De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer is het startpunt van de wandeling de Marnixlaan op de grens van Ondiep en Zuilen.
We starten bij de Rietendakschool. Het schoolgebouw is in 1923 gebouwd naar ontwerp van de stadsarchitect J.I. Planjer die geloofde in de heilzame werking van buitenlucht voor schoolkinderen. Hij ontwierp deze school in landelijke stijl aan de rand van de stad, waar de kinderen ook buiten les konden krijgen in het weiland ernaast.
De Rietendakschool kwam meermalen in het nieuws omdat het dak in de brand stond. Dat was het geval in 1987, 1996, 2002, 2004 en opnieuw tijdens de jaarwisseling van ’22 – ‘23.
Deze openbare basisschool staat op de hoek van de Marnixlaan en de Laan van Chartroise. Deze laatste straatnaam en andere, zoals Kloosterlaan en Nieuwlichtstraat, verwijzen naar het feit dat hier in de middeleeuwen klooster Nieuwlicht stond, een Kartuizerklooster.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Kartuizerklooster Nieuwlicht
In 1084 werd de orde van de Kartuizers gesticht en er werd een klooster gebouwd in het bergland La Chartreuse bij Grenoble. Tot in de 14e eeuw waren er vooral Kartuizerkloosters in Frankrijk maar daarna werden ze in hoog tempo ook in andere landen gesticht, waaronder in Nederland. Na Geertruidenberg, Arnhem, Roermond en Amsterdam kwam er een bij Utrecht.
Het was Zweder van Zuylen van Abcoude, kanunnik van de St. Jans immuniteit, die zich verplichtte een Kartuizerklooster te stichten in de buurt van Utrecht, op het landgoed Bloemendaal, gelegen bij de Vecht. In 1392 werd gestart met de bouw van het klooster dat Nieuwlicht werd genoemd, of voluit: ‘De kartuize van het Nieuwe Licht van St. Salvator in Bloemendaal buiten de stad Utrecht, Nova Lux’ . Toen echter in 1396 leiders van de Kartuizer orde de bouw van het klooster kwamen beoordelen vonden zij dat de gebouwen te weinig in overeenstemming waren met de soberheid die van Kartuizers verwacht mocht worden. Hierover ontstonden binnen de gehele Kartuizer orde felle twisten en als gevolg hiervan viel Nieuwlicht niet meer onder de prior van het klooster bij Grenoble maar sloot Nieuwlicht zich aan bij de wat verlichte tak van de orde geleid door de prior van het Kartuizerklooster van Seiz in Stiermarken.
Zweder van Abcoude overleed in 1400 op pelgrimstocht naar Jerusalem maar zijn broer Willem zet het werk voort en steunde de verdere bouw van het klooster en de bijbehorende kloosterkerk, waar Zweder ook werd begraven. Nieuwlicht had bezittingen in Zeeland en de Hollandse Waard tussen Dordrecht en Geertruidenberg. De monniken in het klooster woonden ver van de stad en leidden een rustig leven. Sommige monniken ontgonnen het land en gaven de Vecht bij hun klooster zijn rechte loop. Anderen maakten zich verdienstelijk met het vervaardigen en verluchtigen van bijbelhandschriften. Nieuwlicht had dan ook een grote bibliotheek. In de 16e eeuw maakte het klooster roerige tijden mee. Sommige monniken kwamen onder invloed van de denkbeelden van Maarten Luther en werden verstoten. Toen in 1577 de Spanjaarden de bezetting van kasteel Vredenburg opgaven kregen ze vrije aftocht en betrokken klooster Nieuwlicht om bij te komen voordat ze naar het zuiden wegtrokken. Nieuwlicht werd vervolgens bezet door Staatse troepen. In 1580 werd de openlijke uitoefening van de katholieke godsdienst in Utrecht verboden. Het klooster werd toen opgeheven en op last van het Utrechtse stadsbestuur gesloopt. Het boekenbezit werd opgeëist door het stadsbestuur en bijeengebracht in de Stadsbibliotheek in het koor van de St. Janskerk. Het vormt nog steeds een belangrijk deel van de historische collectie boeken van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek. Van het klooster resteert heden ten dage alleen nog het poortgebouw en leeft het Kartuizerklooster Nieuwlicht nog voort in de eerder genoemde straatnamen.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Vanaf 2007 is archeologisch onderzoek gedaan toen onder de Marnixlaan en op de rotonde skeletten werden gevonden die vermoedelijk begraven waren geweest bij de kerk van Nieuwlicht. Zo kon een plattegrond van het oude klooster gemaakt worden. Dat was een zeldzaamheid want er is tot op heden weinig archeologisch onderzoek naar dit type klooster verricht.
Scheepswrak
De rivier de Vecht loopt tegenwoordig rechtstreeks vanaf de sluizen bij de Bemuurde Weerd naar de Rode Brug en verder naar Maarssen, maar vroeger -al vanaf de Romeinse tijd- meanderde die waarschijnlijk via het Smakkelaarsveld, Daalse dijk en Ondiep tot ergens de huidige loop van de Vecht bereikt werd. Dit werd met name duidelijk toen bij graafwerkzaamheden op de Van Hoornekade in Zuilen een scheepswrak werd aangetroffen op een plek waar ooit de Vecht stroomde.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Omdat dit tevens in de tijd was van de opgraving van het Romeinse fort op het Domplein dacht men iets te snel dat dit een Romeins schip was. Later onderzoek wees echter uit dat het hout van het schip uit het jaar 997 stamde en dat het schip waarschijnlijk tussen 1000 en 1025 was gebouwd. Het scheepswrak werd met een speciaal gebouwd spoorlijntje naar de Vecht vervoerd en vandaaruit getransporteerd naar het Centraal Museum waar het werd geconserveerd met een mengsel van lijnzaadolie en creosoot – een teerproduct. Vanaf die tijd ligt het vroegmiddeleeuwse scheepswrak in de kelder van het Centraal Museum tentoongesteld en verspreidt het nog steeds een kenmerkende indringende geur. Om de originele plek van de opgraving te herdenken werd in de middenberm van de Van Hoornekade in 2005 een bronzen kunstwerk in de vorm van het schip geplaatst zoals het met mast en al ooit de Vecht zal hebben bevaren.
Tekst: Piet van Dijck
Foto’s: Het Utrechts Archief, Arjan den Boer, Werner Karrachs, Centraal Museum
Tips om verder lezen bij Oud-Utrecht.
Wil je meeschrijven met ‘Op pad met Utrecht’? Mail dan naar redactie.nieuwsbrief@oud-utrecht.nl
2 Reacties
ReagerenMooi verhaal!
Idd, mooi verhaal Piet!