Museum Catharijneconvent raakt het 15e-eeuwse Pietà-sculptuur uit haar collectie kwijt. Het museum heeft het beeld in bruikleen uit de rijkscollectie, maar volgens de Restitutiecommissie moet het terugkeren naar de erfgenamen van de rechtmatige eigenaren.
Deze commissie adviseert het ministerie van OCW over claims op kunst die tijdens WOII geroofd werden door nazi’s en nu in Nederlands bezit is. Zo was de sculptuur eigendom van de joodse bankier en kunstverzamelaar Fritz Gutmann. Hij bracht het onder bij een kunsthandel in Parijs, waar het door de nazi’s in beslag werd genomen.
Vervolgens belandde de sculptuur in de collectie van Hermann Göring. Amerikaanse soldaten troffen het kunstwerk aan in een treinwagon gevuld met kunst, die Göring had achtergelaten. De Pietà keerde terug naar Nederland en kwam in de rijkscollectie terecht.
Naast de Pietà-sculptuur oordeelde de Restitutiecommissie ook dat een bronzen Herculesbeeld terug moet naar de erven van Rosa en Jakob Oppenheimer. Het beeld van het Duits-joods echtpaar dat actief was in de kunsthandel werd gedwongen verkocht op een executieveiling die de nazi-autoriteiten organiseerden. Het kunstwerk maakt deel uit van de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.