Vakantie langs de Vecht | De Utrechtse Internet Courant Vakantie langs de Vecht | De Utrechtse Internet Courant

Vakantie langs de Vecht

Vakantie langs de Vecht

Hartje juli, en half Utrecht is waarschijnlijk vertrokken naar warmere, verre oorden. Maar dat je je ook heel dicht bij huis uitstekend kunt vermaken, heb ik onlangs weer eens ervaren. Met een vriendin besloot ik op de zonnige zaterdag van 7 juli op de fiets te stappen en naar Maarssen te rijden. Ons doel was de buitenplaats Goudestein, waar in het Vechtstreekmuseum een tentoonstelling is over de tuinen van diverse buitenplaatsen. Uiteraard fietsten we langs de Vecht; ik kende het stuk tot Overvecht, aangezien ik ooit aan de overkant van de Klopvaart woonde. Maar het stuk rivier tussen Overvecht en Maarssen, dat was me eigenlijk niet zo bekend.
Nu hebben waterwegen voor mij sowieso een fascinatie; vooral als ze ooit gediend hebben om wijn over te vervoeren. Van Amsterdam, via het huidige IJsselmeer en de Vecht, kwam in de middeleeuwen al handelswaar naar Utrecht. Een heel klein deel van díe route fietsten we die zaterdag. En ik vond het verbluffend weer eens te ervaren hoe ánders de wereld eruit ziet als je loopt of fietst, in plaats van met de auto gaat. Ik kom regelmatig in Maarssen, we hebben er vrienden wonen. Maar dan komen we via de A2 of de Zuilense Ring, en zien we nauwelijks iets van al dat fraais dat maar enkele honderden meters daarvandaan verscholen ligt. Wat zijn snelwegen soms toch een barrières!

Aangezien ik vertrok vanuit Lunetten, kon ik op de kruising van de Oosterkade en het spoor al een andere oude handelsroute oppikken: de Vaartsche Rijn, die bij Vreeswijk in de Lek uitmondt! Al helemaal in de juiste historische stemming vervolgde ik mijn weg langs het water en bereikte ik over het Wed en de Stadhuisbrug het rustiger gedeelte van de Oudegracht, ter hoogte van de Weerdsluis. Bootjes lagen te wachten op toegang tot de stad, en ik wachtte hier even op mijn vriendin. Via het Lauwerecht, ook vol historische panden, vertrokken we naar het noorden. We lieten daarbij gelijk al de eerste buitenplaats, Zijdebalen, aan de overkant van het water links liggen; er wordt nu moderne woningbouw ontwikkeld. Rondom de Rode Brug keek ik mijn ogen uit: de buurt was, sinds ik daar jaren geleden voor het laatst fietste, enorm opgeknapt. De oude papierhandel die ik daar nog wist te zitten, bleek al lang plaatsgemaakt te hebben voor vrolijke moderne nieuwbouwwoningen. De joodse begraafplaats was gelukkig onveranderd, en het fietsen langs het Zandpad was een stuk veiliger geworden dankzij het vrijliggende fietspad. Voorbij deze ‘erotische’ zône begon onze buitenplaatsentocht pas echt.
Al snel kwamen we langs Rosendaal, een buitenplaats uit 1705, waarvan nu nog alleen een poort aan de Vechtzijde en een stukje tuin overgebleven is. Twee pilaren van de toegangspoort bleken prachtig versierd met wijnranken! Onze fietsroute werd inmiddels groener, en onder de Muinck-Keizerbrug door waanden we ons helemaal buiten.
Ter hoogte van Oud-Zuilen vroegen het slot en de omringende historische bebouwing erom even af te stappen; we vonden het echter nog te vroeg, en peddelden door richting Maarssen. De bochten van de rivier die dan volgen waren prachtig groen en boden een schitterend zicht op de nieuw aangelegde Vechthaven met diverse bootjes en de historiserende nieuwbouwwijk die achter de fabriek van de Brocacef is aangelegd. Dat zie je allemaal niet als je via de Amsterdamsestraatweg naar Maarssen rijdt!

Zo langzaamaan fiets je nu Maarssen in, en neemt ook het aantal sloepen en strijkijzers op het water toe. Het uitnodigende terras in de bocht van de rivier, aan het begin van de Langegracht, vonden we een uitgelezen plek voor lunch. Inmiddels waren we al diverse restanten van oude buitenplaatsen gepasseerd. Tegenover het terras bijvoorbeeld lag vroeger Huis Ter Meer, waarvan zo goed als niets meer over is. Maarssen ten westen van de rivier verrees op het grondgebied van dit kasteel.
Het vervolg van onze tocht was daarna veel afstappen en bordjes lezen, want verderop in Maarssen tref je onder andere de huizen Bolestein, Doornburgh en Goudestein. Dat laatste dient als stadhuis van Maarssen, en in het koetshuis is het Vechtstreekmuseum gevestigd. Hier eindigde de heenreis van onze tocht, maar niet nadat we nog op een bruiloft in het kasteel waren getrakteerd en de tentoonstelling hadden bezocht. Ik leerde er onder andere dat er tussen Amsterdam en Utrecht vroeger zo’n 200 buitenplaatsen waren, de meeste rond Maarssen. We hadden er nu een beetje een beeld bij!
Op de terugweg vergroten we ons vakantiegevoel door nog even te shoppen in Maarssen; daarna ging het via de twee molens van de Nedereindsevaart terug naar Slot Zuylen, waar de tuin en het theeterras lokten. Om een al te lang verhaal toch maar eens wat korter te maken: we hadden een schitterende middag en waren echt even helemaal uit. Vooral het idee dat dat groene lint met al die fraaie natuur en cultuur letterlijk op fietsafstand van onze huizen lag, vonden we erg bijzonder. De terugtocht werd besloten met een ijsje bij Il Molino, kruising Lauwerecht – Adelaarstraat. Zo was het helemaal vakantie!!!

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).