De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Dit keer lopen we langs het Zwarte Water. We beginnen bij de monding in de Vecht, wandelen via de Zaagmolenkade en Willem Arntszkade naar het Majoor Bosshardtplantsoen, en eventueel terug. Saai? Helemaal niet! Er zijn nog steeds sporen te vinden van de watergang en er staan verweesde kunstwerken.
De eeuwenoude watergang in Lauwerecht, het Zwarte Water, is in de vroege Middeleeuwen met de hand gegraven en mondt uit in de Vecht. Het water dankt haar naam aan de door de veengrond veroorzaakte donkere kleur. Langs de kaden waren bedrijven gevestigd, zoals pottenbakkers, scheepstimmerwerfjes, olieslagers en molens, maar er werd ook tuin- en akkerbouw bedreven. Tot 1940 was het water een belangrijke vervoersader voor goederen.
Tekst loopt door onder de foto
Monding en driesprong
Bij de monding naast de Jan van Lingtuin staat het beeld ‘De Ochtend’, vervaardigd door Pieter d’Hont (1917-1997). Verderop staan nog meer beelden, maar eerst steken we de straat Lauwerecht over en gaan rechts van het water het trapje af. Er hangt een oude, verstilde sfeer. Her en der staan zitjes en bloempotten met groen. De brede deuren in sommige gebouwen tonen dat hier vroeger bedrijven zaten. Over het water, de Oosterstroom, lopen we linksaf de brug over en houden links aan. Via de volgende brug komen we links van het Zwarte Water uit. Hier is een driesprong van waterlopen met mooie schutsluisjes voor het waterpeil, dat hiermee al eeuwenlang geregeld wordt. Wat een prachtig stukje stad. We steken de Merelstraat over en blijven links. Vroeger lag hier een brug. Op het straatnaambordje staat Zwartewater. We lopen dus goed, maar het water is verdwenen.
‘Zwarte Water dicht met wit zand’
Tussen 1964 en 1974 is het grootste gedeelte -van Merelstraat tot Kardinaal de Jongweg- van deze mooie watergang gedempt, ondanks acties en protesten van de Utrechters. ‘Zwarte Water dicht met wit zand’ kopte het Utrechtsch Nieuwsblad op 4 april 1967. Wat overbleef was een parkeerplaatsje.
Tekst loopt door onder de foto
Historie laat zich niet zo gemakkelijk wegvagen. Wij volgen iets naar links het Zwarte Water, een groenstrook. We passeren een speelveldje, waar tot in de jaren ’30 een boerderijtje stond. De verschillende huizen vertellen dat de stad veranderde: van een buurt voor ambachtslieden naar een woonwijk, begin twintigste eeuw. Bij het kruispunt Draaiweg / Johannnes de Bekastraat steken we over -het plantsoen is links evenals het beeld ‘De Gewichtheffer Kan Geen Hoogte Krijgen’ uit 1969 van Nel van Lith (1932). Het beeld staat symbool voor haar leven vol tegenslagen en stond jarenlang in de opslag. In 2005 kwam het hier.
Verweesde werken
Beeldhouwwerken worden, na jarenlang de straat te hebben gesierd, soms opgeborgen in een depot en worden dan ‘verweesd’ genoemd, want ze zijn hun omgeving kwijt. In Utrecht staan in Fort de Bilt de mooiste kunstwerken te verstoffen, zoals ‘De Gewichtheffer’. Oud-verzetsstrijdster Tini Chamboné-Mooij bracht daar verandering in. Dankzij Tini en haar zoon Charles werd een aantal kunstwerken herplaatst aan het gedempte Zwarte Water.
Beelden op een rij
Op de Zaagmolenkade staat voorbij het speeltuintje nog een beeld. Het is een ruiterstandbeeld getiteld ‘De Wachter’ (1973) door Erik Claus (1936). Het stond bij een school maar raakte verweesd, tot 2017.
De muurtjes even verderop even verderop vormen een gezellig hoekje, maar het is de Floris Heermalebrug. Ooit liep onder deze brug, die nog steeds zo heet, het water door. Meteen erachter staat ‘Kikker’ (1970), vervaardigd door de Utrechter Paulus Reinhard (1929). Sinds 2017 staat het dier hier.
Tekst loopt door onder de foto
Links ligt Tuinwijk. De architectuur is kenmerkend voor de tuindorpen die in die tijd, aan het begin van de twintigste eeuw in diverse steden werden gebouwd. Er hangt een leefbare sfeer. Omlopen om de mooie wijk verder te bekijken is de moeite waard. Dus de liefhebbers kunnen hier een omweg maken en even de Melis Stokestraat inlopen. Dan de eerste straat rechts (Burmastraat) en weer de eerste rechts (Gerard Noodtstraat). De wijk vormt door het kleurgebruik van het schilderwerk en de architectuur een eenheid. Het Zwarte Water fungeerde bij de bouw van deze wijk als aanvoerkanaal voor bouwmaterialen Toen de huizen gereed waren werden ook de inboedels vaak via het Zwarte Water vervoerd. Bij de Willem Arntzstraat gaan we links en vervolgen we onze wandeling langs de beeldentuin.
Voor degenen die gewoon rechtdoor zijn gewandeld doemt na ‘Kikker’ ter hoogte van nummers 34 en 35 het volgende kunstwerk op: ‘Zitplastiek Zonder Titel’ (1967), gecreëerd door de Utrechter Albert Dresmé (1915-2003). Ooit sierde het een schoolplein. De school werd gesloopt, het beeld opgeslagen, maar het zag in 2014 opnieuw het daglicht.
Bomen en beelden wisselen elkaar af. Bij het Willem van Noortplein staat ‘Drie Vrouwen’ uit 1966 van Jan Meefout (1915-1993). Het stond ooit aan de Marco Pololaan, werd verweesd, maar sinds 2017 staat het weer buiten.
‘De Rattenvanger van Hamelen’ (1964), gehouwen door Paulus Reinhard, die ook ‘Kikker’ maakte, werd in 2003 als eerste geplaatst aan het Zwarte Water.
Tekst loopt door onder de foto
Beeldentuin in beweging
Aan het sierhekwerk bij de Willem van Noortstraat naar het Majoor Bosschardtplantsoen is te zien dat dit vroeger een brug was. De witte balustrade bovenop de bakstenen wering, staat dwars op het plantsoen. De uiteinden ervan zijn geconstrueerd in sierlijke bogen, die bijna cirkels vormen. Die zijn blijven zitten. De oude brug is hiermee bijna een kunstwerk geworden. Wij gaan de brug over en aan de overkant van het bomenveld is de Kardinaal de Jongweg waarachter het water verdergaat.
Onlangs kwam er een beeld bij, nummer zeven in de rij, ongeveer ter hoogte van de Gerard Noodtstraat. Twee schapen lijken beschutting te zoeken onder een boom. Er hangt nog geen informatiebordje met naam van de maker en titel.
Wie had kunnen denken dat in de loop der jaren een parkeerplaats, en in het verlengde ervan een groen strookje, een bijzondere beeldentuin zou worden? Het Zwarte Water krijgen we nooit meer terug, maar met verweesde kunst weten de Utrechters er tóch weer iets moois van te maken!
Tekst loopt door onder de foto
Tekst: Ester Smit
Tips om verder lezen bij Oud-Utrecht.
Wil je meeschrijven met ‘Op pad met Utrecht’? Mail dan naar redactie.nieuwsbrief@oud-utrecht.nl
3 Reacties
ReagerenIk woonde vanaf mijn geboorte in 1945 tot mijn 14e tegenover de molen op de Gruttersdijk. De Oosterstroom noemden wij de Grut. In mijn jonge jaren veel gespeeld langs de Grut en het Zwarte Water. Toen ik jaren later om nostalgische redenen eens over de Zaagmolenkade reed, schrok ik van de ontluistering. Wat een armoe! Geen water meer! De prijs van de vooruitgang. Ik woon al weer jaren 9000 km verderop, maar ik kan me veel nog goed voor de geest halen.
Overigens mijn complete voor deze serie terugblikken. Ik geniet er elke keer van.
Leuke artikelen, en wat zou een kaartje van de,e wandeling het nog interessanter maken.
Leuk stuk, en die laatste foto, wat een gribus!