Utrecht volgens Hoofd Collecties van het Spoorwegmuseum Peter-Paul de Winter: ‘Zolang er treinen rijden zal er een collectie ontstaan’ Utrecht volgens Hoofd Collecties van het Spoorwegmuseum Peter-Paul de Winter: ‘Zolang er treinen rijden zal er een collectie ontstaan’

Utrecht volgens Hoofd Collecties van het Spoorwegmuseum Peter-Paul de Winter: ‘Zolang er treinen rijden zal er een collectie ontstaan’

Utrecht volgens Hoofd Collecties van het Spoorwegmuseum Peter-Paul de Winter: ‘Zolang er treinen rijden zal er een collectie ontstaan’
Het Spoorwegmuseum verandert van 23 december tot en met 7 januari weer in Winter Station. Tijdens de drukste weken van het jaar krijgt het hele museum een winterse metamorfose. Dan kan er onder meer weer tussen de oude treinen worden geschaatst. Peter-Paul de Winter is Hoofd Collecties in het Spoorwegmuseum. Hij is inmiddels samen met zijn team bijna veertien jaar verantwoordelijk voor het behoud en beheer van de hele collectie die onder meer bestaat uit treinen, locomotieven, rijtuigen, schaalmodellen en andere voorwerpen die te maken hebben met het Nederlandse spoor. 

Het Spoorwegmuseum verandert van 23 december tot en met 7 januari weer in Winter Station. Tijdens de drukste weken van het jaar krijgt het hele museum een winterse metamorfose. Dan kan er onder meer weer tussen de oude treinen worden geschaatst. Peter-Paul de Winter is Hoofd Collecties in het Spoorwegmuseum. Hij is inmiddels samen met zijn team bijna veertien jaar verantwoordelijk voor het behoud en beheer van de hele collectie die onder meer bestaat uit treinen, locomotieven, rijtuigen, schaalmodellen en andere voorwerpen die te maken hebben met het Nederlandse spoor. 

Wat vind je zo leuk aan het beheren van deze collectie?

“Elke dag wordt er een nieuw bladzijde gevuld in het geschiedenisboek van de spoorwegen in Nederland. In 1839 reed de eerste trein in Nederland. En er rijden nog steeds treinen. Dat blijft doorgaan. Zolang er treinen rijden zal er een collectie ontstaan. De focus ligt op de geschiedenis van de spoorwegen in Nederland. Daarover blijven er genoeg verhalen te vertellen. Het begon ooit met verschillende spoorwegmaatschappijen, toen ontstond de NS en nu zijn er weer verschillende. De geschiedenis herhaalt zich.”

In hoeverre is in de collectie van het Spoorwegmuseum terug te zien dat het spoor en de stad Utrecht altijd zo verbonden met elkaar zijn?

“Er zijn hier allerlei links met de stad, zoals het verhaal van de spoorlijn door Utrecht. We zitten hier op het Maliebaanstation. Waarom is dat station er eigenlijk? Dat leggen we uit. Vroeger had je verschillende spoorwegmaatschappijen die elkaar beconcurreerden. Utrecht Centraal was vol. Toen een van de maatschappijen een lijn naar Duitsland wilde maken, met een aftakking naar Utrecht, kon dat niet meer op Utrecht Centraal. Ook vertellen we over de industriële activiteiten van Werkspoor in Zuilen. Dat bedrijf bouwde onder meer treinen en daar hebben we er veel van in onze collectie. We hebben sowieso veel spullen in de collectie uit Utrecht. Utrecht is de spoorstad van Nederland. Hier is het kloppend hart. Hier zit van oudsher alles wat met het spoor te maken heeft. Van het bedenken van de spoorlijn tot het bouwen en het operationele gedeelte.”

Heb je een favoriet onderdeel in de collectie?

“In mei dit jaar arriveerde het gerestaureerde elektrische treinstel Mat’36 252 in het museum. Die trein is in 1936 ontworpen en in 1938 door Werkspoor gebouwd. Die trein loopt als een soort rode draad door mijn leven. Toen ik jong was, werkte ik bij een stichting die zich bezighield met de restauratie van oud NS-materieel. Die stichting had die trein al staan. Het was niet meer dan een stalen doos op wielen. Maar de trein heeft een mooie, gestroomlijnde vormgeving. Dat ontwerp zag je in de jaren 30 in meer landen, zoals in Duitsland. Het bestuur wilde die trein ooit graag weer in oude glorie herstellen. Ik kwam terecht in het bestuur van de stichting en we bleven dromen.”

Wanneer lukte het om die droom werkelijkheid te laten worden?

“Zo’n vijftien jaar geleden kwam er geld beschikbaar en konden we stappen zetten. In ons depot werd die uiteindelijk vanaf nul gerestaureerd. Ik ging af en toe kijken en iedere keer dacht ik: wauw. Ik zag hem gewoon groeien. De trein staat er nu weer helemaal compleet. Hij is nog niet rijvaardig, maar dat gaan we ook nog regelen. Ik kon het niet geloven toen die er was. Ik heb heel lang gedacht dat het niet zou lukken. Onder meer de mensen hier in het museum en bij de NS hebben hun schouders eronder gezet. In al die jaren zijn er emotionele banden ontstaan tussen mensen en deze trein. Dat zag je ook bij de opening. Mensen waren ontroerd. Dat maakt hem voor mij erg bijzonder. Deze trein pakt je beet en laat je niet meer los.”

Wat is je lievelingsplek in Utrecht?

“Dat is het Sint Eloyen Gasthuis in de Boterstraat. Het is een van de mooie verborgen plekjes. Ik ben aangesloten bij het Smedengilde St. Eloy. Dat is officieel het oudste gilde van Utrecht. De geschiedenis hiervan gaat zeker terug tot 1440. Het Gasthuis is een heel mooie plek waar ik graag kom. Het begon ooit als gasthuis waar smeden en hun families steun en zorg konden krijgen. Het is een pand vol traditie en geschiedenis. Ik vind het mooi om dat door te kunnen geven.”

Wat is jouw mooiste herinnering aan Utrecht?

“Die heb ik aan de winkel van mijn opa, Jan van Ling, en zijn tuin. Hij woonde aan de Bemuurde Weerd. Daar had hij een ouderwetse kruidenierszaak waar ik met mijn neven en nichten winkeltje speelde. Mijn opa had ook stiekem een tuin aangelegd bij zijn winkel. Dat was de meest prachtige plek om te spelen. De Jan van Lingtuin aan het Zwarte Water bestaat overigens nog steeds. Dat is een tuin die hij later aanlegde. Het was altijd een feestje als ik naar opa en oma mocht.”

Wat was het beste optreden dat je ooit in Utrecht gezien hebt?

“Dat was in Muziekcentrum Vredenburg. Ik was pas een jaar of vijftien en ging naar de band Illusion. Het was voor het eerst dat ik naar zo’n evenement ging. Dat was een fantastisch concert. Toen het weer op de radio kwam, bij Ferry Maat’s Soulshow, heb ik het ook opgenomen.”

Utrecht is…

“…een aaibare stad voor jong en oud, waar voor iedereen van alles voor zijn of haar gading beschikbaar is.”

4 Reacties

Reageren
  1. Utrecht genieter

    Ik ben bang dat ons mooie museum te klein is. Er is nu al NS- en spoormaterieel dat niet bewaard wordt, en hoe moet dat wanneer de iconische koploper en Dubbeldekker uit dienst gaan? Samen met de eerste sprinter die geloof ik nergens te bekennen is, maar ook iconen zoals de Wadloper of DM90. Deze treinen zijn vrij lang, zou je dan alleen maar het voorste deel bewaren? Het lijkt mij vrij zonde om deze modellen nergens te bewaren en verloren te laten gaan. Dit is onze hedendaagse historie waar men over 50 jaar ook naar terug willen gaan.

  2. Ton

    Oké Nina, kom maar weer door !

  3. Reisthijs

    @Utrecht genieter, er is best veel bewaard, ook de eerste sprinter en de DM’90 horen bijvoorbeeld bij de collectie van het Spoorwegmuseum. Alleen is niet alles tegelijk in Utrecht te zien, daar is het museum al lang te klein voor, een deel is gestald op een andere locatie in Limburg.

  4. Kondoekoe

    @reisthijs waar staat de wadloper van het NSM? 😉

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).