De fracties van D66, VVD, GroenLinks, SP, PvdA, ChristenUnie en Student & Starter hebben vragen gesteld over de financiële situatie van het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK). Zij zeggen te schrikken van de ‘deplorabele’ toestand waarin het UCK zegt te zullen verkeren als de laatste stap van de subsidieverlaging wordt doorgevoerd.
De fracties geven aan de gevolgen van een failliet UCK, de grootste aanbieder van cultuureducatie en amateurkunsteducatie in Utrecht, niet te kunnen overzien. Het UCK kreeg een negatieve beoordeling van de Adviescommissie Cultuurnota 2017-2020.
In 2013 is er gekozen voor een splitsing van het aanbod van amateurkunsteducatie en cultuureducatie. Scholen kregen daardoor meer ruimte om zelf invulling te geven aan de wijze waarop ze met cultuureducatie omgaan en welke partners ze daarbij kiezen. Een deel van de subsidie voor cultuureducatie gaat zo tegenwoordig direct naar de scholen en wordt niet ingezet via het UCK. Sindsdien verkeert het UCK in zwaar weer.
Raadsvragen
De fracties hebben onder meer de vraag gesteld wat er gaat gebeuren met de cultuureducatie en amateurkunsteducatie in Utrecht op het moment dat het UCK het niet redt en kopje onder gaat. “Houdt het college rekening met een dergelijk scenario?” De fracties willen dat het college de vragen voor het slotdebat van de Voorjaarsnota op donderdag 29 juni beantwoordt.
5 Reacties
ReagerenLaat ‘t Hoogt ‘aanschuiven’. Die doen ook graag veel aan educatie.
Hebben aan zichzelf te danken.
Voorheen werd de cultuureducatie voor scholen bepaald door UCK en heel toevallig was UCK ook een van de grootste aanbieders. En een loeigroot pand op een triple A locatie, dan ga je wel hard met je kosten.
De kosten voor huisvesting zijn circa 700.000 euro per jaar (2016). Pand met uitzicht op de Dom, prachtig. Cultuur mag best wat kosten, maar als je fors verlies maakt is dit toch iets om naar te kijken?
Wat zou er mis zijn met een organisatie die het kunst- en cultuuraanbod voor scholen verzorgt? Decentraliseren naar scholen belast de scholen en docenten met werk dat ze – lijkt me – liever steken in aandacht voor de leerlingen. Iedere school voor zich bevordert niet de samenwerking en integratie. Laat de scholen participeren in het beleid en de invulling van het cultuuraanbod door UCK. Dat kan bij toerbeurt zodat alle scholen wel eens aan de beurt komen. Scholen komen met elkaar in contact, misschien levert het zelfs projecten op die scholen, groepen, wijken en leerlingen met elkaar verbinden.
Een terecht gegeven negatief advies in dit geval. Het uck is een achterhaald instituut met een achterhaald lesprogramma. Cultuur-
en kunsteducatie kan met een extra docent prima op school worden gegeven. Bovendien zijn er door de bezuinigingen bij orkesten genoeg (gedwongen) zzpers in de muziekwereld die graag lesgeven. Het uck zorgt m.í. z. voor ‘valse’ concurrentie.