Op pad met Oud-Utrecht: Het Julianapark, springlevend erfgoed | De Utrechtse Internet Courant Op pad met Oud-Utrecht: Het Julianapark, springlevend erfgoed | De Utrechtse Internet Courant

Op pad met Oud-Utrecht: Het Julianapark, springlevend erfgoed

Op pad met Oud-Utrecht: Het Julianapark, springlevend erfgoed
Julianapark (foto Dick de Jong)
De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer beginnen we op de Amsterdamsestraatweg in de wijk Zuilen. We wandelen over het Jan Kolpad in het Julianapark, een fraai en kindvriendelijk volkspark.

De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer beginnen we op de Amsterdamsestraatweg in de wijk Zuilen. We wandelen over het Jan Kolpad in het Julianapark, een fraai en kindvriendelijk volkspark.

De geschiedenis van het Julianapark begint bij de familie Kol, ooit bekend van de bank Vlaer en Kol in het pand van de Winkel van Sinkel. Bankier Jan Kol gaf in 1903 de firma Copijn en Zn opdracht een wandelpark in landschappelijke stijl aan te leggen. Hij verwachtte zo de bouw van een villawijk op zijn grond te stimuleren. Aan de Amsterdamsestraatweg ontwierpen Hendrik en Lodewijk Copijn een besloten park. Centraal in hun ontwerp stond de grote vijver. Deze was grillig van vorm met grote lobben die schiereilanden vormden en er lag een eilandje in. De vijver had glooiende oevers en klimrotspartijen van cement. De grond die bij het graven van de vijver vrijkwam, is gebruikt om aan de zuidkant een hoge heuvel te maken die een fraai uitzichtpunt biedt. Het park kende afwisselend open en gesloten gedeelten. Al snel kende iedereen het park als ‘de tuin van Kol’. In 1928 verkochten de erfgenamen het park aan de gemeente Utrecht. De voorwaarde was dat het minimaal 100 jaar als park bleef bestaan. De Gemeente Utrecht kon zo voorkomen dat de erven Kol het park als bouwkavels zouden verkopen. Behalve de ‘volkstuin’ kocht de gemeente Utrecht ook de aangrenzende gronden van de erven Kol die ten westen van het park lagen. Een deel daarvan was in gebruik als sportveld en verhuurd aan voetbal- en cricketvereniging Hercules.
Tekst loopt door onder de afbeelding

Kinderen in het Julianapark (foto Het Utrechts Archief)
Kinderen in het Julianapark (foto Het Utrechts Archief)

Volkspark met beestenboel
In tegenstelling tot de traditionele, openbare wandelparken werd bij de aanleg van de volksparken sterk rekening gehouden met andere recreatieve functies dan wandelen. Er werd plaats ingeruimd voor sportvelden, speelweiden en kinderspeelplaatsen. Zuilen dat tot 1954 een zelfstandige gemeente was, werd begin twintigste eeuw een wijk voor arbeiders van staalfabriek Demka en werkspoor. Ook in Ondiep werd vanaf 1915 flink gebouwd. Juist in het dichtbevolkte Ondiep en het sterk gegroeide Zuilen was behoefte aan speel- en recreatieruimte. Zuilen en Utrecht wilden het fraaie park daarom behouden. Korte tijd nadat het park eigendom was geworden van de gemeente Utrecht pleitte de Commissie Park van Kol al voor de aanleg van een speelweide. De Commissie zou als Stichting Julianapark tot 1970 actief blijven om het karakter van het park te bewaren. Terwijl plantsoenmeester Krijn Perk Vlaanderen zich inzette voor de flora van het park, stortte de Commissie voor het Park van Kol zich met groot enthousiasme op de uitbreiding van de fauna van het park. De commissie kreeg ruimhartig Java-krielen, goudfazanten en pauwhoenen aangeboden door ‘de burgerij’. Van het geld dat bij omwonenden, bedrijven en woningbouwverenigingen was ingezameld liet de commissie volières bouwen. Begin 1930 kocht de commissie flamingo’s en Australische zwanen van Burgers Dierenpark in Arnhem. Behalve vogels waren ook konijnen, marmotten en vossen welkom in het park.  Op woensdag 18 juni 1930 was de officiële opening. Na enkele toespraken en het zingen van het Wilhelmus opende burgemeester Fockema Andreae het park en kondigde hij de nieuwe naam aan: het Julianapark. Een optreden van het Utrechts Stedelijk Orkest en een wandeling door het park sloten de feestelijke bijeenkomst af.

Speelweide en theehuis
Geïnspireerd door het ontwerp van Copijn van het Wilhelminapark ontwierp plantsoenmeester Perk Vlaanderen een ovaalvormige speelweide van één hectare die er in 1935 zou komen. De speelweide lag aan de kant van de Amsterdamsestraatweg en was omlijst met een grote verscheidenheid aan boomgroepen, solitaire bomen, heesters en grasperken. Het bomenbestand van het park werd uitgebreid met nieuwe soorten.

Ten oosten van de speelweide was een theehuis gesitueerd. Achter en voor het theehuis was een terras en ernaast een verdiepte bloementuin. Het plan werd uitgevoerd als werkverschaffing voor ‘ongeschoolde werkloozen’ uit de wijk. Het theehuis kreeg de toepasselijke naam ‘Juliana’. Het ontwerp ervan was van Gosse van der Gaast. Van der Gaast was architect in dienst van de gemeente Utrecht en had eerder het theehuis in het Wilhelminapark en dat van Rhijnauwen ontworpen.

Zoals alle parken kreeg ook het Julianapark het zwaar te verduren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vooral tegen het eind van de oorlog namen de vernielingen,  zoals het stelen van eieren en vogels, het omhakken van bomen en het meenemen van alles wat brandbaar was, zo’n omvang dat in juni 1944 besloten werd het park te sluiten. Ook na de bevrijding bleef het park nog gesloten, omdat Canadese militairen er enkele maanden hun kamp hadden. In maart 1946 ging het park eindelijk weer open. Bij deze feestelijke gelegenheid plantten schoolkinderen uit Ondiep bomen om het gehavende park weer in haar oude luister te herstellen. Het park groeide uit tot het drukst bezochte park van Utrecht.
Tekst loopt door onder de afbeelding

Vogelvlucht Julianapark Zuilen 1999 (foto Het Utechts Archief)
Vogelvlucht Julianapark Zuilen 1999 (foto Het Utechts Archief)

Geen vermaakcentrum
Bij de hoofdingang met het ‘papegaaienlaantje’ en verspreid door het wandeldeel stonden kooien en volières op open plekken. Er lijken zelfs plannen te zijn geweest om apen, giraffen en andere exotische dieren te huisvesten in het park. Dat was te veel van het goede: ‘Er dient voor gewaakt te worden dat het park ontaardt in een vermaakcentrum of een dierentuin. […] Het aantal en de verscheidenheid van de dieren moet in overeenstemming zijn met het karakter van het park’, aldus het college eind 1955 in een voorstel aan de raad. Een verbetervoorstel omvatte een groot aantal maatregelen. Zo moesten de vele dierenverblijven verdwijnen uit het oude deel van het park en gegroepeerd worden bij het hertenkamp. De vijver kreeg een al langer gewenste fontein. Voor de kleintjes kwam er een aparte speelplaats met een zandbak, pierenbad en speeltoestellen, gelegen tussen de grote speelweide en het hertenkamp. Het park ging ook plaats bieden aan beeldende kunst, en zo kwam er in 1959 toch een giraf in het park, van brons wel te verstaan.

Julianapark als monument
Voor de stad Utrecht is het park redelijk zeldzaam. Van de oude parken die eind negentiende en begin twintigste eeuw zijn aangelegd, resteren alleen nog het Wilhelminapark (1898) en het Julianapark (1903). De parken Tivoli, Nieuweroord en het Oranjepark hebben plaats moeten maken voor nieuwbouw. De oorspronkelijke aanleg van het park is door de jaren heen grotendeels intact gebleven. De slingerende padenstructuur, de afwisseling tussen open en gesloten gedeelten, de zichtlijnen, de vijver, de heuvel, de dierenweide en de speelweide bepalen nog steeds het karakter van het park. Het Julianapark is geen elitair wandelpark maar nog steeds een kindvriendelijk volkspark. Sinds 28 oktober 2014 is het Julianapark een gemeentelijk monument.

Tekst: Dick de Jong

Tips om verder lezen bij Oud-Utrecht.

Je kunt hier lid worden van Oud-Utrecht.

Oud-Utrecht

Oud-Utrecht

De historische vereniging Oud-Utrecht is opgericht in 1923 en wil de kennis van en belangstelling voor Utrechtse geschiedenis, archeologie en monumenten stimuleren en waken over het behoud van het lokale en regionale erfgoed.

Profiel

4 Reacties

Reageren
  1. Ron

    In 2028 vervalt de plicht om niet te bouwen in het park. Een gemeentelijje monumentstatus heeft in het verleden geen enkele bescherming getoond wanneer het de gemeente zelf was die plannen had. Hamvraag is dus: wat gaat na 2028 met het park gebeuren? Inkrimpen tbv een rij luxe woningen? Helemaal volbouwen net als Tivolipark en de andere oude parken? Iemand die hier meer over weet?

  2. Joost van der Ruijt

    Ik heb 18 maanden pal tegenover het Julianapark gewoond. Top park.

  3. Wim

    Het vervallen van de plucht om niet te boywrn betekent niet dat er gebouwd moet worden maar zou gewoon weer verlengt moeten worden met weer 100 jaar, zonder oeverloos gezeur.

  4. HA-EN

    In de jaren ’60 heel wat zondagmiddagen doorgebracht in het Julianapark. Dierbare herinneringen! Heeft ook veel betekend voor mijn liefde voor de natuur. Niks meer aandoen”!!
    Top-park

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).