Op pad met Oud-Utrecht: De stad en 900 jaar waterbeheer Op pad met Oud-Utrecht: De stad en 900 jaar waterbeheer

Op pad met Oud-Utrecht: De stad en 900 jaar waterbeheer

Op pad met Oud-Utrecht: De stad en 900 jaar waterbeheer
Foto: Robert Oosterbroek
De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer maken we een reis in de tijd, en wel naar de werken die ons herinneren aan 900 jaar waterbeheer, wat samenvalt met het 900-jarige bestaan van de stad Utrecht.

De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer maken we een reis in de tijd, en wel naar de werken die ons herinneren aan 900 jaar waterbeheer, wat samenvalt met het 900-jarige bestaan van de stad Utrecht.

In 1122 werd de Rijn bij Wijk bij Duurstede afgedamd. Die gebeurtenis wordt gezien als het begin van het waterbeheer door de Stichtse Rijnlanden. Waarom gebeurde dat en kon Utrecht wel zonder deze vaarverbinding? De Rijn was tot die tijd de vaarroute naar het westen en zuiden. De Vecht deed dienst als verbinding met de zee in het noorden en oosten. Voor een antwoord is er allereerst de vraag: in welk landschap lag Utrecht toen?

Tekst loopt door onder de afbeelding

Winters rivierenlandschap circa 1122 met gestippeld de Vaartsche Rijn
Winters rivierenlandschap circa 1122 met gestippeld de Vaartsche Rijn (Bert Poortman)

Het is moeilijk voor te stellen hoe er 900 jaar geleden werd geleefd. Nederzettingen lagen verspreid op hogere delen in het uitgestrekte landschap. Ze telden doorsnee genomen slechts drie tot acht boerderijen, omdat het omliggende land onvoldoende ruimte bood aan meer. Geschikt land werd door noeste arbeid ontgonnen om als akkers te dienen voor de verbouw van graan en vlas of als moestuin. In de uitgestrekte veengebieden graasden de schapen en ander vee. In de graslanden van drooggevallen oevers werd in de zomer gehooid. Elk jaar zorgden herfstregens, en na de winter overstromende rivieren, dat het land onder water kwam te staan. Pas na het zakken van de waterstand – en in veengebied duurt dat lang – kon het land voor een nieuw seizoen bewerkt worden.

De vroegste waterwerken

In dit landschap lag één grotere handelsplaats met markten van de lente tot in de herfst. Die plaats heette toen nog Trecht. Goederen kwamen en gingen tot in Duitsland, Denemarken en Engeland. Het ging om basisartikelen als zout, wijn, bijenwas of plantaardige olie, en om huisvlijt, zoals aardewerk en stoffen. Al die goederen werden van oudsher per boot via de Kromme Rijn en de Vecht naar de markt gebracht.

Steeds minder scheepvaart was er mogelijk via de Rijn. De rivier verzandde doordat steeds meer water via de Lek werd afgevoerd. In de winter kwam er veel water, maar in de zomer viel de rivier droog. De Rijn ging de handelsplaats hinderen in haar ontwikkeling. Plannen werden gesmeed om het water beter te beheren.

900 Jaar geleden in 1122 kreeg Trecht stadsrechten en uitgewerkte plannen voor waterbeheer werden toen uitgevoerd: een stadsbuitengracht met wal, afdamming van de Rijn en een nieuwe vaarverbinding met de Lek. Het werk werd verricht in het kader van de ‘lantwere’: alle bewoners dienden arbeid te verrichten voor het algemeen belang. Door een dam in de Rijn zou het waterpeil in de veenachtige omgeving naar verluid met bijna een meter dalen, water dat via de Vecht en de Oude Rijn haar weg bleef vinden naar de zee. En dat zou grote gevolgen krijgen, waarschijnlijk meer dan men voorzag.

Een nieuwe vaarweg

Een handelsplaats is afhankelijk van goede verbindingen. Vele jaren zou het duren voordat de nieuwe vaarweg er kwam. Van het gegraven zuidelijke deel van de Oudegracht was al in 1127 sprake. Het duurde tot rond 1217 voordat het graafwerk voor de Vaartsche Rijn een dam in de Hollandsche IJssel bereikte bij een daar gevormde gemeenschap met de naam Gein. Daar werden de goederen over de dam gezet, van de pramen uit de stad naar de rijnschepen en andersom. In 1288 kwam er een aansluiting met de Lek bij Vreeswijk. Pas in 1337 kwam er een open vaarverbinding via een eerste sluis met de Lek. Zo houden tot op heden sluizen een hogere waterstand tegen.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Vaartsche Rijn in Utrecht circa 1900 (Het Utrechts Archief)

De ontginning van het aanpalende land ging zeer geleidelijk. In 1122 werkte de dam in de Rijn al voldoende om in het natte gebied rond Oostbroek een klooster te stichten. Ruim tien jaar later kwam er een klooster in Oudwijk. Het duurde echter tot 1227 voordat ridder van Amelis een oeverwal aan de Kromme Rijn in cultuur bracht. We kennen dat gebied nu als Amelisweerd.

De Vaartsche Rijn kreeg na 1825 haar bloeiperiode met een vrije doorvaart om de stad heen. In 1892 verving het nieuw aangelegde Merwedekanaal echter een groot deel van die scheepvaart. Een foto uit circa 1900 toont een tijdperk met stoomsleepboten, een telegraafpaal op de oever van de Oosterkade en de nog smalle spoorbrug in de verte. En zo begon een nieuwe tijd. Het duurde tot 1995 voordat de stad Utrecht het beheer van de Oude Sluis bij Vreeswijk overdroeg aan het waterschap de Stichtse Rijnlanden. En zo vieren we nu ook 900 jaar waterbeheer.

Tekst Bert Poortman

Tips om verder lezen bij Oud-Utrecht

Oud-Utrecht

Oud-Utrecht

De historische vereniging Oud-Utrecht is opgericht in 1923 en wil de kennis van en belangstelling voor Utrechtse geschiedenis, archeologie en monumenten stimuleren en waken over het behoud van het lokale en regionale erfgoed.

Profiel

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).