In het voormalige postkantoor Achter de Dom 14 huisde in de jaren zeventig niet alleen Museum van Speelkok tot Pierement, maar daarboven ook Hedendaagse Kunst Utrecht. Toen Speelkok naar de Buurkerk vertrok kreeg het kunstmuseum zelfs de beschikking over het hele gebouw. In 1989 zou Hedendaagse Kunst opgaan in het Centraal Museum.
De uit kunstenaars en kenners bestaande Utrechtse Museumcommissie adviseerde in 1964 om een gemeentelijke verzameling hedendaagse kunst te beginnen, los van het Centraal Museum. Actuele kunst moest een eigen plek en een eigen budget krijgen, omdat die in het Centraal Museum onvoldoende aan bod kwam. Dat lag vooral aan de toenmalige directeur Elisabeth Houtzager, die weinig had met hedendaagse kunst en bovendien nogal eigenzinnig was. Vanaf 1966 werd er geld gereserveerd op de gemeentebegroting voor de aankoop van actuele kunst, met als nadrukkelijke voorwaarde dat dit niet door mejuffrouw Houtzager uitgegeven mocht worden. In 1969 werd de Verzameling Hedendaagse Kunst opgericht als onderdeel van het Bureau Culturele Zaken. Wouter Kotte, gemeentelijk consulent kunsteducatie, werd directeur.
De gemeente bestemde Achter de Dom 12-14 tot museumgebouw toen Museum Speelkok en het Goud- en Zilvermuseum in 1970 moesten vertrekken uit het Catharijneconvent, dat verbouwd werd tot een nieuw museum over christelijke kunst. Daarbij kreeg Hedendaagse Kunst Utrecht ruimte op de eerste verdieping. De drie musea moesten Achter de Dom een ‘toeristisch attractief geheel’ vormen, maar in de praktijk zouden ze heel verschillende doelgroepen aantrekken.
Figuratie en fotorealisme
Hedendaagse Kunst Utrecht werd in mei 1970 geopend. Op het affiche voor de eerste tentoonstelling stond het schilderij Ik geloof toch dat we slecht weer krijgen van Age Klink uit 1968. Het stond symbool voor één van de drie internationale kunstrichtingen die het museum als focus koos, namelijk ‘figuratie in fusie‘. Hiermee werd veelzijdige kunst bedoeld die verwant was aan pop-art en nieuw-realisme. Behalve de genoemde kunstenaar waren bijvoorbeeld Roger Raveel en Antonio Segui vertegenwoordigd. De tweede kunststroming die aan bod kwam was het Amerikaanse fotorealisme of hyperrealisme met werken van Don Eddy, Duane Hanson en John Kacere. Als derde omvatte de collectie geëngageerde kunst die kritisch stond ten opzichte van de maatschappelijke verhoudingen. De drie gekozen kunstrichtingen hadden gemeenschappelijk dat ze zich afzetten tegen de abstract-expressionistische en abstract-geometrische kunst die in veel andere musea de boventoon voerde. Het meeste werk was uit eigen collectie; Kotte beschikte over een aankoopbudget van bijna 200.000 gulden.
Ondanks gratis toegang werd het museum op de verdieping werd niet erg druk bezocht. In 1978 voerden de medewerkers actie om Hedendaagse Kunst Utrecht onder te brengen in stadskasteel Oudaen aan de Oudegracht dat leeg stond, maar dit was tevergeefs. Wel verhuisde Museum Speelklok in 1984 naar de veel ruimere Buurkerk. Hedendaagse Kunst kreeg toen de beschikking over het gehele gebouw; in de ruimte met gietijzeren zuilen waar eerst draaiorgels stonden hingen nu de grote doeken en in de oude lokettenhal met geblokt marmeren vloer werd een tentoonstelling gehouden met werken van Andy Warhol, Keith Haring en Roy Lichtenstein. Ook had het museum een lunchcafé op de begane grond, waar actuele grafiek aan de wand hing.
Integratie
In 1982 werd de Dienst Gemeentelijke Musea opgericht waarin het Centraal Museum en Hedendaagse Kunst Utrecht werden ondergebracht. Dit was een eerste stap naar een uiteindelijke fusie. De directeur van het Centraal Museum — inmiddels was dit Lineke Janssens — werd hoofd van de dienst en Wouter Kotte van Hedendaagse Kunst haar plaatsvervanger.
Ondanks protesten van kunstenaars besloot de gemeenteraad in 1987, gedwongen door bezuinigingen van bijna een miljoen gulden, tot opheffing van Hedendaagse Kunst Utrecht als apart museum. B&W zegden daarbij toe dat het ‘eigen karakter van de verzameling’ behouden zou blijven binnen het Centraal Museum. Een jaar later werd Sjarel Ex als directeur aangesteld om de integratie van de twee musea te leiden. De nog jonge Ex had in Utrecht kunstgeschiedenis gestudeerd, vervolgens aan de Vrije Universiteit onderzoek gedaan naar De Stijl en in Amsterdam enkele exposities samengesteld. Eén van zijn eerste tentoonstellingen bij het Centraal Museum was in 1990 Landinwaarts, een gecombineerde opstelling van werken uit de verzameling van Hedendaagse Kunst Utrecht en de eigen collectie.
Sinds de samenvoeging verzamelt het Centraal Museum ook actuele kunst en worden werken uit de collectie Hedendaagse Kunst Utrecht regelmatig tentoongesteld. Momenteel hangt op de expositie Dromen in beton over Kanaleneiland en Hoog Catharijne — een interessante combinatie van geschiedenis, kunst en design — Blue Caddy van Don Eddy. Dit voorbeeld van Amerikaans fotorealisme is in 1972 door Hedendaagse Kunst Utrecht aangekocht.
3 Reacties
ReagerenMooi overzicht dat een beeld geeft van een tijd die niet eens zo heel lang geleden is. De opvallende kleur van de benedenzaal kan niet ongenoemd blijven. Wouter Kotte had iets tegen de ‘white cube’ en zweerde bij het groen van Granny Smith appels.
Het is goed om te weten dat in het Centraal Museum (CM) sinds 1969 de uit Tsjechië gevluchte conservator Dr. Libuse Brozek werkte die vanaf 1973 verantwoordelijk was voor wat toen de collectie Moderne kunst genoemd werd. Dat omvatte ook hedendaagse kunst van levende kunstenaars. Zo kocht Brozek (of eigenlijk Brozkova zoals ze volgens de Nederlandse gebruiken niet genoemd mocht worden en waar ze tegen fulmineerde) als eerste conservator regelmatig werk aan van Armando en kreeg de toen opkomende Marlene Dumas dankzij Brozek al in 1984 een overzichtstentoonstelling in het CM.
Dus het CM verzamelde allang voor 1988 hedendaagse kunst. Niet alleen in de jaren 1970 en 1980 tijden het conservatorschap van Libuse Brozek, maar ook ruim daarvoor toen werken van onder meer Pyke Koch, Joop Moesman of Erich Wichman werden verzameld. Naast aankopen kan een museumcollectie ook verrijkt worden met schenkingen en langdurige bruiklenen.
De episode van Kotte’s Hedendaagse Kunst Utrecht kan gezien worden als een korte onderbreking en onregelmatigheid in het bestaan van het CM.
@ George Knight: dank voor deze uitgebreide aanvulling!
Moderne kunst wordt hier afgeschilderd als een creatief aanbod waar geen animo voor is onder het grote publiek. Slechts een klein select gezelschap zou het aanspreken?