Temidden van de jaren 70-woningen in Rijnsweerd staat een sprookjesachtig huis. Het lijkt op een zandkasteel, zij het tegenwoordig met een futuristische bekleding. De bijzondere woning, in 1978 ontworpen door Ton Alberts, is het enige voorbeeld van organische architectuur in Utrecht.
Het eerste deel van de woonwijk Rijnsweerd verrees tussen 1968 en 1975 en stond al snel bekend als de professorenwijk of ‘Goudkust’. In 1974 schreef de gemeente een prijsvraag uit voor een aanvullend gedeelte tussen de professorenwijk en het nieuwe bedrijventerrein Rijnsweerd-Noord. Bouwbedrijf Wilma werd geselecteerd om samen met architect Ton Alberts (1927-1999) hun plannen uit te werken. De Utrechtse tak van Wilma werd gevormd door het bouwbedrijf van Herman de Waal, dat na 25 jaar zelfstandig opereren in 1972 was opgegaan in Wilma — ‘de grootste huizenbouwer van Nederland’. De Waal kreeg Wilma-aandelen en bleef aan als directeur. Het bedrijf zou, behalve in Rijnsweerd, veel bouwen in Lunetten en Nieuwegein.
Yoga en antroposofie
Alberts baseerde het ontwerp van het wijkje op zijn antroposofische levensbeschouwing en ideeën over organische architectuur. Ter afscheiding van de Waterlinieweg en A28 kwamen er gestapelde woningen. Verder bestond de wijk uit grote geschakelde eengezinswoningen aan kronkelige woonerven met veel groen. Kenmerkend is het gebruik van donkerrode baksteen, bruine dakpannen en hardhouten kozijnen. De huizen zijn echter minder organisch van vorm dan Alberts’ project Meerzicht in Zoetermeer uit dezelfde tijd. Op één woning na, die directeur Herman de Waal voor zijn eigen familie liet bouwen aan de Johan Buziaulaan 15. Het moest een visitekaartje vormen voor de wijk en de organische architectuur.
De basis voor Alberts’ ideeën werd rond 1950 gelegd in Parijs, toen hij aan de École des Beaux-Arts studeerde. Hij leed daar aan TBC en verdiepte zich in die periode in yoga. Hij wist deze passie nog niet direct met architectuur te verbinden. ‘Nadat ik in 1963 een eigen bureau was begonnen, duurde het zeker nog acht jaar voordat ik de spiritualiteit in de architectuur ontdekte. Ik leidde twee levens en kon ze niet verbinden. Het werken aan een kerkje in Leeuwarden vormde de doorbraak’, schreef hij later in zijn boek over architectuur en spiritualiteit. Volgens Albers voelen mensen zich behaaglijker in gebouwen met vormen die ontleend zijn aan de natuur. ‘Rechthoekige vormen maken de mens die erin verblijft hard, hoekig, ongevoelig, rationeel.’
Het betonnen casco van de woning De Waal was gelijk aan de omliggende huizen, maar het metselwerk week sterk af. Dochter (en bewoner) Rosan de Waal vertelde in 2006: ‘De architect en mijn vader hebben dit huis eigenlijk samen ontwikkeld. Hij wilde iets bijzonders bouwen, iets voor de familie… Het huis is eerst geboetseerd met klei, pas daarna zijn ze gaan metselen naar dat model. Maar het mooie is dat er tijdens de bouw heel veel ruimte was voor zowel de architect als mijn vader, en voor de metselaars die het huis feitelijk bouwden, om hun eigen ideeën en vormen aan te brengen.’
De woning reikt ‘via de zonnetoren in de vorm van een lotusbloem naar de kosmos’. Ook de binnenmuren zijn van ruwe baksteen en rechte hoeken ontbreken, met als resultaat een grot-achtig interieur. Vanwege de grillige vormen werd de woning al snel de Apenrots genoemd of ook wel het Zandkasteel.
Futuristische uitstraling
Als eerste voluit organische bouwwerk trok het huis in 1980 de aandacht. Nog tijdens de bouw kreeg Alberts de opdracht voor het hoofdkantoor van de NMB-bank (nu ING) in Amsterdam-Zuidoost. Hij werd de belangrijkste vertegenwoordiger van de organische architectuur in Nederland. Later volgde onder meer het hoofdkantoor van de Gasunie in Groningen.
In 2001 liet Rosan de Waal — die het huis na haar broer en zus bewoonde — titaniumplaten aanbrengen op horizontale gedeeltes. De dikke baksteen zoog zich namelijk vol water. Titanium bleek het enige materiaal dat flexibel om de organische vormen gekneed kon worden. Wel kreeg huis kreeg er een nieuwe, futuristische uitstraling door.
Omdat de ‘Apenrots’ het vroegste voorbeeld is van organische architectuur maakt het huis kans om geselecteerd te worden als monument. Bettina van Santen, architectuurhistoricus bij de gemeente Utrecht: ‘Het is een uniek bouwwerk, ook vanwege de totstandkoming zonder exacte bouwtekeningen en het werken met een kleimodel tijdens de bouw.’ Het titanium vormt wat haar betreft geen obstakel voor een monumentenstatus: ‘Dat was destijds een goede keuze, omdat dit materiaal mee kan buigen en golven. Er blijft genoeg herkenbaar van het oorspronkelijke huis én – heel belangrijk – deze toevoeging is reversibel. Mocht er in de toekomst een betere manier zijn om het gebouw te beschermen, dan kan het weer verwijderd worden. Maar misschien zien we het dan wel als waardevol onderdeel van de bouwgeschiedenis.’
In de serie ‘Nieuwe monumenten 1970-2000’ bespreekt Arjan den Boer gebouwen die eventueel in aanmerking komen als nieuwe gemeentelijke monumenten; ze zijn dat dus nog niet. De gemeente Utrecht rondt eind 2020 een inventarisatie af, waarna besluitvorming zal volgen.
10 Reacties
ReagerenLeuk artikel weer Arjan, dank!
Ach jee. Het is voor de eigenaar van deze woning te hopen dat de de barbaarse onteigening van zijn/haar eigendom (die gepaard gaat met het door de gemeente uit laten roepen tot moment) bespaart blijft…Ik gebruik hier het woord onteigening bewust, want als jij geen veranderingen aan je eigen huis mag aanbrengen ben jij natuurlijk niet de eigenaar meer, maar degene die het verbod uitroept.
Dat gezegd hebbende, hoe afgrijselijk lelijk dit huis ook is: iedere keer dat ik er langs kom dan word ik er wel vrolijk van! Het doet iets met je en dat is meer dan dat ik van 95% van de door de overheid ingekaderde vreugdeloze sovjet-blokkendozen in Utrecht kan zeggen.
Dit huis doet fantaseren. Hoe zou Utrecht eruit zien als er geen overheid zou zijn die bepaalt dat je huis alleen in grauwe kleuren en sovjet-stijl X of Y gebouwd mag worden….Of Utrecht er per definitie mooier (een arbitraire mening) van zou worden durf ik niet te stellen, maar dat Utrecht een heel stuk interessanter zou worden is zeker. Stel je een hele straat voor met dit soort bizarre huizen en dan ook nog in knalgeel, rood, paars of blauw…Het lijkt me schitterend in haar haar afschuwelijk smakeloze lelijkheid!
Ik fietste hier vroeger vaak langs maar wist nooit wat het was. Het leek wel een ruimteschip met die metalen platen. Erg leuk om nu het verhaal achter het gebouw te leren kennen!
Leuk artikel.
Ik werkte in de tijd van de bouw in de Uithof en ging wekelijks kijken naar de voortgang. Intrigerend en gedurfd. Ben er ook regelmatig in geweest en door gelopen. Die titanium platen achteraf geven aan dat over bepaalde bouwtechnische en materiaaltechnische aspecten destijds niet echt goed is doorgedacht, jammer. Kost heel veel geld en het maakt het er in mijn ogen niet echt mooier op.
Leuk verhaal, zou ook graag foto van die titanium platen zien.
In o.a. ijsselstein staan ook huizen van deze architect. Vind dat deze wel heel.snel ergert gedateerd uitzien, niet echt tijdloos.
Hartelijk dank voor dit interessante artikel. Al tijdens de bouw wist dit unieke huis mijn aandacht te trekken. Ik hoop ten zeerste, dat dit prachtige staaltje antroposofische bouwkunst voor het nageslacht bewaard blijft. Ik ben ook heel benieuwd, hoe dit huis er van binnen uitziet.
Goed artikel, het huis heeft dezelfde culturele en architectonische waarde als het Rietveldhuis en het postkantoor op het Neude, en als Bettina van Santen als architectuurhistoricus zich nu ook eens gaat inzetten voor het niet plaatsen van het afzichtelijke “kunstwerk” wat daar geplaatst gaat worden komt het allemaal goed, mevr. Van Santen; ik reken op u.
Mooi stuk Arjan 🙋♂️
jammer, geen foto’s van de binnenkant!
ah, toch wel foto’s, in dit duic artikel van 2018:
https://www.duic.nl/algemeen/de-apenrots-rijnsweerd/