Appie Alferink (59) is directeur en oprichter van ZIMIHC – spreek uit als Zimmik. Utrechtse amateurkunstenaars kunnen hier repeteren en optreden. Het ‘podium voor de amateurkunst’ viert dit jaar het 30-jarige jubileum. ZIMIHC begon met een paar ruimtes in een buurthuis en verhuisde daarna naar het voormalige schoolgebouw aan de Bouwstraat in Wittevrouwen. Inmiddels zijn er drie ZIMIHC theaters (Wittevrouwen, Zuilen en Overvecht) en worden er ieder jaar tientallen evenementen en festivals georganiseerd. We vroegen Alferink waarom amateurkunst zo belangrijk is en wie zijn favoriete Utrechter is.
Hoe is ZIMIHC begonnen?
“Het is begonnen met een band: een man of vier waarmee we in 1983 muziek maakten op straat. We vonden het leuk om literatuur te combineren met popmuziek. Joost van den Vondel en Martinus Nijhoff kwamen voorbij in ons repertoire. Het was een keer slecht weer en we gingen naar binnen bij Hoog Catharijne. Daar hingen grote billboards met de tekst: Zat Ik Maar In Hoog Catharijne (afkorting ZIMIHC, red.). Wij stonden voor één van die billboards te spelen. Toen mensen vroegen hoe onze band heette, zeiden we maar dat dit onze naam was. In eerste instantie was het een grapje, maar waarom ook eigenlijk niet? We gingen steeds meer spelen en spaarden het geld dat we verdienden. Met dat geld richtten we een stichting op: ZIMIHC. De band bestaat overigens ook nog steeds.”
Waarom heb je ZIMIHC opgericht?
“Ik was klaar met mijn studie Theaterwetenschappen en wist inmiddels best goed wat voor behoeften je hebt als je optreedt. Ik ging het management doen voor gezelschappen en artiesten in Utrecht. Al snel waren het meer dan honderd acts. Het was alles door elkaar: van musici tot toneelmakers. Dat was veel te veel: er was geen contact met de artiesten. We moesten kiezen en zijn meer gaan focussen op theater. Om de huur te kunnen betalen, gingen we de ruimtes in ons gebouw ook aan anderen in de stad verhuren. Binnen de kortste keren zaten we ramvol: met koren, dansgroepjes, theatergroepen, noem maar op. Alle grote steden hadden ondertussen al ondersteuningsinstellingen voor amateurkunst, behalve Utrecht. De gemeente en provincie zagen dat ook.”
‘We hebben ondertussen 110 vaste vrijwilligers. Als je kijkt naar wat zij allemaal voor ons doen, dat is niet normaal’
Waarom vind je amateurkunst zo belangrijk?
“Veertig procent van de bevolking doet iets aan amateurkunst. Dat is niet gebonden aan een bepaalde bevolkingslaag of etnische achtergrond of iets dergelijks. We vergelijken kunst met sport, vanwege de positieve effecten op je gezondheid. We zeggen ook wel dat we de theaters hebben ontwikkeld als culturele trapveldjes. Het goede imago van sport is algemeen bekend, maar op dat van kunst zit soms nog een smetje. Eerst noemden we het amateur-woord trouwens niet, want dat is not done. Maar iedereen die zijn brood er niet mee verdient, is een amateur. Het stuitte best op weerstand bij de opgeleiden. Dat is wel het interessante in Utrecht: je hebt veel mensen die erin afstuderen en niet in het vak terechtkomen, maar nog wel hoogopgeleid amateurkunst maken. Dat zorgt voor een hele dynamische amateurkunstsector.”
Wat is jouw mooiste herinnering aan Utrecht?
“Dat we met de band in Hoog Catharijne stonden te spelen zal ik nooit vergeten, maar de start van het Europa Cantat Festival in 2009 is ook een hele mooie. Tijdens dit internationale korenfestival kwamen 3.500 zangers masterclasses en workshops volgen, gegeven door topmusici, componisten en dirigenten. Het eindigde in concerten door de hele stad, binnen en buiten. Die trokken 100.000 bezoekers. Op de eerste avond begon het programma nog niet, maar heetten we de deelnemers al wel welkom. Dat deden we met een botenparade in de Oudegracht waar twintig boten in meevoeren, met daarop zingende koren. De koren waren niet versterkt. Het was zo ontroerend. De deelnemers van over de hele wereld streken net neer op de terrassen toen de boten voorbij kwamen. Het was een magisch moment.”
Waar ben je trots op als Utrechter?
“Ik ben trots op alle mensen die de stad maken. ZIMIHC werkt met mensen en met heel veel vrijwilligers. We hebben ondertussen 110 vaste vrijwilligers. Als je kijkt naar wat zij allemaal voor ons doen, dat is niet normaal. Utrecht heeft geweldige en betrokken mensen.”
‘Binnen de kortste keren zaten we ramvol: met koren, dansgroepjes, theatergroepen, noem maar op’
Wie is jouw favoriete Utrechter?
“Dat is Jan van de Leeden. Hij is vorig jaar overleden en woonde twee huizen verderop. Het was een man die ongelofelijk hart had voor de stad. Hij heeft bijvoorbeeld meegewerkt aan de dichtregels langs de Oudegracht. En hij was manager van de binnenstad. Als pensionado heeft hij zich beziggehouden met de historische muurreclames. Daarnaast was hij padre familias bij ons in de wijk. Het was een held.”
En waar drink je het lekkerste biertje in Utrecht?
“Op het terras bij The Colour Kitchen bij ZIMIHC theater Zuilen. En dan daarna bij het theater naar binnen. Laatst was er voorstelling van Dansschool Mizou met zo’n vijftig dansers in onze grote zaal. De groepen die daar komen, willen echt even shinen. Alle energie zit erin op zo’n avond. Dat zijn geen groepen die zestig tot honderd keer per jaar optreden. Nee, dát is hun moment. Dat maakt het altijd weer heel leuk. Amateurvoorstellingen zijn zo verrassend.”
Utrecht is…
“… the place to be.”
1 Reactie
ReagerenLeuk interview, mooie man. Inderdaad bijzonder dat zoveel vrijwilligers zich op deze manier inzetten voor de goede zaak, chapeau!