Het was al even bekend dat de onderdoorgang van de Domtoren in Utrecht de straatnaam ‘Jacob van Eyckpassage’ zou krijgen, maar sinds donderdag is dat officieel. Burgemeester Sharon Dijksma trok op de openingsdag van het World Carillon Congress in de aanwezigheid van ruim honderd beiaardiers van over de hele wereld het doek van het straatnaambord.
Jacob van Eyck leefde van 1589 tot 1657 en werd in 1625 benoemd tot beiaardier van de Dom. Op het Domplein ligt al langer een gedenksteen voor Van Eyck en nu is dus ook de onderdoorgang naar hem vernoemd.
Voordat het straatnaambord werd onthuld, sprak Dijksma alle genodigden toe op het Flora’s Hof. “Ik woon dichtbij de Dom en wanneer ik op een zomerdag mijn ramen open heb hoor ik soms de bellen van de toren. Dat zijn altijd romantische momenten, want als ik het carillon hoor weet ik dat ik thuis ben. Veel Utrechters ervaren dit net zoals ik.”
Tekst loopt door onder afbeelding
Cruijff
Over Jacob van Eyck zei de burgemeester het volgende: “Hij is de Johan Cruijff van de carillons. Iedereen die van voetbal houdt kent Cruijff, waar ook ter wereld, en iedereen die iets van carillons weet kent Jacob van Eyck. Iemand van zijn kaliber verdient meer en nu heeft hij een straatnaam in Utrecht.”
Thiemo Wind, expert op het gebied van Jacob van Eyck, is het daar volledig mee eens. Zo somde hij een rijtje op van onder meer straten, gebouwen en instellingen die in het Duitse Bonn allemaal naar de componist Beethoven zijn vernoemd, terwijl tot gisteren Jacob van Eyck in zijn Utrecht alleen een gedenksteen had.
De onthulling van de straatnaam was onderdeel van het World Carillon Congress. De rest van het programma is te bekijken op de website van het WCC. Het Gilde Utrecht schreef eerder voor DUIC uitgebreid over Jacob van Eyck. Dat verhaal is hieronder terug te lezen.
Tekst loopt door onder afbeelding
Gilde
Jacob van Eyck werd blind geboren, vermoedelijk in Heusden. Voor blinden stonden rond 1600 maar weinig beroepen open, maar voor muzikaal begaafde personen waren organist of beiaardier een mogelijkheid. In die tijd was er in Heusden een klein carillon in de toren van het stadhuis. Op een of andere manier kreeg Jacob de kans op dit carillon te spelen.
Kennelijk ging dit goed, want vanaf 1622 mocht hij de voorslag ‘versteken’. De voorslag is het melodietje dat op het carillon gespeeld wordt voordat een luiklok het hele of halve uur slaat. Door versteken van de pennen op de (ronddraaiende) cilinder waarmee de klokken tot klinken worden gebracht, verandert de melodie.
Naar Utrecht
In 1623 komt Van Eyck naar Utrecht om naar het carillon te luisteren. In 1606 werden aan de bestaande zes klokken die gebruikt werden voor een voorslag nog eens zes klokken toegevoegd, zodat Utrecht nu een klein carillon had van twaalf klokken. In 1625 werd Van Eyck door de stad en het Domkapittel als stadsbeiaardier aangesteld voor 350 gulden per jaar.
Van Eyck ontdekte hoe de klank en toonhoogte van klokken beïnvloed kan worden door de vorm van de klok te veranderen en hoe de juiste boventonen te kiezen. Anders gezegd: hij kon klokken stemmen. Tot dan toe was het gieten van een klok met een zuivere klank meer een zaak van toeval, hoewel men vanaf de vijftiende eeuw wel min of meer goed klinkende klokken met behulp van sjablonen kon kopiëren. Hij deed zijn ontdekkingen door op verschillende toonhoogten te fluiten met zijn mond en zo een klok tot resoneren te brengen. Dit lukte hem zowel met de grondtoon als de gewenste boventonen.
Goed gestemde beiaards
Door toedoen van zijn geleerde familielid Christiaan Huygens (1629-1695) werden de ontdekkingen van Van Eyck in geheel Europa bekend. In samenwerking met de gebroeders François en Pieter Hemony – die klokken met het juiste profiel konden gieten – kwamen goed gestemde beiaards tot stand, het eerst in Zutphen (1645). In Utrecht kreeg de Jacobitoren als eerste een carillon van de Hemony’s (1651), gevolgd door de Nicolaastoren (1656). De Domtoren kreeg pas in 1665 een groot carillon met een omvang van 3,5 octaven. Het carillon van de Jacobikerk is niet meer aanwezig, maar een replica bevindt zich in de kerk onder de toren.
Jacob van Eyck was ook beiaardier van de St. Janskerk. Daar kreeg hij in 1649 een loonsverhoging, op voorwaarde dat hij de wandelaars op het kerkhof ’s avonds zo nu dan zou vermaken met het gefluit van zijn blokfluit. De muziek die hij speelde bestond uit variaties van Nederlandse volks- en kerstliedjes en andere bekende melodieën maar ook Geneefse psalmen.
Hij maakte voor de variaties gebruik van ‘breken’: de noten van de melodie worden gebroken, omgezet in groepjes omspelende noten van steeds kortere duur, zodat de laatste variatie een notenbeeld geeft van zestienden en tweeëndertigsten. Dat maakt dat bij handhaving van de totale duur van de melodie het spelen op de fluit steeds meer virtuositeit vereist. De kunst voor de luisteraar is het kunnen herkennen van de grondmelodie onder al de omspelingen. De variaties verschenen in 1644-’49 in drie delen als Der Fluyten Lusthof en bevatten 143 melodieën. In 2007 maakte de blokfluitist Erik Bosgraaf een 3-cd-set met 69 melodieën (Brilliant Classics 93757) die een grote verspreiding bereikte.
Bronnen:
– Een muziekgeschiedenis der Nederlanden / Onder hoofdredactie van Louis Peter de Grijp (Amsterdam University Press, 2002). Hierin: Hoofdstuk 36, André Lehr: Een omwenteling in de kunst van het stemmen van klokken. En: Thiemo Wind: Jacob van Eyck en de instrumentale variatiekunst
– Beiaardkunst in de Lage Landen, André Lehr (Tielt, Lannoo, 1991)
13 Reacties
ReagerenBizar hoor, deze naam. Waarom in hemelsnaam niet gewoon ‘Onder de Dom’???
De geleerde Huygens was niet Christiaan maar zijn vader, Constantijn.
De ‘bellen’ van de toren? Ha ha ha!
Maar wij zouden toch geen uitleg meer doen bij naambordjes in de binnenstad?
Kan iemand mij uitleggen waarom dit bordje dan wel een uitleg krijgt?
https://www.duic.nl/algemeen/informatie-over-herkomst-komt-niet-terug-op-nieuwe-historische-straatnaamborden-in-binnenstad/
Voor een echte Utrechter blijft het onder de Dom.
@Thiemo Wind
De beroemde geleerde Huygens was toch echt Christiaan hoor. Zijn vader Constantijn was diplomaat en hij schreef gedichten.
Deftige naam hoor, dat passage
Geweldige keus die straatnaam. Volkomen terecht, dik verdiend. En wees als stad trots op je verleden.
Ik begrijp het belang van Jacob van Eyck voor het carillion, voor de dom en dus voor Utrecht, maar toch: waarom niet gekozen voor een vrouw?
Met vriendelijke groet,
PeterH
@ Aanstoot
Huh? Volgens mij is dit niet meer dan misplaatst hobbyisme van de straatnamencommissie. Gewichtigdoenerij voor iets dat zo simpel is als wat: Onder de Dom.
Lijkt me meer correct te stellen dat Johan Cruijff de ‘Jacob van Eyck van het voetbal’ is
Die naam, Jacob van Eyck , past zeer goed bij de onderdoorgang van de Domtoren. Jacob van Eyck was de beroemde Beiaardier van de Utrechtse Domtoren.
Beetje jammer…….. Met of zonder onder tekst passage of Onder de Dom volgens mij heef deze Jacob van Eyck meer verdiend, op zijn minst een bronzen plaquette in De Flora’s Hof. Oja, natuurlijk ben ik voor straatnaamborden met onder tekst maar dan wel de geëmailleerde borden want die gaan echt veelllllll langer mee en zijn uiteindelijk goedkoper.