De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzondere getuigen van het verleden. Een gebied met veel industrieel erfgoed is het Werkspoorkwartier. Genoemd naar het grootste bedrijf dat er in de twintigste eeuw gevestigd was, omvat het Werkspoorkwartier ook de Industriehaven en de Centrale Merwedekanaal. Het gebied is permanent in ontwikkeling.
De verandering van landbouwgebied naar bedrijventerrein kwam met de naamgever: Werkspoor, voluit de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel. Dit Amsterdamse bedrijf breidde in 1913 uit op het grondgebied van Zuilen. Werkspoor Utrecht bestond uit een fabriek voor treinwagons en een fabricageterrein voor spoor- en wegbruggen. Tot de Tweede Wereldoorlog dijde het bedrijf uit met een smederij, een giethal, een autobussen- en tramfabriek en een opleidingsschool.
Tijdens de wederopbouwperiode (1945-1970) beleefde de fabriek haar bloeitijd als grootste werkgever van de stad. De nieuwste fabrieksgebouwen hebben echter maar kort dienst gedaan voor Werkspoor. Tussen 1972 en 1983 werd de industriële reus in enkele fasen geliquideerd. Dat had verschillende oorzaken, zoals stijgende loonkosten, nieuwe medewerkers die moeilijk waren te vinden en investeerders die de stap naar automatisering niet aandurfden.
Gemengde bedrijvigheid
De gemeente Utrecht kocht het gehele terrein rond 1975 op. Alle spoorlijnen die er lagen werden opgebroken en de meest vervuilde gebouwen gesloopt. Nieuw aangelegde straten kregen de namen Vlampijpstraat, Tractieweg, Schaverijstraat, Walserijstraat en Gietijzerstraat, ter herinnering aan de relatie met Werkspoor. De grootste vestiging van Stadsbedrijven zetelt sindsdien op het terrein. Verder kwam er een grote diversiteit aan kantoren en bedrijven, zoals woningbouwvereniging Kombinatie 77 en het regionaal energiebedrijf REMU, maar ook machinefabrieken, installatiebedrijven, een verhuisbedrijf, een vrachtvervoerder en meer. De ontwerpafdeling van Werkspoor kreeg een nieuwe bestemming als Vlampijpateliers en in de oude treinenfabriek zit nu ‘indoor attractiepark’ KidCity.

Rond het jaar 2010 zat het terrein op een dood spoor. Het gebied lag er ‘s avond troosteloos bij en kampte met veiligheidsproblemen. Ook het vrachtvervoer werd als problematisch ervaren, want de locatie lag inmiddels centraal in de uitgedijde stad. En waar ruimte schaars is, biedt een grote fabrieksloods of opslaglocatie onvoldoende werkplekken. In de Ontwikkelingsvisie Werkspoorkwartier die de gemeente in 2012 vaststelde, kreeg het gebied een pioniersfunctie. Creatieve ondernemingen en stadsverzorgende bedrijven krijgen er de kans om van gebaande wegen af te wijken.
In 2014 kreeg de transitie een positieve impuls toen een investeerder de montagehal van Werkspoor ging ombouwen tot de Werkspoorkathedraal. Die hal stond te verkommeren sinds de laatste gebruiker, Holiday on Ice, was vertrokken. Het is nu een gelegenheid voor grootschalige evenementen, met daarbij ruimte voor kantoorplekken en horeca. Daarna volgde de transitie van de voorbereidingshal van Werkspoor, een prachtig industrieel monument aan de Schaverijstraat, tot Werkspoorfabriek. Daar is sinds kort brouwerij De Leckere gevestigd en ook het Museum van Zuilen (een bezoek waard) heeft er een plek gekregen. In deze 140 meter lange hal werkten tot 2017 misschien een tiental mensen, nu zijn het er tientallen. De overgebleven halve hal voor fabrieksbouw wordt momenteel herontwikkeld tot de Machinerie met daarin Filmtheater ‘t Hoogt.
Pioniersplek
Het Werkspoorgebied is nu de meest innovatieve plek van de stad. De pioniers zijn op verschillende grote locaties te vinden. Wie door het gebied wandelt, komt op Vlampijpstraat het Hof van Cartesius tegen. De bouw is in 2017 begonnen. Het hof huisvest vele kleine bedrijven in gebouwen die grotendeels uit hergebruikt bouwmateriaal bestaan. Wat voor de één ervaart als een rommeltje, is voor de ander een lichtend voorbeeld van ‘out of the box-denken’.
De volgende stop is het voormalige hoofdkantoor van energiebedrijf PEGUS, het Provinciaal en Gemeentelijk Utrechts Stroomleveringsbedrijf. Het bijbehorende terrein ligt tussen de Nijverheidsweg en de Keulsekade langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Na het vertrek van het energiebedrijf kwam hier tot 2014 bol.com tot wasdom, nu is het complex een bedrijfsverzamellocatie: Campus Werkspoor. Onlangs is daarbij het grootste houten kantoorgebouw van de stad geopend, HoutWerk geheten.

Naast Campus Werkspoor staat de Centrale Merwedekanaal, die binnenkort gesloten zal worden. Deze elektriciteitscentrale, waarvoor de eerste paal in 1921 werd geslagen, is een gemeentelijk monument. Voorlopig kan er nog over creatieve bestemmingen nagedacht worden. De laatste innovatieplek is aan de Nijverheidskade van de Industriehaven. Sinds 2017 huizen hier pionierende bedrijven in de culturele vrijhaven de Nijverheid. Zij lijken genoeg te hebben aan een plek en zorgen zelf wel voor de invulling. En dat geeft energie!
Tekst Bert Poortman
Tips om verder lezen bij Oud-Utrecht
3 Reacties
ReagerenWerk al ruim 25 jaar in dit gebied. Het ontwikkelt zich de laatste jaren tot een heerlijk levendig rafelrand achtig gebied. Een ware creatieve oase in de stad. Nu komen ook dB’s en de machinerie er nog bij. Heel erg leuk vooral ook omdat alle mooie oude halen zijn hergebruikt.
In 1960 nog voor ik naar de HTS ging mocht ik met mijn vader mee naar de bezichtiging van de net nieuwe PEGUS Centrale op de Lage Weide. Toen stond alleen de eerste en dus de kleinste van de drie schoorstenen die er na de uitbreiding zouden staan.
Niets wetend van het feit dat ik bijna dertig jaar later namens Usine bij de directie van de dan UNA (Koppen de Neve) aan tafel zou zitten om te ‘onderhandelen’ over het behoud van de betonnen schoorstenen die daartoe in een stichting ondergebracht konden worden om met het budget van de sloopkosten de onderhoudskosten te dekken. Nee, dat kon niet volgens de gemeente, dat bedrag moest gereserveerd blijven voor de toekomstige sloop.
Op de vraag of er voor de Domtoren ook een reservering bestond voor de toekomstige sloop kon geen antwoord gegeven worden. En zo staat er nog slechts één betonnen schoorsteen bij de Centrale, als schaamlap?
Nee, het was veertig jaar later 😉