De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer gaan we op zoek naar restanten van de voormalige Paulusabdij.
Utrecht was voor de reformatie een stad vol kerken en kloosters. Dat is heel goed te zien op het schilderij ‘Gezicht op de stad Utrecht’ van Droochsloot, te zien in het Centraal Museum en als tegeltableau op een muur aan de Oudekamp. Dat was met name het resultaat van de bemoeienis van de grote bisschop Bernold, die in de 11e eeuw besloot om, geholpen door flinke financiële ondersteuningen door de Duitse keizer Hendrik III, Utrecht uit te bouwen tot een belangrijk kerkelijk centrum. In dat kader vond hij dat de Benedictijnerabdij, die al rond 1000 door bisschip Ansfried was gebouwd op de Hohorst bij Amersfoort, verplaatst moest worden naar Utrecht. Dat werd de Sint-Paulusabdij, die werd gebouwd ten zuiden van de Domkerk en Oud Munsterkerk en het gebied omvatte dat ruwweg omsloten wordt door de huidige Trans, Nieuwe Gracht, Hamburgerstraat en voorbij de Korte Nieuwstraat.
Positie van de Paulusabdij
Als we van het Domplein door de Korte Nieuwestraat lopen zien we op de hoek met de Hamburgerstraat een informatiebord met een plattegrond. De Romaanse kerk die bij de Paulusabdij hoorde lijkt architectonisch sterk op de twee andere kerken die Bernold liet bouwen: de St. Janskerk ten noorden – en de Pieterskerk ten oosten van de Dom. Samen met de later gebouwde Mariakerk vormden die kerken het kerkenkruis van Utrecht, dat volgens overlevering bedacht zou zijn door Hendrik III ter ere van zijn overleden vader Koenraad II.
De Paulusabdij was in de elfde eeuw de eerste en enige in Utrecht die een speciale band, ook in financiële zin, met de Utrechtse bisschop had. De abdij had veel inkomsten uit domeinen en pachtboerderijen in het Eemland, op de Veluwe, langs de IJssel maar ook in Twente en het Rivierengebied. In de 12e eeuw trad er een verwijdering op tussen de bisschop en de abdij en verloor zij haar prominente positie binnen de Utrechtse kerk.
Tekst loopt door onder de afbeelding

Goederen voor de Paulusabdij werden vooral aangevoerd door de Oudegracht en via een wed vanaf de kade in wat nu de Hamburgerstraat is naar de abdij vervoerd. Het wed werd in de 17e eeuw ‘toegelegd’ en is nu een werfkelder rechts van de Hamburgerbrug.
Na de reformatie ging het snel bergafwaarts met de abdij. De kerk werd in gebruik gegeven aan het protestantse kapittel van Oudmunster. De abdijgebouwen werden verbouwd en daarin werd het Hof van Utrecht gehuisvest, de rechtbank van de Staten van Utrecht. De Korte Nieuwestraat werd aangelegd en langs de buitenkant van het gebied van de abdij werden percelen uitgegeven waarop grote dure woningen werden gebouwd.
Daarbij werd, zoals in die tijd gebruikelijk was, rijkelijk gebruik gemaakt van muren en gebouwen die op het terrein van de abdij stonden, zoals we verderop nog wordt beschreven.
Wat is er nog over van de Paulusabdij?
We waren bij het info-bord bij de kruising Korte Nieuwstraat en Hamburgerstraat. Daar zien we ook een kopie van een schilderij van de Pauluspoort, de toegang tot de St Paulusabdij, vanuit de Lange Nieuwstraat. Deze poort werd in 1838 gesloopt tijdens de verbouwing van het toenmalige gerechtsgebouw. Zoals vaker is gebeurd in Utrecht is de exacte plaats van de poort in het plaveisel aangegeven.
Als we door de Hamburgerstraat en over de Nieuwe Gracht lopen komen we bij de Hofpoort. Dit is de oostelijke ingang van de Paulusabdij die in zijn huidige vorm dateert uit het tweede deel van de 17e eeuw. Toen was de abdij allang overgenomen door het Hof van Utrecht. Als we de Hofpoort inlopen zien we overal toegangsdeuren en poorten tot tuinen en huizen die gebouwd zijn op het terrein van de Paulusabdij. Als we de bocht omgaan richting de huizen die aan de Hamburgerstraat staan valt met name de achterzijde van één gebouw op met tufstenen delen in de muur. Dit is de romaanse zuidmuur van het transept van de Pauluskerk, die bewaard is gebleven. De muur werd in 1954 teruggevonden, verstopt achter een dikke pleisterlaag.
Tekst loopt door onder de afbeelding

Op meerdere plekken zijn resten van de oude abdijgebouwen teruggevonden maar deze zijn niet zo maar te bezichtigen. Zo is in Huize Molenaar aan de Korte Nieuwstraat een deel van de noordelijke zijbeukmuur bewaard gebleven als tuinmuur en staat er in de tuin een fragment van een grafsteen van Jan Clauwaert, die tussen 1458 en 1492 abt van de Paulusabdij was en die werd begraven in de noordbeuk van de kerk. Huize Molenaar is echter alleen toegankelijk voor het grote publiek tijdens Open Monumentendagen.
De Rechtbank / Het Utrechts Archief
Waar we wel nog volop restanten vinden van de Paulusabdij is in de huidige expositieruimte van Het Utrechts Archief. Tijdens de verbouwing van het voormalige gerechtsgebouw tot Utrechts Archief in 2008 zijn delen van vroegere abdij, zoals de gotische spitsboog naar de kapittelzaal, weer zichtbaar gemaakt en komen we ook in de wijnkelder.
Tekst loopt door onder de afbeelding

Met dit bezoek eindigt onze wandeling op het plein voor het gebouw waar een gedenksteen is die herinnert aan het verleden van de abdij.
Tekst: Piet van Dijck
Tips om verder lezen bij Oud-Utrecht.
Je kunt hier lid worden van Oud-Utrecht.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.