Utrecht volgens filmmaker Robert Jan Westdijk: ‘Door Ronald Giphart ben ik in Utrecht komen wonen’ | De Utrechtse Internet Courant Utrecht volgens filmmaker Robert Jan Westdijk: ‘Door Ronald Giphart ben ik in Utrecht komen wonen’ | De Utrechtse Internet Courant

Utrecht volgens filmmaker Robert Jan Westdijk: ‘Door Ronald Giphart ben ik in Utrecht komen wonen’

Utrecht volgens filmmaker Robert Jan Westdijk: ‘Door Ronald Giphart ben ik in Utrecht komen wonen’
Robert Jan Westdijk (52) brak in 1995 door met zijn debuutfilm Zusje, een film die hij maakte zonder enige subsidie. Hij won een Gouden Kalf voor Beste Film in zijn geboortestad. Nu, ruim twintig jaar later, voelt zijn net verschenen film Waterboys als een nieuwe start.  

Robert Jan Westdijk (52) brak in 1995 door met zijn debuutfilm Zusje, een film die hij maakte zonder enige subsidie. Hij won een Gouden Kalf voor Beste Film in zijn geboortestad. Nu, ruim twintig jaar later, voelt zijn net verschenen film Waterboys als een nieuwe start.  

‘Het maken van Waterboys voelde al een jongensdroom’, zei je eerder. Waarom?
“Als je bedenkt dat ik met een stel geweldige acteurs, een jonge crew en groep muzikanten waar ik al dertig jaar fan van ben, een film heb kunnen maken die ook nog eens goed gelukt is… dan kun je wel spreken van een uitgekomen jongensdroom. Al ben ik officieel inmiddels geen jongen meer, hoewel mijn vrouw en kinderen daar misschien anders over denken.”

Wat vind je de meest geslaagde scène in je nieuwe film?
“De scène waarin de zoon eindelijk genoeg moed heeft verzameld om zijn vader te confronteren met zijn overspel. Of anders gezegd: de situatie waarin de vader voor het eerst eerlijk durft te zijn tegen zijn zoon. Het is fantastisch geacteerd en een heel kwetsbare scène geworden. Je komt als kijker op dat moment heel dicht bij die twee mannen.”

Waarin verschilt Waterboys van je eerdere films?
“Deze is meer volwassen. Warmer, eerlijker. Zonder teveel nadruk op vorm. En natuurlijk met veel muziek. Maar het belangrijkste is toch dat je het gevoel krijgt dat je de vader en zoon écht leert kennen – dat het vrienden van je kunnen zijn, een gezelschap waar je graag bij wilt zijn en dat in je hoofd blijft rondspoken.”

Wat vind je het Nederlandse filmklimaat? 
“Ik hou me meer bezig met climate change dan met het Nederlandse filmklimaat, vrees ik. Ik denk namelijk dat er altijd wel nieuw talent zal opstaan of dat oudere makers met verrassingen kunnen komen, ongeacht het al dan niet gure filmklimaat. Als je graag een film wilt maken, dan moet je dat doen en je niets aantrekken van de omstandigheden. Ik heb mijn eerste film ook zelf gefinancierd.”

Eerste keer in Utrecht
“Het ziekenhuis waar ik ben geboren, bestaat niet meer. Grappig genoeg heb ik zo’n tien jaar geleden met mijn zoon vermoedelijk voet gezet op mijn exacte geboortegrond. Hij speelde bij een vriendje in een van de nieuwe woningen – mooi met veel glas en hout – die destijds op de plaats van het gesloopte ziekenhuis zijn gebouwd. Het was een wonderlijke wetenschap en daar staan gaf me een speciaal gevoel. Die mensen zijn inmiddels weer verhuisd en onze zoons hebben niet meer zoveel contact. Die plek is dus weer off limits.”

Tot rust komen
“Thuis. Ik heb het geluk dat ik in een stille straat woon met fijne buren.”

Lekkerste biertje
“Die drink ik in Café Orloff op ‘t Wed. Maar het mag ook een koffietje zijn in de ochtend, dan draaien ze van die mooie klassieke muziek.”

Utrecht mist
“Niets, behalve hooguit wat zelfvertrouwen. En een tropisch strand en besneeuwde bergtoppen.”

Lievelingswinkel
“Dat is om enkel emotionele redenen het patchwork-winkeltje aan de Oudegracht. Mijn moeder heeft het opgericht en jaren achter de kassa gestaan. Nu is ze overleden, maar de winkel bestaat nog steeds.” 

Favoriete Utrechter
“De onvermoeibare Utrecht-promotor Ronald Giphart. Het is door hem dat ik hier met mijn gezin in 2003 ben komen wonen. Het was een rechtstreeks gevolg van mijn te verregaande identificatie met het titelpersonage uit zijn roman Phileine zegt sorry, dat ik toen aan het verfilmen was. En in 2013 heeft Ronald mij tijdens een geweldige brainstormsessie geholpen een writersblock te overwinnen. Hij wist precies de juiste vragen te stellen en suggesties te geven, waardoor het idee voor Waterboys ontstond. Overigens hoorde ik van Ronald pas ná we hierheen verhuisd waren dat Phileine in zijn boek helemaal niet in Utrecht woonde maar in Amsterdam; de stad die wij zojuist voor Utrecht hadden verruild.”

Beste optreden
“Dat moet het concert zijn van The Waterboys in 2012 in Vredenburg. Of eigenlijk in de Rode Doos, de tijdelijke concertzaal toen TivoliVredenburg werd gebouwd. Daar raakte ik zo ontroerd door de muziek, die ik al zo goed kende, dat daar onbewust de kiem moet zijn gelegd voor deze film. Andere memorabele concerten waren die van The Cure, U2 en UB40, begin jaren tachtig. Vooral die laatste, omdat mijn zusje, die toen 15 jaar was, ineens alleen in de artiestenkleedkamer belandde terwijl ik mijn ouders had beloofd goed op haar te passen.” 

Favoriete weekend
“Zo gevarieerd mogelijk, maar met één constante: oudemannenvoetbal op zondagochtend bij Sporting ’70. Ik bak er niet veel van, maar word wel getolereerd door de anderen die vele malen beter zijn. Dat maakt dat clubje zo sympathiek. En het verklaart waarom ik week na week blijf proberen, ondanks het gebrek aan aantoonbare vooruitgang.” 

Grootste ergernis
“Ik wil me niet ergeren, dus ik kan ook niets noemen.”

Utrecht als inspiratiebron
“Ik kan overal geïnspireerd raken. Wel vind ik de herfst en de vroege winter vaak de meest inspirerende periode, vanwege de licht tintelende kou en het zonlicht op de gebouwen. Het geeft een beetje het Nederlands Film Festival-gevoel: laaghangende zon, dus NFF is weer in town

Droomhuis
“Op de hoek van de Huizingalaan staat een huis met een wonderlijk torentje dat er rechthoekig bovenuit steekt. Ik heb altijd als ik daar langsfiets de fantasie dat het mijn werkkamer zou zijn – je eigen torenkamertje in de vorm van een periscoop bovenop een jarenzeventiggebouw. Het staat al een tijdje te koop overigens, maar ik denk dat mijn familie niet in een verhuizing geïnteresseerd zal zijn. Ik ook niet trouwens, het blijft dus bij een droom.”

Dit artikel verscheen eerder in de DUIC Krant.

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).