alleen zien.”

Tekst Merel Blom

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).