Deze serie begon in januari met een affiche voor de Jaarbeurs, en eindigt daar nu ook mee. Niet toevallig: de Jaarbeurs was misschien wel de belangrijkste bron van Utrechtse affiches, en viert dit jaar het honderdjarig bestaan. Tot 21 januari is bij Het Utrechtse Archief het laatste deel van de tentoonstelling De mooiste affiches van de Jaarbeurs te zien. De slotselectie is gemaakt door het publiek.
Talloze ontwerpers hebben voor de Jaarbeurs gewerkt, maar kenmerkend voor de vooroorlogse periode waren de affiches van Henri Pieck, en voor de naoorlogse decennia die van Otto Treumann. In de publieksselectie is het affiche van Treumann voor de 54e Jaarbeurs in 1950 te zien. Dat is niet zijn beste en ook niet het bekendste affiche: dat maakte Treumann twee jaar eerder bij het vijftigste jubileum (de beurzen werden sinds 1921 elk voor- en najaar gehouden). Dit affiche kreeg slechts zes stickertjes (stemmen) van het tentoonstellingspubliek, en die uit 1950 twaalf! Desondanks bespreken we hier het affiche voor het gouden jubileum.
Perspectief
Uitgekiende perspectiefwerking diende als symbool voor de lonkende toekomst van de Jaarbeurs. Afgebeeld is een kilometerpaal met het getal 50 langs een weg die naar het Jaarbeurslogo aan de horizon leidt. Dit logo (de U van Utrecht met de helm van handelsgod Mercurius) was in 1926 door Henri Pieck ontworpen en werd door Treumann versimpeld.
In een eerste ontwerp, dat in Treumanns archief bewaard bleef, was de kilometersteen nog rood-wit-blauw en lagen de data 6 en 15 april als kalenderblaadjes op de grond. Het soberder eindresultaat is een verbetering. Ook was op de eerste versie de lucht nog helemaal blauw en het gras groen, terwijl op het uiteindelijke affiche boven en onder schaduwvlakken zijn toegevoegd, die voor een soort tunneleffect zorgen. Misschien symboliseren ze sombere periodes in het verleden (de oorlog) en de toekomst.
De subtiele tinten groen, blauw, paars en grijs in de driehoekige kleurvlakken zijn typisch voor de stijlperiode die tegenwoordig mid-century modern wordt genoemd. Treumann hechtte veel belang aan de kleuren. Hij maakte zijn ontwerpen vaak in verschillende kleurschema’s en liet die allemaal proefdrukken voordat hij een keuze maakte. “Hij was zo precies dat hij zelf bij de pers ging staan als een affiche gedrukt werd. Hij gaf dan de kleuren aan en iedere keer als die niet goed waren werd de pers stilgezet”, herinnerde zich later het toenmalig hoofd Publiciteit van de Jaarbeurs, A. van Haalen. Soms liet Treumann een drukgang dubbel uitvoeren om een optimaal kleurresultaat te bereiken.
Onderduiker
Otto Treumann (1919-2001) was in een liberaal joods gezin in Duitsland geboren. In 1935 kwam hij op zestienjarige leeftijd naar Nederland om de anti-joodse maatregelen te ontvluchten, in het kielzog van zijn broer. In Duitsland volgde hij het gymnasium, maar omdat hij geen Nederlands sprak en wel tekentalent had, bezocht hij de Amsterdamse Grafische School, gevolgd door de Nieuwe Kunstschool. De later bekende ontwerpers Benno Premsela en Jan Bons waren zijn medestudenten. Treumann was net begonnen bij een klein reclamebureau toen de oorlog uitbrak. Tot drie keer toe wist hij aan de Duitsers te ontkomen, waarna hij onderdook en het verzet documenten hielp vervalsen.
Na de oorlog werkte Otto Treumann als freelance grafisch ontwerper in Amsterdam. In 1946 kreeg hij de Nederlandse nationaliteit. Zijn werk was succesvol; hij kreeg grote opdrachtgevers als de Jaarbeurs en ontving in 1948 de H.N. Werkmanprijs. Treumann ontwierp affiches, omslagen, postzegels en logo’s voor bijvoorbeeld het Stedelijk Museum, het Nationale Ballet, de Gasunie en de PTT, maar ook voor Joodse organisaties en de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al.
Jubileumviering
De vijftigste Jaarbeurs werd niet alleen gevierd met een affiche en taart. Het station was versierd en de stad hing vol vlaggen. Pieter d’Hont maakte een bronzen gedenkpenning en op de rotonde aan het Smakkelaarsveld verrees een Jubileummonument, overigens ook voor koningin Wilhelmina’s regeringsjubileum en het ‘1900-jarig bestaan’ van de stad. Vier kunstenaars maakten hiervoor elk een beeld. Bovendien bracht de scheidend vorstin zelf een bezoek aan de Jaarbeurs. De directie toonde haar het nieuwe terrein aan de Croeselaan, waar tijdelijke bouwsels stonden. Daar lag de toekomst van de Jaarbeurs; in 1953 zou er de Bernhardhal openen.
Otto Treumann ontwierp nog decennialang Jaarbeurs-affiches, voor het laatst in 1970. Ook toen stonden perspectief en kleurgebruik centraal. Een minimalistisch maar kleurrijk blok verbeeldde het nieuwe Beatrixgebouw.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.