De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer een wandeling over de Oude Pijlsweerdstraat en door het Noordse Park.
Het gebied Pijlsweerd was tot ver in de twintigste eeuw een agrarische, vrije open ruimte binnen de stadsgrenzen van de stad Utrecht. Hoveniers en kwekers werkten en woonden hier, voornamelijk langs waar nu de Oude Pijlsweerdstraat is. Deze straat vormt de leidraad voor onze wandeling. Omdat de stad Utrecht groeide en er in de twintigste eeuw plekken werden gezocht om woningbouw te realiseren, kwam al gauw het gebied rondom deze straat in beeld. In 1920 kwam het als eerste naar voren in een plan van L.N. Holsboer en H.P. Berlage, die met hun Algemeen Uitbreidingsplan voor Utrecht op de proppen kwamen.
De plannen liepen – ondanks de noodzaak voor uitbreiding – vertraging op, omdat de tuinders niet zomaar bereid waren om hun grond op te geven. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen de plannen van de grond. Bij het startpunt van de wandeling, op de hoek van de Oude Pijlsweerdstraat en de Hogenoord/Lagenoord, is het verschil goed te zien tussen de oude hovenierswoningen links en de portiekflats aan de rechterkant. Deze hoogbouw was kort na de Tweede Wereldoorlog deel van de stadsuitbreiding van Utrecht.
Noordse park als groene oase
Met de hovenierswoningen aan de linkerkant lopen we door naar de kopse kant van het Noordse Park. Het is een open park dat vlak na de oorlog zo aangelegd is dat het een plek werd voor ontmoeting en vermaak, als contrast met de stedelijke bebouwing langs de Oudenoord. Bij de aanleg van het park werd handig gebruik gemaakt van het spoortalud. Door het gedeelte van het park hier op te hogen werd een helling gevormd die in de winter dienst doet als sleehelling. Deze helling biedt een fraai uitzicht over de rest van het park, met in de achtergrond de bebouwing van Zijdebalen.
Staande op de helling valt het gebouw rechts op: de allereerste galerijflat van Utrecht, gebouwd aan de Oudenoord. Daterend uit de jaren ’50 was dit gebouw oorspronkelijk bedoeld als flat voor alleenstaande werkende vrouwen (daarom ook wel de ‘Hunkerbunker’ genoemd). Destijds was het gedachtengoed dat zij buiten de boot vielen als het ging om het vinden van geschikte zelfstandige woonruimte. De gemeente Utrecht gaf architecte Helene Hulst – Alexander de opdracht om het gebouw te ontwerpen. Zij was een van de weinige vrouwelijke ontwerpers van die tijd. Bij het voltooien van de flat in 1958 bleek dat tijden waren veranderd: de oorspronkelijke doelgroep van alleenstaande vrouwen zag meer in gemengde bewoning. Hierdoor kwamen er in de flat ook gezinsappartementen en werd er dus wat minder gehunkerd in de bunker. Op de begane grond verrezen voorzieningen zoals een kapper en een autogarage. De flat is uitermate gedetailleerd uitgevoerd, bijvoorbeeld door de witgepleisterde balkons met balustrades met patronen. Het trappenhuis is goed te zien vanaf de Oude Pijlsweerdstraat en kan worden gezien als het kopstuk, gekenmerkt door de verticale raampartijen die de hoogte ervan accentueren. Niet voor niets heeft gemeente Utrecht het pand in 2016 opgenomen op de gemeentelijke monumentenlijst.
Panden waarvoor dat ook geldt en die daarom het noemen waard zijn, staan aan de andere kant van het Noordse Park. Waar het park hier oorspronkelijk open was, besloot de gemeente hier in de jaren ’50 een drietal scholen te laten bouwen. Twee van deze scholen werden vormgegeven door gemeentearchitect Henk Dam wat resulteerde in een dubbele halschool en de andere werd een modelschool van de hand van een architectenbureau. Deze gebouwen hebben hun functie niet verloren: tegenwoordig zijn zij in gebruik als middelbare school voor media en vormgeving.
Oudenoord en spoor als scheiding
We lopen terug naar de Oude Pijlsweerdstraat en kruisen de Oudenoord. Na de Tweede Wereldoorlog doorkliefde deze weg, samen met de spoorlijn Utrecht-Amersfoort, het daarvoor zo landelijke Pijlsweerd. Op dit punt is goed te zien dat de Oudenoord is ontworpen als belangrijke verkeersader vanuit de binnenstad. Ondanks dat het op dit punt vooral woningen zijn die het straatbeeld domineren, is de breedte van de weg veelzeggend: dit moest een boulevard met status worden.
Aan de overkant van de Oudenoord loopt de Oude Pijlsweerdstraat door. Ook hier zien we nog een rijtje hovenierswoningen, vast gebouwd aan de naoorlogse stadsuitbreiding. Alleen de straatnamen verwijzen nog naar het tuindersverleden, zoals de Hovenierstraat en de Polderstraat. De Oude Pijlsweerdstraat loopt hier over in de Nieuwe Pijlsweerdstraat en de woningen zien er beduidend nieuwer uit in dit deel van de straat. Wij gaan onder het spoor door en slaan dan linksaf, de Leliestraat in. De begroeiing wordt dichter en we lopen langs de andere groene oase van Pijlsweerd: het plantsoen bij de Laan van Engelswier. Het rijtje woningen links is nog een laatste restant van de oude lintbebouwing, die ooit verbonden was met de andere hovenierswoningen in Pijlsweerd en door de spoorlijn is afgesneden van het deel van de Pijlsweerdstraat waar we zojuist over heen liepen. Maar het is juist op dit punt, dat je dankzij het welig tierende groen het echte tuindersgevoel van lang vervlogen tijden nog voelt.
Tekst: Willem Vonhof
Tips om verder lezen bij Oud-Utrecht.
Je kunt hier lid worden van Oud-Utrecht.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.