De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer zijn we in Leidsche Rijn, een mix van oud en nieuw. We gaan naar Leidsche Rijn Centrum met het Brusselplein, het Berlijnplein en boerderij Roodnoot. Een tocht met verrassingen.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Brusselplein
Met de komst van Leidsche Rijn maakte Utrecht haar grootste transformatie ooit door. We starten op het Brusselplein in het in 2018 geopende Leidsche Rijn Centrum dat bereikbaar is per fiets, auto, bus of trein. Leidsche Rijn Centrum is ontwikkeld als stadsdeelcentrum voor de wijk Leidsche Rijn maar het ligt centraal in de stad. Het centrum heeft een kunstmatig hoogteverschil van wel acht meter omdat het ligt op een knooppunt van infrastructuur: de overkapte A2 loopt hier een stukje verder onder de grond door de Leidsche Rijn tunnel. De trein en bus komen hier aan en je kunt er parkeren met fiets en auto.
Maar wat doen we hier en wat is er dan te zien? We zien een modern plein met een fontein. Het idee achter dit centrum is een hart voor Leidsche Rijn met winkels, horeca, voorzieningen, kantoren en een NS-station. Het is een echt stedelijk gebied met hoogbouw van vijf tot zeven lagen. Aan het Brusselplein vind je een grote foodcourt, horeca met terrassen, en ook een bibliotheek met een divers aanbod aan boeken en cultuur. Het hele centrum is een wandelgebied want de aanvoer van goederen gaat namelijk in grote vrachtwagens via een ondergrondse straat naar de winkels.
De bebouwing is geïnspireerd op een idee van architect en stedenbouwkundige Jo Coenen die dit geïnspireerd door mediterrane steden heeft geschetst. Acht verschillende architecten zorgden voor diversiteit van de verschillende blokken in een mix van stijlen en smaken. De architectuur heeft allerlei vormen en reliëfs met warme kleuren zoals rood, geel en bruin. De straatnamen zijn afgeleid van Europese steden. Er zijn grotere en kleinere pleinen en vinden we een stukje verder de Parijsboulevard, met een galerij die in Milaan of Turijn niet zou misstaan. Die lopen we uit richting station en dan rechts naar het Berlijnplein.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Berlijnplein met parkeerkathedraal en spannende overkappingen
Landschapsarchitect Lodewijk Baljon was verantwoordelijk voor de inrichting van de publieke ruimtes van Leidsche Rijn Centrum, zoals het Berlijnplein dat bovenop het dak van de Leidsche Rijn tunnel ligt. Je vindt er een parkeergarage die bijna niet als zodanig is te herkennen. Opgetrokken in metselwerk met baksteen en een opvallende toren kan deze parkeerkathedraal desgewenst in woningen omgezet worden. Op het dak staat kunst: een grote snip.
Ook bijzonder is de overkapping van het busstation. Het is een ontwerp van architect Annebregje Snijders die hiervoor de Rietveldprijs 2020 kreeg. Volgens de jury is het een ode aan de bus. Volgens de architect heeft ze ‘iets moois gemaakt van iets dat niet vanzelfsprekend mooi hoeft te zijn’. De creatieve organisatie RAUM zorgt vanuit tijdelijke locaties op het Berlijnplein voor een culturele programmering. Binnenkort komt hier een permanente cultuurcluster. Een stukje verderop zien we de grote Pathé bioscoop en daarnaast Perron 9, de ijzeren perronkappen van spoor 8-9 van station Utrecht Centraal, uit 1895. Deze perronkappen werd op initiatief van Oud-Utrecht door de gemeente herplaatst op het Berlijnplein. Hier is nu een overdekte plek voor evenementen en activiteiten. De perronkappen zijn een ontwerp van George van Heukelom, die ook architect was van De Inktpot en zorg droeg voor de restauratie van de Domtoren begin 20e eeuw.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Boerderij en Stadsbrouwerij Roodnoot
Iets verderop, richting Amsterdam-Rijnkanaal en de gele brug naar Douwe Egberts vinden we de uit 1880 daterende boerderij RoodNoot. De hoogteverschillen in het gebied zijn hier goed te zien. De boerderij ligt laag naast de hoger gelegen weg, en Leidsche Rijn Centrum. Het adres is de Vleutenseweg en de boerderij ligt aan het water van de Vleutense Wetering die vroeger voor transport tussen Vleuten en Utrecht diende.
Tekst loopt door onder de afbeelding
De naam van de boerderij komt van de omgekeerde namen van de bewoners Toon en Door, Roodnoot dus. Deze boerderij is gelukkig gespaard als herinnering aan vroeger tijden. Het is een gemeentelijk monument. Nog mooier is dat er een nieuwe bestemming is gevonden voor RoodNoot. Je vindt er kippen op het erf, paarden in de wei en brouwerijketels in de hooischuur. De oude stal is door Stadsbrouwerij RoodNoot omgetoverd tot proeflokaal voor een drankje en hapje. RoodNoot is sinds mei 2022 een ontmoetingsplek voor iedereen en een veilige werkomgeving voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Na een eventuele stop bij RoodNoot gaan we langs het Amsterdam-Rijnkanaal naar rechts, richting zuiden.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Domtoren
De bewoners van Leidsche Rijn Centrum kunnen in 20 minuten fietsen naar de eeuwenoude Domtoren. Maar hé! In september 2023 verscheen er ineens een Domtoren in Leidsche Rijn! Dit is het werk van de creatieve Chris van der Sman (88) uit Nootdorp. Deze voormalige schilder had als hobby om torens en kerken na te bouwen in zijn tuin. Zo bouwde hij een replica van de Domtoren met 40.000 steentjes. Hij werkte tien jaar aan een vijf meter hoge versie van de Domtoren en deed deze cadeau aan gemeente Utrecht. Zijn replica van de Domtoren staat nu op de plek van het voormalige informatiecentrum Leidsche Rijn, aan het water, met uitzicht op…
Tekst: Dick de Jong
Tips om verder lezen bij Oud-Utrecht.
Je kunt hier lid worden van Oud-Utrecht.
18 Reacties
Reagereneen wijk waar je niet wilt zijn. vreselijk……………………………………. betonkolossen. gehorige huizen, criminaliteit……………………………….. en drukte……………
Ik vind het onbegrijpelijk dat het busstation een prijs heeft gewonnen. Het is het meest winderige busstation van Nederland (die overkapping maakt het nog winderiger), en het ligt enorm afgelegen. Je ziet er dan ook vrijwel nooit iemand staan wachten. Het geeft maar aan hoe ver architecten van de werkelijkheid afstaan.
Of je de overkapping van het busstationn mooi vindt of niet is erg persoonlijk. Wat echter wel geldt: hij voldoet totaal niet aan de verwachting die je als passagier aan een dergelijk dak stelt: hij houdt wind noch regen tegen.
Mooi opgeschreven hoor, dito wat betreft de opmaakfoto van de architecten. Maar totaal ontdaan van enig gevoel of gebruikservaringen. Ik fiets elke dag langs door Leidsche Rijn onderweg naar het centrum. Het is een barre tocht langs een windgeteisterd Berlijnplein en desolaat busstation. De flats en de bouwkuil waar in feite Boerderij Roodnoot (mooie plek!) in staat maken het beeld van een fantasie- en belevingsloze wijk af. Het winkelcentrum wil niet van de grond komen, vide de leegstand, de wel aanwezige winkels zijn overbodig en van echt aantrekkelijke horeca is geen sprake. Dat het weer 8 van de 12 maanden grijs en regenachtig is, helpt ons allen niet uiteraard.
Feit blijft dat wanneer wij wat willen ondernemen wij óf de natuur opzoeken óf naar het centrum gaan. Leidsche Rijn (Centrum) mijden wij: het is té gekunsteld en guur.
Veel liefs,
The True Vlerk
Over Toon en Door is nog wel wat meer bekend: ik vermeld hun persoonskaart uit de genealogie van dit Utrechtse stel: “Antonie (Toon) Mol, zoon van Antonius Antonie Mol en Maria van Gruijthuijzen, geboren te Maartensdijk op 15 februari 1824, graanhandelaar, samen met zijn broer Henricus, overleden (89 jaar oud) te Utrecht op de Bemuurde Weerd op 7 oktober 1913.
trouwt (resp. 32 en 27 jaar oud) te Rotterdam op 21 mei 1856
met Dorothea (Door) Cornelia Elisabeth van der Lugt, dochter van Petrus Jacobus van der Lugt (kuiper en in 1841 mede-eigenaar van de kuiperij “W. van der Lugt & Zn.”) en Cornelia Maria Agnes Schuts, geboren te Rotterdam Botersloot op 22 september 1828 met als getuigen Willem van der Lugt, kuiper wonende Steiger, en Pieter Schuijl, broodbakker en wonende Nieuwehaven, overleden (69 jaar oud) te Utrecht Bemuurde Weerd 26 OZ op 13 februari 1898.
Antonie Mol.
Na zijn overlijden in 1913 vond een openbare verkoping plaats waarvan de omschrijving alsvolgt luidde: “Omschrijving van de kapitale hofsteden “Rood en Noot” onder Utrecht aan de Vleutenseweg en het Merwedekanaal, en “Molshoeve” onder Polsbroek alsmede landerijen onder Utrecht en Vleuten, waaronder percelen uitstekend geschikt voor fabieksterrein en hoveniersland, alles behorende tot de nalatenschap van de Weledelgeboren Heer A. Mol jr. te veilen ten overstaan van Th.O.M.J. Baron van Wijnsbergen, notaris te Utrecht, op Zaterdag 21 maart 1914 des namiddags ten 1 uur in het lokaal voor openbare Verkoopingen Achter Sint Pieter te Utrecht”.
Het echtpaar Mol-van der Lugt had geen kinderen. Vandaar ook de openbare verkoping. Het meeste geld ging naar liefdadige instellingen.
Een galerij die in Milaan niet zou misstaan. Wel eens in Milaan geweest?, vraag je je dan verbijsterd over de geachte schrijver af…
@Tineke ter Worst wat een totale onzin. Drukte? Vergeleken met de rest van de stad is het juist heerlijk rustig. Veel groen, ruime en goed geisoleerde huizen. Heel blij dat ik hier naar toe ben verhuisd. En je fietst in 20 minuten naar het Neude.
@le coq: waarom zou je ergens gaan wonen en vervolgens steeds ergens anders heen moeten fietsen omdat het daar leuker is?
De busoverkapping dient nog een ander doel, namelijk het opvangen van regenwater. De buizen zijn hol en het water wordt opgeslagen in bekkens eronder, die kunnen worden gebruikt bij brand in de tunnel.
In het winkelcentrum kan je 2 uur gratis parkeren. Kom daar in het centrum maar eens om 🙂
@le coq sportif: het is DE Neude…
De wijk bestaat nu alleen uit schreeuwende kinderen. De enige oudere mensen die je daar ziet dat zijn de mensen die op bezoek komen voor de kleinkinderen.
En dat is een notendop het hele probleem waar de gemeente niks aan doet.
Hoe kan dat nou gezellig zijn
@Marcel:
Dat lijkt me een prima doel voor het object dat nu bekend staat als ‘Overkapping van het busstation’.
Alleen met dat doel had het overal kunnen staan, en had er een andere overkapping bij het busstation gestaan die de wachtende passagiers wél beschermt tegen regen en wind.
Ik zie dat busstation altijd vanuit de trein. Vooral de afgelopen periode met veel regen lijkt me het echt geen prettige plek. En het is ook niet mooi… Kennelijk is het dus een veredelde regenton begrijp ik nu. Wie verzint zoiets en krijgt er ook nog eens geld voor, haha.
Persoonlijk vind ik Utrecht fijner/prettiger. Zo’n polderwijk is al gauw een windgat.
@w u woont op de leukste plek van Utrecht hoor ik al 🙂 Nou bijvoorbeeld als je het fijn om de drukte te kunnen opzoeken, maar er ook weer aan te kunnen ontsnappen
@Jan ja daar zou de gemeente inderdaad iets aan moeten doen, meer opa’s en oma’s in Leidsche Rijn, daar wordt het een stuk gezelliger van. En die schreeuwende kinderen ook, dat zou beter op landelijk niveau moeten worden aangepakt. Of beter nog, Europees.
Fietste vroeger door de weilanden wat nu Leidsche Ramp. pardon Leidsche Rijn heet. De gevolgen van een overbevolkt land pijnlijk zichtbaar gemaakt.
@Katja ‘de gevolgen van een overbevolkt land’ laat me niet lachen. U woont volgens mij bij de straatweg in de buurt, volgens mij is dst veel meer een representatie vsn wat er mis is in dit land
Op 10 mei vind er een boekpresentatie over de (voor) geschiedenis van de boerderij (hofstede) Rood en Noot (originele naam). Belangstellenden kunnen zich opgeven op de site: https://www.stadsbrouwerijroodnoot.nl/agenda/boekpresentatie-hofstede-rood-en-noot/ . De voorgeschiedenis wordt vermeld vanaf 1799. Maar wordt ook ingegaan op het belang van de Vleutense Wetering, de originele Lage Weide, de spoorverbinding Utrecht-Rotterdam en het Merwede/Amsterdam Rijnkanaal. Hoe heeft de geschiedenis zich ontwikkeld? Hoe kan het dat Rood en Noot is gebouwd in een tijd dat er sprake was van onteigening van de boerderijen? De titel van het boek van Boer naar Bier, de kleurrijke geschiedenis van een boerderij in Lage Weide, nodigt uit om er kennis van te nemen.