Momenteel verrijzen er woningen in de Merwedekanaalzone, maar in de 20e eeuw was er veel industrie gevestigd. Het Merwedekanaal vormde sinds de aanleg in 1896 de grens tussen Utrecht en buurgemeente Jutphaas, maar in 1954 kwam ook de overzijde bij Utrecht. In dit oude tuindersgebied was vestiging aan het kanaal aantrekkelijk voor industriële bedrijven vanwege het vervoer van materialen en producten. Een van deze bedrijven maakte zware hoogspanningsinstallaties.
Hendrik Arend Hidde Nijland (1885-1962) studeerde in 1908 in Delft af als een van de eerste elektrotechnisch ingenieurs. Hij ging werken bij Smit Slikkerveer, maar besloot na enkele jaren voor zichzelf beginnen als fabrikant van elektrotechnische apparaten. Daarvoor kreeg hij financiële steun van zijn oom Arie Cornelis Volker (1860-1924), een bekkende baggeraar uit Sliedrecht. Als uitgangspunt voor de bedrijfsnaam koos Hidde Nijland zijn initialen HAHN, het Duitse woord voor haan dat al op de hbs als zijn bijnaam had gediend. Hij vertaalde die naam in het Frans — Coq — omdat hij aanvankelijk van plan was zijn fabriek in Frankrijk te beginnen. Dat was echter lastig vanwege de Eerste Wereldoorlog en zou pas veel later gebeuren. In 1916 begon het bedrijf in een oude wagenmakerij aan de Ridderschapstraat in Utrecht.
Al snel specialiseerde Hidde Nijland zich in schakelmateriaal. In 1917 nam Coq met een stand deel aan de eerste Jaarbeurs waar hefboomschakelaars, schakelborden, verdeelkasten, smeltveiligheden en scheidingsschakelaars te zien waren. De porseleinen isolatoren voor deze schakelaars produceerde men zelf. Naast het kantoor en de tekenkamer waren de afdelingen in de fabriek: smederij, plaatwerkerij, bankwerkerij, boorderij, polijsterij en schilderswerkplaats. In een brochure schreef het bedrijf: ‘De apparaten, welke hoofdzakelijk schakelmateriaal, zoowel voor hoog- als laagspanning, vinden behalve bij de grootindustrie, groot-installateurs en dergelijken vooral ook een groote afzet bij de Provinciale en Gemeente Eelctriciteitsbedrijven’. Systeem Coq leverde bijvoorbeeld aan de centrales van de Provinciale Utrechtse Elektriciteits Maatschappij (PUEM).
Tekst loopt door onder de foto
Uitvinder-directeur
In 1920 trof een brand de kleine fabriek aan de Ridderschapstraat. Aangezien een verhuizing al in voorbereiding was, kon men binnen twee weken de productie voortzetten aan de Kanaalweg langs het Merwedekanaal. Daar was in 1914 de Spiritusfabriek Astra gebouwd, een bedrijf dat voor veel overlast zorgde door ‘walgelijke en vuile uitdampingen’. Na veel gedoe was de vergunning ingetrokken en was de fabriek leeg komen te staan, totdat Coq zich er vestigde. Aan de Kanaalweg was veel ruimte voor groei en daar zouden dan ook uitbreidingen volgen in 1931, 1941, 1948 en 1953.
Systeem Coq richtte zich vanaf 1922 vooral op de fabricage van gesloten schakelkasten voor hoogspanningsinstallaties. Geheel gesloten schakelmateriaal, een innovatie, was duurder maar compacter en bovendien veiliger voor het bedienend personeel. In de loop van de decennia werd de spanning steeds hoger — van 500 naar 150.000 volt — en wist de fabriek daarin telkens verder te gaan. Voor de elektrificatie van de Nederlandse Spoorwegen leverde Coq vanaf 1932 onderstations en schakelinrichtingen. Behalve deze enorme installaties produceerde Coq ook het spanningsisolatiemateriaal Coquolite, gebaseerd op gehard papier.
‘Wat Coq vervaardigde, het waren allemaal Hidde Nijlands uitvindingen’, volgens de na zijn dood opgerichte Hidde Nijlandstichting. ‘Zijn grote hartstocht voor het uitdenken van betere constructies bleek uit de schetsen, die hij in de late uurtjes thuis maakte en die hij ‘s ochtends naar de fabriek meebracht om ze door zijn medewerkers verder te laten uitwerken.’ Vaak waren er ‘s avonds nog technische discussies, die tot diep in de nacht konden duren en die soms verbluffend eenvoudige oplossingen opleverden. ‘Als tijdens die seances de baas zijn befaamde intuïtie inschakelde, moest iedereen geduldig zwijgen.’
Tekst loopt door onder de foto
Groei en fusies
Hidde Nijland streefde onvermoeibaar naar groei en perfectionering van het bedrijf. Hij liep dagelijks rondjes door de fabriek, waarbij hij elk detail in de gaten hield en regelmatig mensen terechtwees. Tegelijkertijd koesterde de directeur zijn personeel. Gedurende zijn lange carrière ontving Hidde Nijland niet alleen binnen- en buitenlandse onderscheidingen, maar ook twee eredoctoraten: in 1954 in Rome en het jaar daarop in Delft, wegens ‘uitnemende verdiensten als constructeur en grondvester van een internationale industrie van unieke betekenis’.
Internationaal, want in 1953 was een oude wens in vervulling gegaan: de oprichting van Coq-France met fabrieken bij Parijs en Bordeaux. In deze jaren werd het bedrijf ook actief in Italië. In 1954 bracht Hidde Nijland het bedrijf onder in een NV met een bank en een beleggingsmaatschappij als investeerders. Er werkten toen ongeveer 500 mensen. Systeem Coq had een tekort aan werknemers en het bedrijf liet zelfs een eigen flat voor hen bouwen aan de Burgemeester Smitsstraat in Hoograven.
De avond voor zijn overlijden op 76-jarige leeftijd ‘was de heer Hidde Nijland tot kort voor middernacht nog actief voor zijn bedrijf bezig’, volgens het Utrechtsch Nieuwsblad in 1962. Na zijn dood fuseerde Coq al snel met de Smit Nijmegen-groep, die in 1969 samenging met Holec. Nadat de vakbonden nog actie hadden gevoerd voor het behoud van arbeidsplaatsen, verhuisde het bedrijf in 1982 van Utrecht naar Amersfoort, waar Holec zich concentreerde. De Jaarbeurs kocht de oude fabriekspanden aan de Kanaalweg en liet die omstreeks 1990 afbreken. Er kwam een parkeerplaats voor 1400 auto’s met een brug over het Merwedekanaal.
3 Reacties
ReagerenLeuk artikel Arjan. Als leerling ben ik daar in 1972 aan de slag gegaan. Economisch een lastige periode met olie crisis en werkloosheid. Het was een mooi technisch bedrijf waar je je goed kon ontwikkelen.
Grappig: het terrein van Coq was eigenlijk een eiland gevormd door een oude (Leidsche) Rijn meander en het zojuist gegraven Merwedekanaal, dat was medio jaren ’50 nog zichtbaar (zie Topotijdreis).
Wat een leuke reportage, ik deed daar mijn bemetel opleiding.
Fantastische tijd met leuke collega’s en een zeer leuke leermeester.
Gerard