Utrecht volgens dichter Alexis de Roode: ‘Utrecht loopt achter met stadslandbouw’ | De Utrechtse Internet Courant Utrecht volgens dichter Alexis de Roode: ‘Utrecht loopt achter met stadslandbouw’ | De Utrechtse Internet Courant

Utrecht volgens dichter Alexis de Roode: ‘Utrecht loopt achter met stadslandbouw’

Utrecht volgens dichter Alexis de Roode: ‘Utrecht loopt achter met stadslandbouw’
Alexis de Roode. Foto: Keke Keukelaar
Dichter Alexis de Roode werkte zes jaar aan zijn vierde gedichtenbundel. Een steen openvouwen verscheen in maart. Van 2014 tot begin dit jaar maakte De Roode deel uit van het Utrechts Stadsdichtersgilde en in september treedt hij op tijdens de Nacht van de Poëzie.

Dichter Alexis de Roode werkte zes jaar aan zijn vierde gedichtenbundel. Een steen openvouwen verscheen in maart. Van 2014 tot begin dit jaar maakte De Roode deel uit van het Utrechts Stadsdichtersgilde en in september treedt hij op tijdens de Nacht van de Poëzie.

Een steen openvouwen is goed ontvangen.
“Tot nu toe zijn er acht recensies, waarvan zeven positief en één onduidelijk. Piet Gerbrandy, een grootheid, noemde de bundel in De Groene Amsterdammer ‘een wonder van trefzekerheid’. Ik heb er zes jaar aan gewerkt, dus daar ben ik blij mee.”

Wie moet deze bundel kopen?
“Hij is zeer interessant voor mensen met een kantoorbaan, zij zullen veel herkennen. Ook als je voor een goed doel werkt of de wereld wilt verbeteren, is hij wat voor jou. Maar ook als je cynisch tegenover die mensen staat.”

Je dicht ook over bijvoorbeeld de aanslagen in Parijs. Zou je willen zeggen dat de bundel maatschappelijk geëngageerd is?
“Ik zeg niet: ‘Laten we allemaal met de trein gaan voor het milieu’. De gedichten gaan over dagelijkse en grote problemen van de moderne tijd en in hoeverre we ze op onze schouders moeten nemen.”

Waar heb je eraan zitten werken?
“Van 2010 tot 2014 woonde ik in Maarssen, in een oud landhuis. Ik werkte op een krakende zolder. Een paar jaar geleden ben ik naar een arbeidershuisje in Zuilen verhuisd. Ik kan geen gedichten schrijven in een café. Het is als plassen in een openbaar urinoir met andere mannen erbij; het lukt niet.”

Leukste Utrechtse literaire evenement
“De Nacht van de Poëzie, de ultieme, jaarlijkse literaire avond voor dichters. Ik mocht er al twee keer staan: in 2007 in het oude Vredenburg en een jaar later in de Rode Doos in Leidsche Rijn. Dit najaar sta ik er weer, maar nu in de grote zaal van TivoliVredenburg. De plek waar helden van me hebben opgetreden: de Pixies en Prince.”

De eerste keer Utrecht
“Ik kwam in Utrecht wonen toen ik op de Uithof geologie ging studeren. Toen ik na een jaar ontdekte dat ik ook – een andere – studie in de prachtige binnenstad had kunnen doen, had ik spijt. Het mooiste jaar van m’n studietijd heb ik doorgebracht in kille laboratoria op de afstotelijke Uithof. Die plek is een architectonische misdaad.”

Droomhuis
“Ik zou wel in Lievendaal willen wonen, die witte villa bij park Lepelenburg. Ik ben benieuwd wie daar nu woont. Ook lijkt het me schitterend om in de watertoren Lauwerecht te wonen. Uitzicht over de daken, ’s avonds nog zon. Ik zou er niet betere gedichten door gaan schrijven, hoor. Hoe ongelukkiger ik ben, hoe beter ik schrijf.”   

Favoriete Utrechter
“Ingmar Heytze, omdat hij veel heeft gedaan voor poëzie en literatuur in de stad. Hij staat aan de basis van veel nieuwe initiatieven en is supportive ten opzichte van andere dichters. Ik heb veel aan hem te danken. Dat vind ik leuk aan de literaire scene in Utrecht: er is wel sprake van wat gezonde concurrentie, maar vooral van samenwerking.”

Tot rust komen
“Daarvoor heb ik groen om me heen nodig. Ik heb de tegels uit mijn piepkleine achtertuin gesloopt, nu groeien er gras en bloemen. In Overvecht heb ik onlangs Fort de Klop ontdekt – schandelijk, gezien ik al 25 jaar in Utrecht woon. Een groene oase te midden van Overvecht. Daar zul je me vaker vinden.”

Grootste ergernis
“Het WTC-gebouw dat ze aan het bouwen zijn bij Jaarbeursplein. Het wordt nog verschrikkelijker dan het gebouw Leeuwesteyn dat er eerst stond en twee keer zo hoog. Verschrikkelijk toch? Pál voor het stadskantoor – toch wel de Taj Mahal van de kantoorarchitectuur – zo’n zwart, glimmend ding! Ik probeer er niet langs te komen, want dan erger ik me dat-ie weer groter en definitiever is geworden.”

Utrecht mist…
“Stadslandbouw – daarmee loopt Utrecht achter op andere grote steden. In de toekomst moeten steden zelf voedsel gaan produceren want de wereld verstedelijkt. Er is genoeg ruimte voor voedselproductie in de stad: op groenplekken en daken. Daar komt bij dat bijen uitsterven, omdat ze op het platteland niets te eten hebben. In de stad hebben mensen bloemetjes in de tuin, dus hier gedijen ze beter. Daar moeten we ook wat mee.”

Eten en drinken
“Leuk is Satriale’s aan de Amsterdamsestraatweg, daar kun je op een terras in de zon goede houtovenpizza’s eten. Een Zuilense sfeer, maar toch mooi. Een biertje drink ik graag bij Willem Slok of bij Café van Wegen. De deskundige waard weet daar hoe je een biertje tapt en ze hebben goede jenever. As we speak zit ik op de kade bij ROOST. Er zwemt een moedereend met vijf kleintjes voorbij, ze hopen dat ik eten voor ze heb. Dat heb ik niet.”

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).