De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer is het startpunt van de wandeling de Rode Brug over de Vecht.
Lange tijd dachten de meeste Utrechters bij Rode Brug of Zandpad langs De Vecht vooral aan de raamprostitutie die hier in woonboten werd bedreven in de periode van 1945 tot 2013. Het gebied was net als de Wallen in Amsterdam een toeristische bezienswaardigheid. Het Zandpad werd zelfs in de volksmond Gummidreef genoemd. In de zomer van 2013 is de prostitutie aan het Zandpad gestaakt wegens verdenking van mensenhandel. Op 11 oktober 2017 zijn de prostitutieboten weggesleept. Toch, ook zonder de prostitutie, is en blijft de Rode Brugbuurt opvallend in Utrecht.
Tekst loopt door onder de afbeelding
De Vecht
Toen in de vroege middeleeuwen het gevaar van de Vikingen was geweken, werd Utrecht als handelsstad steeds belangrijker en nam ook de scheepvaart toe. Door het meanderen van de rivier ontstond verzanding. De Utrechtse Vecht stroomde in die tijd nog door de Waterstraat langs de Jacobikerk en maakte vanaf het huidige Paardenveld een grote bocht langs de Daalsedijk en vandaar door het Ondiep totdat de rivier weer ergens ten noorden van Utrecht in zijn huidige stroomgebied verderging. De Utrechtse vroedschap besloot daarom in 1338 de rivier recht te trekken vanaf de huidige Rode Brug naar de Utrechtse Oudegracht. Dit was voor de Utrechtse schippers van groot belang voor de handel tussen het Duitse Rijngebied en de Almere / Zuiderzee. De Rode Brugbuurt lag in het Utrechtse buitengebied, een gebied buiten de Utrechtse stadsmuren, en behoorde tot de Heerlijkheid Hogelanden.
Rode Brug
De Rode Brug (ook wel Rodebrug, Roode Brug, “Rooie Brug” of Hogelandse Brug) is een kleine brug over de rivier de Vecht tussen de Anton Geesinkstraat en de Loevenhoutsedijk en vormt in bredere zin een verbinding tussen de buurten Ondiep en Loevenhoutsedijk en omgeving.
Volgens de archieven werd de Rode Brug in 1541 ten tijde van Karel V op kosten van de stad Utrecht aangelegd om er met paard en wagen en te voet over te kunnen gaan. De Rode Brug was eerst een vaste brug, maar werd in 1621 vervangen door een ophaalbrug omdat de bestaande brug te veel hinder voor de scheepvaart opleverde. Om te kunnen oversteken werd tol geheven.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Het onderhoud van de brug gaf vaak problemen. Tussen 1870-1890 werd een nieuwe dubbele ophaalbrug gebouwd. Toen de brug het begaf, nadat een zwaarbeladen zandwagen er overheen reed, werd in 1956 een nieuwe brug in gebruik genomen als onderdeel van de doorgaande weg naar Overvecht.
Vanwege het toenemende verkeer werd in 1984 besloten om de brug te verbreden. In de zomer kon de brug door uitzetting vast komen te zitten en daarom werd de brug sinds ongeveer het jaar 2000 ‘s zomers overdag gekoeld door water op het brugdek te spuiten. Toen de brug het einde van zijn levensduur naderde, werd deze in 2009 vervangen door een nieuwe brug naar ontwerp van Marja Haring.
Bij de brug bevindt zich nog een, gedeeltelijk houten, brugwachtershuisje uit 1890, dat een rijksmonument is.
Rode Brugbuurt vroeger en nu
Bij opgravingen nabij de brug in 2006 werden kuilen met afval uit de aardewerkproductie en tegelafval uit de 14e en 15e eeuw aangetroffen. Ook later stond aan de Vinkenkade honderden jaren een dakpannen- en tegelfabriek. Onder de naam Hoogenlandse Pan werden door de firma Gerrit van der Schroeff en Zoon van 1762 tot 1961 pannen geproduceerd.
Vanaf Lauwerecht loopt vanaf de Vecht de Anthoniedijk, vroeger de St. Anthonis dijk geheten. Aan het begin daarvan aan de Vecht was in 1435 het St. Anthonie gasthuis gesticht, waar behoeftige passanten kosteloos enkele dagen konden verblijven. Vanwege overlast door mannen werd het uiteindelijk alleen opengesteld voor vrouwen en kinderen. In de 17e eeuw werd het, zoals meer gasthuizen, een oudeliedenhuis en dat bleef het tot aan de opheffing en de daaropvolgende sloop in 1818.
Tekst loopt door onder de afbeelding
In 1807 werd bij de Rode Brug de Joodse begraafplaats aangelegd. In 1881 werd deze begraafplaats uitgebreid met een poortgebouw naar ontwerp van de architect Albert Nijland. In 1935 is de begraafplaats gerestaureerd en in 1990 gedeeltelijk gerenoveerd. Hij is nog steeds in gebruik. Er staan ongeveer achthonderd grafstenen. De begraafplaats, het poortgebouw en het metaheerhuisje – waar de overledenen ritueel gereinigd worden – staan op de lijst van gemeentelijke monumenten.
Door de verbeterde verkeersverbindingen in de 20e eeuw vestigden zich bij Utrecht grote bedrijven als Werkspoor en de Demka staalfabriek. Hierdoor groeiden wijken en buurten als de Rode Brugbuurt uit tot eenvoudige arbeiderswijken. Naast deze nieuwe industrie bleef de bestaande bedrijvigheid van kleine fabrieken en de landbouw.
Van de oude gebouwen aan de Jagerskade bij de Rode Brug is alleen het Vechthuis gespaard gebleven voor de sloop in de jaren 60. Dit huis met trapgevel stamt uit de 16e eeuw en was toen een smederij. In de jaren 70 kreeg het zijn huidige naam en werd een horeca gelegenheid en partycentrum. Er werd zelfs een oudhollandse kolfbaan in aangelegd. Deze was afkomstig uit herberg De Drie Dorstige Herten, die vroeger aan de Dorstige Hartsteeg stond. Vandaag de dag is het Vechthuis onderdeel van een nieuwbouwplan. Er komen op deze locatie appartementen. Het monumentale pand blijft bestaan en zal ook de horeca functie behouden. De voormalige kolfbaan wordt echter vervangen door een kantoor.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Met de komst van de wijk Overvecht verdween de landelijke ligging van de Rode Brugbuurt. Fabrieken verdwenen, zoals de stinkende ‘Benenkluif’ van A.W. de Visser & Co. waar van beenderen beenderlijm werd gemaakt, winkels werden gesloten en arbeidershuisjes werden vervangen door nieuwbouw. Toch is de sfeer van de volksbuurt nooit helemaal verdwenen.
Tekst Piet van Dijck
Tips om verder lezen bij Oud-Utrecht
2 Reacties
ReagerenOp de hoek van de Rode Brug, bij het leugenbankje, zat het politiebureau waar mijn opa een groot deel van zijn werkzame leven als politieagent heeft doorgebracht. Een mooi pand met een lange historie in de buurt.
Jammer dat er niet ‘n regeltje is besteed aan de Jeugdvereniging Stella Maris met onder andere zijn Drumband onder leiding van Gerrit Veerman en zijn dochter uit de Hoogstraat die voor onze aankleding als Matrozen zorgde , het oefenlokaal zat op de Anthoniedijk , en het Clubhuis in de Hoogstraat als jeugdhonk …. We hebben veel opgetreden overal in Utrecht ook tijdens de diverse Avondvierdaagse , maar ook wel eens op de verjaardag van toenmalig Koningin Juliana op Soestdijk …..