Verdwenen schoolgebouwen: IVO-school P.F. van Overbeeke aan de Barnsteenlaan Verdwenen schoolgebouwen: IVO-school P.F. van Overbeeke aan de Barnsteenlaan

Verdwenen schoolgebouwen: IVO-school P.F. van Overbeeke aan de Barnsteenlaan

Verdwenen schoolgebouwen: IVO-school P.F. van Overbeeke aan de Barnsteenlaan
Entree met keramisch kunstwerk aan de Barnsteenlaan 6 (Het Utrechts Archief)
IVO stond voor Individueel Voortgezet Onderwijs. Leerlingen volgden er onderwijs ‘naar eigen aard en tempo’ en deden geen eindexamen. In plaats daarvan maakten ze eindproeven wanneer ze met een vak klaar waren. Ze kregen uiteindelijk een speciaal IVO-diploma dat gelijkstond aan ulo- en later mavo-niveau. De P.F. van Overbeekeschool, genoemd naar de gemeentelijke onderwijsinspecteur die voor de invoering had gestreden, was de eerste IVO-school van het land. Er zouden er enige tientallen volgen, waarvan nog twee in Utrecht. 

IVO stond voor Individueel Voortgezet Onderwijs. Leerlingen volgden er onderwijs ‘naar eigen aard en tempo’ en deden geen eindexamen. In plaats daarvan maakten ze eindproeven wanneer ze met een vak klaar waren. Ze kregen uiteindelijk een speciaal IVO-diploma dat gelijkstond aan ulo- en later mavo-niveau. De P.F. van Overbeekeschool, genoemd naar de gemeentelijke onderwijsinspecteur die voor de invoering had gestreden, was de eerste IVO-school van het land. Er zouden er enige tientallen volgen, waarvan nog twee in Utrecht. 

De IVO-school was in 1958 begonnen in noodlokalen met 50 leerlingen. Na twee jaar was de eerste fase van het nieuwe gebouw aan de Barnsteenlaan in Tolsteeg in gebruik genomen. Pas in 1964 volgde bij het tweede bouwdeel de officiële opening. Het was de naamgever van de school zelf die de vlag mocht hijsen. Pieter François van Overbeeke (1896-1974) was ‘een der mensen die de stoot tot het individueel onderwijs heeft gegeven. Het is zijn verdienste dat er in Utrecht onderwijsvernieuwing tot stand kon komen’, zo sprak wethouder Jan de Nooij.

Anders dan gebruikelijk waren ook alle leerlingen aanwezig bij de openingsplechtigheid. ‘Leerlingen horen bij de organisatie van een school’, vond het schoolhoofd Pieter Hendrik van Os (1908-1969), die van de Werkplaats Kindergemeenschap in Bilthoven kwam. De oudste groepen mochten de bezoekers rondleiden door het gebouw. ‘Ook voerden leerlingen een revuetje op in de aula, waarin de geschiedenis van het IVO in Utrecht werd uitgebeeld.’

Klaslokaal en ‘vrijwerklokaal’ met IVO-leerlingen, 1960. (Het Utrechts Archief, L.H. Hofland)

Elegant schoolgebouw

De school telde bij de opening 323 leerlingen. Twaalf leerkrachten gaven er les in zeven klaslokalen, drie vaklokalen en een gymzaal. Er was een zogenaamd vrijwerklokaal en de aula beschikte over een toneelpodium. En een krant schreef: ‘Een eind verwijderd van het hoofdgebouw staat een kleiner gebouwtje dat Het Buitenbeentje is gedoopt. Hier kunnen de kinderen zich oefenen in de expressievakken en zoveel lawaai maken als zij willen.’ De creatieve vakken werden erg belangrijk gevonden. Dat bleek ook uit het grote kunstwerk bij de entree: het keramische wandreliëf Icarus’ Vlucht als ‘symbool van de onbezonnenheid van de jeugd’. Het was ontworpen door Nicolaas Wijnberg en uitgevoerd door de Porceleyne Fles in Delft. De IVO-school werd bij de leerlingen geliefd om de prettige, vrije sfeer en om de klassenfeesten en werkweken in het bijzonder. Een van de leerlingen was Herman van Veen.

Het elegante schoolgebouw, gelegen naast een Rietveld-flat, beschikte over twee binnenplaatsen (patio’s), was opgetrokken uit lichte baksteen en voorzien van veel glas. Behalve door het kunstwerk werd de ingang ook gemarkeerd door een bakstenen schoorsteen annex toren. Een hellingbaan leidde naar de fietsenkelder. Het gebouw was een ontwerp van gemeente-architect Henk Dam (1921-2022). Hij had in Delft bouwkunde gestudeerd en werkte van 1950 tot 1982 bij de dienst Openbare Werken van de gemeente Utrecht. Dam ontwierp verschillende schoolgebouwen, zoals de MTS aan de Oudenoord, en bijvoorbeeld de stadsbussenremise aan de Europalaan en het verpleeghuis Albert van Koningsbruggen.

De bouwtekeningen voor de Van Overbeekeschool werden in 1960-1964 uitgewerkt door Klaas Kos (1926-2022), bouwkundige bij Openbare Werken. Kos zou later bekend worden als actief lid van de werkgroep Directe Voorzieningen en bedenker van bijvoorbeeld de ijsbaan op het Vredenburg, de Loertoeter op de Mariaplaats, de ligstoelen op het Lepelenburg en de replica van het Utrechts schip aan de Van Hoornekade. Zijn baas Henk Dam vond toen dat Kos een veel te grote broek aantrok.

Overzicht Van Overbeekeschool met rechts de Rietveldflat (Het Utrechts Archief)

Jenaplan en Middenschool

Met de komst van de pedagoog Herman Passchier (1919-2009) als directeur brak in 1970 een tweede bloeiperiode aan op de P.F. van Overbeekeschool. Passchier was muziekleraar bij de Werkplaats Kindergemeenschap en actief bij de Nederlandse Mozart Vereniging. Ook had hij een passie voor botanie. Hij maakte van de Van Overbeekeschool de eerste Jenaplan-school voor voortgezet onderwijs in Nederland. Volgens een rapport hield het in dat ‘door het hanteren van het Jenaplanconcept (de pedagogische situaties van gesprek, spel, werk en viering) uit het kringgesprek het werk wordt ontwikkeld en, ook op speelse wijze, de opgedane ervaringen in een belevingssfeer tot viering worden.’ Verder voerde Passchier een leerlingenparlement in en mentorgroepen.

De directeur haakte aan bij de politieke beweging in de jaren zeventig die streefde naar een Middenschool: alle leerlingen, ongeacht niveau, volgden drie jaar lang dezelfde geïntegreerde opleiding. Doel was het standenonderwijs te doorbreken. De Van Overbeekeschool werd landelijk een van negen experimenteerscholen. Passchier organiseerde onderwijsconferenties in de Van Overbeekeschool en stelde daarover in 1982 een publicatie samen met de ingewikkelde maar veelzeggende titel: ‘Hoe slaan we de vonk uit de stroeve materie. De muzisch-creatieve levensgemeenschapsschool als IVO-school, Jenaplan-school en Middenschool: geïntegreerd voortgezet onderwijs in leergebieden’.

Middenschoolleerlingen in 1982 (Nationaal Archief, M. Antonisse)

‘Haalt de middenschool 1986?’ kopte het jaar daarvoor een krant. Hoewel het experiment niet werd uitgebreid, noemde de P.F. van Overbeekeschool zich nog tot 1992 ‘Middenschool voor geïntegreerd voortgezet onderwijs’. De Wet op de Basisvorming maakte toen de toekomst onduidelijk en datzelfde jaar voerde Utrecht een grote fusie door in het openbaar voortgezet onderwijs. Alle scholen, behalve het Stedelijk Gymnasium, moesten opgaan in twee scholengemeenschappen: het Prisma- en het Spectrum College. Het volgende schooljaar werden geen eersteklassers meer toegelaten tot het IVO.

In 1995 verhuisden de overgebleven leerlingen naar de ‘locatie Thorbecke‘ van Spectrum in Overvecht, al snel Thorbecke College genoemd. Daar konden leerlingen nog enkele jaren kiezen voor META-mavo (‘Met Eigen Tempo en Afsluiting’). In 1997 volgde de sloop van het gebouw aan de Barnsteenlaan. Ook de keramiekwand van Nicolaas Wijnberg ging aan gruzelementen. Er verrees het project De Tolburg met 62 woningen van ontwikkelaar Volker Stevin.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

3 Reacties

Reageren
  1. Herman

    Mooi stuk, dank je wel! De link waarin Dam het over de te grote broek heeft is ook vermakelijk!

  2. Wouter

    Fijne school met name de werkweek naar
    de Wierschuur op Terschelling.

  3. Bennie

    Heb hem nog geschilderd winter van 1979 2as lekker warm binnen buiten pak sneeuw.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).