Behalve door de gemeente werden er ook scholen gebouwd door verenigingen. Die konden een religieuze grondslag hebben, maar bijvoorbeeld ook voortkomen uit ondernemerskringen die graag goede werknemers wilden opleiden. Zo ging het eind negentiende eeuw met de Ambachtsschool, de voorloper van de Lagere Technische School (LTS). In tegenstelling tot het soms negatieve imago van de latere LTS en het VMBO, stond het vakmanschap van de Ambachtsschool in hoog aanzien.
In 1872 stelde een commissie van de Vereeniging tot bevordering van Fabrieks- en Handwerksnijverheid voor om in Utrecht een driejarige ambachtsschool te beginnen, net als in Amsterdam en Rotterdam. De school was voor jongens vanaf 12 jaar ‘die verlangen opgeleid te worden tot bekwame ontwikkelde werklieden’. Er werd een vereniging opgericht die met inkomsten uit schoolgeld en subsidies de school beheerde. Men begon in 1877 met 22 leerlingen in het voormalige Oudemannenhuis in de Donkerstraat.
Architecten
Eind 1892 kocht vereniging De Ambachtsschool een stuk grond tussen de Maliesingel en het Schoolplein. Twee Utrechtse architecten kregen opdracht het nieuwe schoolgebouw te ontwerpen: Petrus Johannes Houtzagers (1857-1944) en Dirk Kruijf (1846-1921). Houtzagers was tevens directeur van de avondschool van het Museum voor Kunstnijverheid, dus hij had affiniteit met vakonderwijs. Gezien de neogotische stijl van het schoolgebouw, die Houtzagers ook toepaste aan sociëteit Sic Semper (hoek Trans-Nieuwegracht), was diens bijdrage aan het gevelontwerp het grootst. Kruijf ontwierp namelijk kort daarna het Ooglijdersgasthuis in neorenaissancestijl.
De Ambachtsschool kreeg een U-vormige plattegrond met de voorgevel aan de korte zijde. Daarachter kwamen praktijklokalen en een binnenplaats. Het kolossale, wat op een klooster lijkende gebouw verrees terzijde van de bestaande huizen aan de Schoolstraat, waarnaar de overgang werd gevormd door een bijpassende directeurswoning, eveneens door Houtzagers en Kruijf ontworpen.

Bij de bouw deden leerlingen en docenten veel zelf, om kosten te besparen en om van te leren. Ze namen kozijnen, betimmering, ijzerwerk en schilderwerk voor hun rekening. Ook de voordeur met houtsnij- en siersmeedwerk werd in 1894 door leerlingen gemaakt, evenals de deur van de directeurswoning met smeedijzeren brievenbus en deurklopper. Het jaar daarop vervaardigden leerlingen het ijzeren afsluithek rond de school. En in 1897 nog verzorgden ze de sierlijke aankleding van de directeurskamer: betimmering, beschildering, smeedwerk en meubilair.
Directeur van de Ambachtsschool was vanaf 1890 Lambertus van Essen (1864-1933). Hij zou meer dan veertig jaar die functie bekleden en daarvoor nog een koninklijke onderscheiding ontvangen. Enige tijd onderdirecteur was Piet Klaarhamer (1874-1954), docent materialenkennis en vormtekenen aan de Ambachtsschool en daarnaast architect en meubelontwerper. De jonge Gerrit Rietveld volgde bij hem privélessen.
Een goed beeld van het onderwijs aan de Ambachtsschool geeft een jubileumboek uit 1902, waarvoor Jean Jacques Antoine van Winsen (1851-1927) fraaie foto’s maakte. We zien de timmerwerkplaats, de smederij, de schilderswerkplaats, het praktijklokaal voor rijwieltechniek, de machinebankwerkerij en een buitenwerkplaats voor steigerbouw. Verder waren er verschillende tekenlokalen: voor elementair vaktekenen, vormtekenen voor smeden, vaktekenen voor schilders en constructieleer voor timmerlieden. Die laatste zaal had grote tekentafels met licht van boven via dakramen. In de andere zalen waren veel voorbeeldornamenten om na te tekenen en op een kast stond de aansporing ‘Willen is Kunnen’. En de ‘Schaftkamer der buitenjongens’ was bedoeld voor leerlingen van buiten de stad die niet thuis konden gaan lunchen.
Uitbreiding en naamswijziging
In de loop der tijd kreeg de school verschillende uitbreidingen die reikten tot aan de singel. Aan de conciërgewoning werd in 1915 een kantine vastgebouwd. De huizen Maliesingel 7, 8 en 9 sneuvelden in 1926 ten behoeve van extra lokalen. In deze periode werd de naam Ambachtsschool gewijzigd in Nijverheidsschool voor de Technische Vakken en Technische Cursussen.

In 1937 vierde de school het 60-jarig bestaan. De minister van Onderwijs kwam langs, samen met de commissaris der Koningin. In een geïllustreerd tijdschrift stond: ‘Als hij nu maar niet zenuwachtig wordt! Onder ‘s ministers oog is deze leerling in de wagenmakerij aan den arbeid; rustig past hij de band om de spaken, alsof elken dag ministers de school bezoeken.’ Het blad wist ook te melden dat de school met z’n tijd meeging door automonteurs op te leiden.
Na de Tweede Wereldoorlog werd nog een opleiding tot kok en kelner toegevoegd. De gerechten serveerden de leerlingen in een eigen restaurant in de school. Kookdocent Adri Hazebroek (1910-1990) gaf volgens een fotobijschrift demonstraties van het ‘bereiden van een niet schiftende mayonaise’ en zijn leerlingen maakten in 1960 een ‘bruidstaart voor de dochter van de hoofdadministrateur van de school, mej. T. van Paassen’. De koksleerlingen van Hazebroek verzorgden ook banketten in opdracht, zoals in 1969 op een jubileumfeest bij de Rijksuniversiteit Utrecht.
Lang was de opleiding aan het Schoolplein de enige technische school in Utrecht. Maar in 1961 begon de vereniging een 2e Lagere Technische School (ir. J.D.M. Bardetschool) aan de Lieven de Keylaan in Zuilen. Ook de naam van de Ambachtsschool/Nijverheidsschool zelf veranderde in deze jaren in Lagere Technische School (LTS).
In 1974, toen de school ongeveer duizend leerlingen telde, luidde vakbond NVV de noodklok over slechte staat van het gebouw uit 1894. Het dak lekte, de riolering stonk en de verwarming haperde. Na tachtig jaar was het tijd voor een ander onderkomen. Eind 1977 kon prins Claus het nieuwe schoolgebouw openen aan de Ina Boudier Bakkerlaan 7.
De schoolvereniging verkocht het oude pand aan de gemeente. Het werd gesloopt voor nieuwbouwwoningen aan het Joke Smitplein, in 1986 de nieuwe naam voor dat deel van het Schoolplein. Op nummer 199 staat nog de originele directeurswoning door Houtzagers en Kruijf, met daaraan een deel van het door leerlingen gemaakte hek uit 1894. Ook de conciërgewoning Maliesingel 11A herinnert nog aan de Ambachtsschool.

8 Reacties
ReagerenPotverdikkie, wat is er een prachtig gebouw tegen de vlakte gegaan, zeg…
Wederom geweldig verhaal!
Hopelijk zijn er nog genoeg series “ verdwenen “ en kunnen we nog lang van deze verhalen genieten. Het beste dat Duic te bieden heeft.
Helaas helaas. Een fraai neogotisch gebouw verdwenen; non-descripte armoedige appartementjes daarvoor in de plaats.
Zoals altijd weer genoten van verhaal, links en plaatjes, dank Arjan! Erg leuk en bijzonder ook die familiewebsite over architect Houtzagers!
Dat was in een tijd dat ambachtslieden als vakmensen werden gewaardeerd. De neergang begon vanaf het moment dat ‘Ambachtscholen’ ‘Lagere Technische Scholen’ werden genoemd, wat feitelijk een diskwalificatie betekende. Wie wil er nu naar een ‘lagere’ school…. Hoogste tijd om vakopleidingen en vaklui weer veel meer te gaan waarderen.
Wat een prachtig verhaal: leerlingen betrekken bij de bouw van hun eigen school!
Vroeger was lang niet alles beter, maar sommige dingen wel.
Toen waren er nog echt scholen waar je een vak kon leren. Jammer dat ze de LTS niet meer bestaat, terwijl er juist nu veel valkliederen nodig zijn.
Wat was het een mooi gebouw.
Van 1964 t/m 1966 op deze school gezeten, was een mooi maar ook toen al een oud gebouw en er groot, in het begin zoeken naar alle nummers met lokalen.
Goed ouderwijs genoten op deze school, gelijk naar de 2e klas algemeen jaar en daarna 2 jaar elektro, later nog opleiding elektronica gevolgd bij Rens & Rens, avondopleiding in de Hamburgerstraat.
Opleiding LTS zou zo weer terug moeten komen voor een prima fundering in een technische opleiding.