Nieuwe monumenten 1970-2000: Trappenburch aan de Kroonstraat/Waterstraat | De Utrechtse Internet Courant Nieuwe monumenten 1970-2000: Trappenburch aan de Kroonstraat/Waterstraat | De Utrechtse Internet Courant

Nieuwe monumenten 1970-2000: Trappenburch aan de Kroonstraat/Waterstraat

Nieuwe monumenten 1970-2000: Trappenburch aan de Kroonstraat/Waterstraat
Kamer van Koophandel, 1981 (Het Utrechts Archief)
Gebouwen uit de laatste decennia van de vorige eeuw worden niet altijd mooi gevonden. Dat is vaak mede het gevolg van veranderd gebruik en slecht onderhoud. Om kenmerkende gebouwen uit deze periode te behouden is — naast een eventuele aanwijzing als monument — herontwikkeling met respect voor de architectuur een goed middel.

Gebouwen uit de laatste decennia van de vorige eeuw worden niet altijd mooi gevonden. Dat is vaak mede het gevolg van veranderd gebruik en slecht onderhoud. Om kenmerkende gebouwen uit deze periode te behouden is — naast een eventuele aanwijzing als monument — herontwikkeling met respect voor de architectuur een goed middel.

De Nederlandsche Bank had in de vorige eeuw agentschappen door het hele land, van waaruit dagelijks geld werd getransporteerd naar lokale banken. Agentschap Utrecht was op Achter Sint-Pieter 22 te krap behuisd. In Wijk C kwam de locatie van bakkerij Do Schat-Hus vrij, die naar Overvecht-Noord verhuisde. De komst van de bank sloot aan bij de sanering van Wijk C en de kantorenbouw aan de Sint-Jacobstraat.

Het plan van de Nederlandsche Bank uit 1970 bood ook plaats aan een huurder: de Kamer van Koophandel, die eveneens een nieuwe locatie zocht. De bank zelf kreeg de brede westvleugel — met een kluis van maar liefst 430 m² — en de KvK de smallere oostvleugel langs de Waterstraat. Onderin was winkelruimte gedacht, die in gebruik zou worden genomen door Westland Utrecht Hypotheekbank.

De onderhandelingen met de gemeente en de sloop duurden langer dan gedacht: het bouwterrein kwam pas in 1974 beschikbaar. Bij de graafwerkzaamheden werden nog twee houten schepen uit de 13e eeuw gevonden en door archeologen veiliggesteld. Een jaar later was het betonskelet gereed en eind 1976 werd het kantoor officieel geopend.

Architectuur

De architect was Jelle Abma (1921-2009). Op de Academie van Bouwkunst in Amsterdam had hij traditioneel leren bouwen, maar hij vond dat gebouwen die op het verleden teruggrepen geen relatie hadden met het moderne leven. Abma paste eigentijdse vormen en materialen toe, maar vond wel dat moderne gebouwen vaak ‘te weinig voedsel aan het gevoelsleven’ gaven.

Kenmerkend voor zijn bouwstijl is de herhaling van gelijke elementen in een ritmische compositie. Abma ontwierp gemeentehuizen met een open opzet, terwijl zijn kerkgebouwen juist naar binnen gericht waren. Voor de Nederlandsche Bank realiseerde hij maar liefst vijf agentschappen, onder andere in Arnhem. Later maakte Abma ook een ronde kantoortoren als uitbreiding van het hoofdkantoor in Amsterdam.

In Utrecht wilde de architect aansluiten bij het kleinschalige karakter van Wijk C. Hij doorbrak de bouwmassa van de honderd meter lange gevel door deze op te delen in kleinere elementen die in- en uitspringen, een soort erkers. Ook loopt het gebouw trapsgewijs in hoogte op. De steenrode kleur van de prefab betonnen geveldelen verwijst naar de bakstenen van de nabijgelegen Jacobikerk. De holle betondaken van de ‘erkers’ vormen plantenbakken.

De Waterstraat in 1978 (Het Utrechts Archief)

Het is de vraag of de inpassing in de buurt echt gelukt is. Bettina van Santen, architectuurhistoricus bij de gemeente: ‘Het gebouw staat wat verloren in z’n omgeving. Ook toen de gemeente in 1973 besloot dat de woonfunctie voor Wijk C behouden moest blijven, gingen dit soort grootschalige bouwplannen gewoon door. De samenhang in dit deel van de wijk verdween daarmee.’

Het interieur heeft betonnen cassetteplafonds en ter plekke in ruwe bekisting gestorte pijlers en wanden, onder meer in de trappenhuizen. Deze onderdelen kunnen brutalistisch genoemd worden — een term die is gebaseerd op ‘beton brut’ oftewel kaal beton — maar dat geldt niet voor het hele gebouw. Met z’n kleinschalige, repeterende geveldelen behoort het eerder tot het structuralisme dat destijds populair was in de architectuur.

Herontwikkeling

In 2003 — inmiddels gebruikte de Kamer van Koophandel het hele gebouw — kwam er op initiatief van Volksbuurtmuseum Wijk C een gevelsteen aan de zijgevel. Het is een replica van een 17e-eeuws exemplaar, afkomstig van Waterstraat 57. De steen toont het huis Trappenburch dat hier ooit stond en via hoge trappen bereikbaar was. De gevelsteen leidde ertoe dat de nieuwe eigenaar — na het vertrek van de KvK — het gebouw nu Trappenburch noemt, een uitstekende naam gezien de trapsgewijze bouw.

In 2015 stelde PingProperties nog voor om de Centrale Bibliotheek in het gebouw te vestigen, als alternatief voor postkantoor Neude. De gevels moesten volledig wit worden voor ‘een noodzakelijke frisse uitstraling’. Uiteindelijk werden onderwijsvakbond AOb en businessschool TIAS de nieuwe gebruikers. ZZDP Architecten maakte een nieuw renovatieplan met behoud van de karakteristieke uitstraling.

Impressie herontwikkeling, 2016 (PingProperties)

De gevels werden gereinigd, kozijnen vervangen en extra glas aangebracht. Het gebouw is helemaal verduurzaamd en er is beplanting toegevoegd. Bettina van Santen, die werkt aan een inventarisatie van mogelijke nieuwe monumenten, is enthousiast over het resultaat. ‘Mooi dat het beton in het interieur, dat bedoeld was om in het zicht te laten, niet verborgen is achter systeemplafonds. Dit gebouw laat zien dat niet alles een monument hoeft te worden om de rijke (bouw)geschiedenis zichtbaar te houden. Opknappen en een nieuwe functie geven is ook een uitstekende manier. En hergebruik is duurzamer dan sloop en nieuwbouw.’

In de serie ‘Nieuwe monumenten 1970-2000’ bespreekt Arjan den Boer gebouwen die eventueel in aanmerking komen als nieuwe gemeentelijke monumenten; ze zijn dat dus nog niet. De gemeente Utrecht rondt eind 2020 een inventarisatie af, waarna besluitvorming zal volgen.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

16 Reacties

Reageren
  1. Willow

    Beste Arjan, bedankt voor nog een interessante artikel! Woon om de hoek en de geschiedenis van het pand kende ik niet. De Trappenburch blijft wel een monument van de lelijkheid voor me.

  2. Joris

    Zeer informatief weer.
    Fijn dat er ook met een andere bril naar gebouwen uit deze periode gekeken wordt. De woningen met rode accenten en betonnen topgevelstenen aan de overkant van dit gebouw mogen ook wel een beschermde status krijgen

  3. MJPD

    Het is niet “mooi” maar “waardevol”, zo heb ik me laten vertellen door de (zelfverklaarde) “architecten” hier op DUIC, die de gemiddelde DUIC-reageerder de maat proberen te nemen over wat wel of niet mooi of lelijk is. Kom er maar in, mensen.

    “Brutalistisch”, een eufemisme dus voor kaal beton. Weer een marketingwoordje geleerd. Een sloophamer is overigens ook een eufemisme voor brutalisme. Het gedrocht heeft in ieder geval een nieuwe woonbestemming gekregen. Een voordeel is, als je er zelf in woont zie je niet hoe lelijk het van de buitenkant is.

  4. Joris

    Nou, Arjan, je hebt wel wat teweeggebracht. Is dit pand écht als monument geklassificeerd?

  5. Koel Hoofd

    Arjan, je produceert leuke artikelen!

    Ook food for thought, want dat pand op het Smakkelaarsveld is uit dezelfde periode en bouwstijl. Maar daar vond men het nodig om er een zielloze gevel tegenaan te plakken omdat het modern is. Dat toont toch weer de willekeur van de monumenten commissie, die ooit ook ‘De Utrecht’ heeft laten vernietigen….

  6. Massegast

    Ik begrijp dat Willow het een lelijk gebouw vindt, maar toch heb ik het altijd een apart gebouw met een eigen signatuur gevonden. Het gebouw relateert ook met de omgeving, iets wat bij moderne gebouwen niet vaak het geval is.

  7. Marko

    Interessant artikel wederom – mooi gebouw met een geslaagde herontwikkeling!

  8. Joas

    Ik vind dit echt een vet conceptueel gebouw. Deze gaat echt door veel mensen (naast mijzelf nu al) mooi gevonden worden binnen nu en 25 jaar. Graag geen elementen vervangen/ slopen/ aanpassen aan de tijfsgeest.

  9. Martijn

    Prachtig stuk!

  10. Herman

    Dank voor interessante artikel.
    Maar wat een lelijke ellende is er toen gebouwd. Heel snel slopen, de foto s zullen we goed bewaren.

  11. Ton

    Beste Arjan, ik heb ooit een ‘artist impression’ gezien waarbij getoond werd hoe weelderig groen het gebouw had moeten worden. Het leken wel de tuinen van Babylon. (Blijkbaar hadden ze bij de Nederlandse Bank en KvK niet voldoende ‘groene vingers’.)
    Ik kan de tekening niet meer terug vinden helaas. Ben jij hem niet ergens tegen gekomen ?

  12. Ton

    Beste Joris en Koel Hoofd, de gebouwen in deze rubriek zijn (nog) geen beschermde monumenten maar zouden het kunnen worden.

  13. Ton

    Interessant aan dit gebouw is ook de toevoeging van, ik schat, 15 jaar geleden. Er is toen een verdieping op gezet in een heel andere vormtaal met veel hout. En toch vloekt het niet met de rest.
    Wie weet er meer over deze toevoeging, bijvoorbeeld welke architect dit ontworpen heeft ?

  14. wijk c-er

    Laten we eerst maar eens zorgen dat het oude gedeelte van Wijk C waar dit gebouw pal naast staat eindelijk eens op de lijst van het Utrechts beschermd stadsgezicht komt te staan alvorens we het gaan hebben over een eventuele monumentenstatus van deze kolos die hele straten heeft weggevaagd!

  15. Cico

    Fijn dat er eens aandacht wordt besteed aan de Utrechtse lelijke eendjes. Monumenten hoeven niet altijd ‘mooi’ te zijn (komt neer op smaak), maar vooral belangrijk of tekenend voor de stad (geschiedenis/cultuur).

    Ik mis een beetje het verhaal over het ontwerp en de vormentaal uit de jaren ’70, bijv al die 45 graden hoeken. Je ziet hetzelfde in het stratenplan van de zogenaamde ‘bloemkoolwijken’ (Lunetten), het oude Muziekpaleis van Hertzberger of die apenrots boven de Mediamarkt. Het is uniek voor de jaren ’70 periode. Ook de ramen zijn uniek: reflecterende, bruinige rookglas was typisch (en gehaat) in die tijd. Je ziet immers niet wat er binnen gebeurt, letterlijk naar binnen gekeerd. Dat is nooit goed bij een gebouw, tenzij je een bank, bunker of politiebureau bent dat juist veiligheid moet uitstralen.

  16. Vee

    Wederom een “architektonies “ concept dat er niet in is geslaagd aan zijn eigen uitgangspunten te beantwoorden; het gebouw sluit op geen enkele manier aan op de kleinschaligheid van Wijk C.

    Laten we vooral niet hopen dat dergelijke gebouwen geen monumentenstatus krijgen. “Ziet u de discussies met afdeling Erfgoed over monumentale houtvezelcementplaten al voor zich?”

    Maar wanneer bij de inventarisatie gebruik gemaakt zal worden van deze louter lovende beschrijvingen verwacht ik nog dat Almere of Lelystad elkaar ooit nog gaan beconcurreren om de titel Monumentenstad van Nederland.

    In die zin zou het ook prettig zijn om in deze serie meer in te gaan op wat er nu zo uniek is aan de beschreven gebouwen ten opzichte van de overige objecten die in deze periode werden gebouwd.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).