Verdwenen fabrieken: Tegelfabriek ‘Holland’ op Rotsoord | De Utrechtse Internet Courant Verdwenen fabrieken: Tegelfabriek ‘Holland’ op Rotsoord | De Utrechtse Internet Courant

Verdwenen fabrieken: Tegelfabriek ‘Holland’ op Rotsoord

Verdwenen fabrieken: Tegelfabriek ‘Holland’ op Rotsoord
De fabriek in 1920, kort na verkoop aan UMS (Het Utrechts Archief)
Langs de Vaartsche Rijn stonden vanouds veel steenovens en dakpannenfabrieken. Die waren sinds de 18e eeuw gevestigd op of bij buitenplaatsen, waarvan Rotsoord er één was. Naast grofkeramiek (zoals bakstenen en pannen) werden er ook ‘muursteentjes’ gemaakt: wandtegels, die veel aftrek vonden in het buitenland. Behalve het grove vorm- en bakwerk waren daarvoor ook verfijnde beschilderingen nodig, een ambacht apart. Dat gold des te meer voor het plateel dat er vanaf eind 19e eeuw werd geproduceerd: modieus sieraardewerk zoals vazen en serviezen.

Langs de Vaartsche Rijn stonden vanouds veel steenovens en dakpannenfabrieken. Die waren sinds de 18e eeuw gevestigd op of bij buitenplaatsen, waarvan Rotsoord er één was. Naast grofkeramiek (zoals bakstenen en pannen) werden er ook ‘muursteentjes’ gemaakt: wandtegels, die veel aftrek vonden in het buitenland. Behalve het grove vorm- en bakwerk waren daarvoor ook verfijnde beschilderingen nodig, een ambacht apart. Dat gold des te meer voor het plateel dat er vanaf eind 19e eeuw werd geproduceerd: modieus sieraardewerk zoals vazen en serviezen.

In 1855 kocht Johannes Schillemans (1820-1879) uit Roozendaal de dakpannen- en vloertegelbakkerij Rotsenburg met bijbehorend herenhuis aan de Vaartsche Rijn. Een jaar later breidde hij het bedrijf uit met een ‘muursteentjesfabriek’. Hiervoor nam Schillemans werknemers over van een opgeheven tegelfabriek aan het Lucasbolwerk. De wandtegels sloegen aan in binnen- en buitenland; ze werden geëxporteerd naar Zuid-Amerika en Nederlands-Indië. In 1862 kocht Schillemans de naastgelegen buitenplaats Rots-Oort aan om zijn complex verder uit te breiden.

Na Johannes’ overlijden in 1879 zette zoon Hubertus Schillemans (1859-1916) het bedrijf voort. Net als zijn vader was hij lekenlid van het Utrechtse Bernulphusgilde, waarin geestelijken, architecten en kunstenaars samenwerkten aan de bouw van katholieke kerken naar middeleeuws voorbeeld. Dit leverde Schillemans vele opdrachten op. Architect Alfred Tepe ontwierp de kerkgebouwen en sierkunstenaar Willem Mengelberg de interieurs, met daarin ook ‘keramische tapijten’ (tegeltableaus) in neogotische stijl. Aan de woningen van Mengelberg en Tepe aan de Maliebaan 80-82 zijn ook tegeltableaus van Schillemans te vinden.

Plateelbakkerij

In 1893 besloot Hubertus Schillemans de tegelfabriek te moderniseren en uit te breiden op de plek van het oude huis Rotsenburg. Daarbij hoorde de installatie van zestien gasgestookte ovens met een hoge schoorsteen en van een stoommachine. Tijdens de bouw kon de ondernemer zijn rekeningen echter niet meer betalen en ging het bedrijf failliet. Schillemans vertrok met stille trom naar Indië. De fabriek werd in 1894 overgenomen door Jan Willem Mijnlieff (1862-1940), steenfabrikant van De Liesbosch verderop aan de Vaartsche Rijn.

Mijnlieff begon de Plateelbakkerij ‘Holland’ om met sieraardewerk (zoals vazen en borden) te concurreren met de Haagsche Plateelfabriek Rozenburg. Daarvoor wist hij twee bekende plateelschilders van Rozenburg binnen te halen: Johannes Karel Leurs (1865-1936) en Jan Carel Heytze (1873-1943). Plateel of faience (geglazuurd aardewerk dat enigszins op porselein lijkt) werd voor het glazuren met de hand beschilderd, vaak met modieuze motieven uit de art nouveau. Bij ‘Holland’ waren die beschilderingen nog uitbundiger dan bij Rozenburg. In 1895 verrees er naast de fabriek een nieuw schildersatelier met modern zaagtanddak voor goed daglicht van boven (nog altijd aanwezig als onderdeel van het Pastoe-complex). Ook de tegelfabricage had succes met door Jac. van den Bosch (1868-1948) geïntroduceerde dessins voor lambriseringen en portieken.

Tekst loopt door onder de foto

Het schildersatelier van ‘Holland’ (Historische Kring Tolsteeg-Hoograven)

Tegeltableaus

In 1901 voegde Mijnlieff de tegelfabriek formeel samen met de plateelbakkerij onder de naam Faïence- en Tegelfabriek ‘Holland’. Theo Molkenboer (1871-1920) trad aan als artistiek leider. Uit deze periode zijn in 2018 bij opgravingen op Rotsoord veel ongeglazuurde aardewerkscherven gevonden met ontwerpschetsen in potlood en houtskool, prototypes dus. Daaronder waren ook ontwerpen van H.P. Berlage.

In 1903 was de fabriek toe aan uitbreiding; de zestien oude ovens werden vervangen door twee grote en zes kleinere exemplaren. Na een faillissement maakte het bedrijf in 1906 een doorstart als NV Tegelfabriek ‘Holland’. Mijnlief besloot zich nu helemaal op de tegelproductie te concentreren; sieraardewerk werd niet meer gemaakt. ‘Holland’ was vooral succesvol met tegeltableaus voor winkels, zoals voor kruideniersketen De Gruyter naar ontwerp van Hermanus Oostveen (1879-1978). Ook gelegenheidstableaus voor bijvoorbeeld bedrijfsjubilea waren veelgevraagd. Op veel plekken in het land zijn nog tegels met het opschrift ‘”Holland” Utrecht’ terug te vinden aan gevels of in (voormalige) winkelinterieurs.

Tekst loopt door onder de foto

Detail tegeltableau in Zuiderzeemuseum, Enkhuizen (Wikimedia Commons)

In het topjaar 1912 telde de tegelfabriek maar liefst honderd werknemers. In 1916 waren het er nog maar tien. Voor het bedrijf dat veel exporteerde bleek de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog funest. Directeur Mijnlieff besloot zich weer helemaal te gaan wijden aan zijn steenfabriek De Liesbosch. In 1917 stopte de tegelproductie en het jaar daarop volgde liquidatie. Het fabriekscomplex werd gekocht door Frits Loeb van de Utrechtsche Machinale Stoel- en Meubelfabriek (UMS), die een paar jaar eerder begonnen was aan de Ganzenmarkt en later bekend werd met de naam Pastoe. Het einde van Tegelfabriek ‘Holland’ betekende nog niet het verdwijnen van de tegelproductie van Rotsoord. Een concurrent, de in 1844 opgerichte Faience- en Tegelfabriek Westraven, verhuisde in 1920 van de Jutfaseweg naar Rotsoord en kwam vlak naast de UMS-fabriek. Westraven zou daar nog tot 1985 bestaan, toen inmiddels een dochteronderneming van De Porceleyne Fles uit Delft.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

9 Reacties

Reageren
  1. Herman Nieuwdorp

    Interessant artikel !!

  2. Massegast

    In mijn keuken gebruik ik een oude bloempot van de fabriek Westraven voor mijn koffie-cups! Mijn persoonlijke ode aan deze verdwenen Utrechtse industriële bedrijvigheid. Het Centraal Museum is in bezit van een – naar mijn smaak – prachtig schilderij (ca 1885) van Anthon van Rappard, wat de steenfabriek “Ruimzicht” aan de Vaartsche Rijn (ter hoogte van ‘t Goylaan) laat zien. Mooie screensaver trouwens voor Utrechtofielen.

  3. Stadsverkenner

    Weer een mooi stuk van Arjan en aanvulling voor de geschiedenis van de stad. Ik dacht alleen dat UMS was begonnen aan de Oosterkade?

  4. Ton Hooft

    Het is weer een mooi verhaal met veel links naar nog meer moois, dank Arjan! Ook dank aan Peter Sprangers/HKTH voor de mooie bijdragen!

  5. Charles

    Leuk artikel! Zo ben ik nog steeds op zoek waar de aardewerk fabriek van mijn oom Piet Mooij op Rotsoord (1945-1947?) heeft gestaan waarvan ik de originele bedrijfsfoto’s heb maar geen adres. Later verhuisde hij naar de Strosteeg waar ik als kind op de draaischijven speelde en op de plantenmarkt misbaksels verkocht om aan zakgeld te komen, helaas verwoeste een grote brand op 2 mei 1957 de fabriek in de Strosteeg. Een leuk detail is dat Piets moeder een Weijers was die een broer Kees Weijers had die glazuurder was bij o.a. Sint Lucas. Ook de naam Heijtze kom ik tegen en vermoedelijk is hij of Kees Weijers de maker van het Sint Lucas spaarpotje met de naam Pietje dat destijds gemaakt is bij de geboorte van mijn oom Piet in 1915.

  6. Nina

    Bedankt weer, Arjan!
    Heel erg interessant.

  7. Abe

    @Charles, dat was waarschijnlijk een stukje verderop aan de Vaartsche Rijn. Even zoeken geeft meer info, zie “Peter Mooy’ s Aardewerkfabriek is gevestigs geweest in het oostelijk deel van het oude baksteenovengebouw van Van Arkel (Rijn en Veldzicht) te Utrecht”

    http://www.capriolus.nl/nl/content/mooy-s-aardewerkfabriek-peter

  8. Ab

    @Charles: Het Utrechts archief heeft misschien interesse in originele foto’s. Voor informatie over het opslaan van materiaal in het archief zie
    https://hetutrechtsarchief.nl/uw-materiaal-in-ons-archief

  9. Marcel Gieling

    Beste Arjan, Mooi verhaal en mooie geschiedenis van deze Utrechtse aardewerkfabriek..

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).