Verdwenen schoolgebouwen: Jules Verneschool aan de Opzoomerstraat in Ondiep Verdwenen schoolgebouwen: Jules Verneschool aan de Opzoomerstraat in Ondiep

Verdwenen schoolgebouwen: Jules Verneschool aan de Opzoomerstraat in Ondiep

Verdwenen schoolgebouwen: Jules Verneschool aan de Opzoomerstraat in Ondiep
Voorgevel van de school in 1919 (Het Utrechts Archief)
De architect maakte de voltooiing van het schoolgebouw in Ondiep zelf niet mee. Frits Loeb overleed in januari 1919 aan de Spaanse griep, terwijl de school op de hoek Mariëndaalstraat-Opzoomerstraat pas in juli gereed kwam. Loeb had nog geen vier jaar als gemeente-architect in Utrecht gewerkt. Toch liet hij de stad enkele bijzondere schoolgebouwen na, zoals de Mecklenburgschool (De Wilg) en de school aan de M.P. Lindostraat (De Zwaluw). Die twee gebouwen bestaan nog, al hebben ze een andere functie. Dat geldt helaas niet voor Loebs schoolgebouw aan de Opzoomerstraat.

De architect maakte de voltooiing van het schoolgebouw in Ondiep zelf niet mee. Frits Loeb overleed in januari 1919 aan de Spaanse griep, terwijl de school op de hoek Mariëndaalstraat-Opzoomerstraat pas in juli gereed kwam. Loeb had nog geen vier jaar als gemeente-architect in Utrecht gewerkt. Toch liet hij de stad enkele bijzondere schoolgebouwen na, zoals de Mecklenburgschool (De Wilg) en de school aan de M.P. Lindostraat (De Zwaluw). Die twee gebouwen bestaan nog, al hebben ze een andere functie. Dat geldt helaas niet voor Loebs schoolgebouw aan de Opzoomerstraat.

De Mecklenburgschool had in 1918 veel waardering geoogst. Zo verscheen er een lovend stuk in het baksteen-vakblad Klei door de Amsterdamse architect Albert Boeken. Hetzelfde blad schreef twee jaar later over de nieuwe school aan de Opzoomerstraat: ‘Met de afbeeldingen van het laatste werk van den architect Ir. Loeb voor zich, ziet men dat deze jonge, veelbelovende bouwmeester in dit, zijn laatste bouwwerk, zich volkomen heeft gehandhaaft op de plaats die Ir. Boeken hem in de ontwikkeling van de moderne Nederlandsche bouwkunst terecht heeft toegekend.’ Ook sprak men van ‘zijn helaas te vroegen dood.’

De school was gebouwd op een terrein tussen de Royaars van Den Hamkade en het Van Beuningenplein. Dat plein (plantsoen) bood vrij zicht op de school vanaf de Amsterdamsestraatweg. Op het achterste deel van het terrein aan de Royaars van Den Hamkade stond sinds 1916 een fröbelschool.

Dit gebouw met trapgevels staat er nog en is nu een moskee. Ernaast, aan de Joan Röellstraat, stond ook nog een openbare school en aan de overkant van de Opzoomerstaart zou in 1923 de Nederlands-Hervormde Gemeenteschool (Thorbeckelaan) gebouwd worden. Het gebied was dus een scholeneiland.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Zuilengalerij naar de gymzaal met gemetselde gewelven (Het Utrechts Archief)

Materialen en kleur

Loeb had een symmetrisch gebouw ontworpen met een verhoogd middendeel. De voorzijde, die uitzag op het Van Beuningenplein, was statig. De achterzijde was heel anders door de toevoeging van een kunstig gemetselde zuilengalerij die wel wat op een kloostergang leek. Die galerij leidde met een hoek van 90 graden naar de gymzaal en omsloot het schoolplein aan de westzijde, terwijl dat ten noorden begrens werd door de andere schoolgebouwen.

‘De materialen zijn uitwendig gele Friesche steenen en grijze pannen, inwendig zijn de gangen bekleed met crème verblendplaatjes en dof bruine banden’, zo schreef het baksteen-vakblad. Binnen beschikte de school over een fraai trappenhuis met geglazuurde steenbanden tussen het metselwerk. ‘Trap en leuning zijn van gele Friesche steenen met Amerikaans grenen dektreden.’

Het schoolgebouw bevatte zeven lokalen, waarvan twee op de verdieping, waar ook nog een aparte ‘teekenklasse’ was. ‘De lokaalmuren zijn gekleurd in okerkleur; in elk lokaal is van terracotta een waschbak aangebracht.’ Bovenin de klaslokalen was rondom een kleurig fries gemaakt met dierfiguren.

Loeb had ook de kleuren van al het schilderwerk goed doordacht, met een levendig resultaat: ‘Het buitenverfwerk is diep ultramarijn blauw voor de kozijnen en het hekwerk, terwijl ramen en deurpaneelen oranjebruin zijn. Inwendig is het kozijnhout en randhout donker groen, de ramen en deurpaneelen licht bruin met witte omranding.’

Tekst loopt door onder de afbeelding

Klaslokaal met decoratief fries met dierfiguren (Het Utrechts Archief)

Opnieuwbouw

Het duurde even voordat er een hoofd was gevonden voor de nieuwe school. Het werd Willem Schuileman (1876-1947), die al zo’n twintig jaar onderwijzer was op verschillende Utrechtse scholen, onder meer bij het handelsavondonderwijs. Schuileman was zeer muzikaal en genoot in Utrecht bekendheid als koordirigent, volkszangleider en aanvoerder van de vele aubades met schoolkinderen op nationale feestdagen. Hij was ook actief in oranjeverenigingen en zou voor deze activiteiten later een ridderorde ontvangen.

Op een feestavond die de oudercommissie van de school in 1923 organiseerde, ‘klonk onder leiding van het hoofd der school helder en lief’ de cantate ‘De schoonste feestdag’ van de Utrechtse componiste Catharina van Rennes. Na afloop werden bloemen aangeboden ‘aan de jongejuffrouw M. Schuileman, die de cantate op muzikale wijze had begeleid’. Schuilemans dochter Maria was toen 15 jaar. Het schoolfeest werd verder opgeluisterd door een ingehuurde goochelaar en een voordrachtskunstenaar, terwijl in de pauzes ‘de damesleden der oudercommissie zich beijverden de smulgrage kindermondjes aan het werk te houden’, volgens het Utrechtsch Nieuwsblad.

Omstreeks 1930 kreeg de Openbare Lagere School Mariëndaalstraat, zoals-ie tot dan toe bekend stond, een echte naam: de Jules Verneschool, naar de Franse ‘vader van de sciencefiction’ die zich ook had ingezet voor goed onderwijs. Later veranderde het adres van Mariëndaalstraat in Opzoomerstraat, waar inmiddels een ingang was gemaakt.

In 1985 liet de gemeente Utrecht een inventarisatie maken van ‘jongere bouwkunst in Utrecht’ met monumentale panden uit de periode 1850-1940. De Jules Verneschool heette daarin ‘van architectuurhistorisch belang’ en ‘stedebouwkundig belangrijk gesitueerd’. Dat mocht echter niet baten. In 1988 werd de school gesloopt en vervangen door nogal saaie nieuwbouw. Die voldeed kennelijk al niet meer toen in 2021 de nieuwe OBS Jules Verne verrees op de oude plek.

Volgens de ontwerpers is de nieuwbouw een knipoog naar het Rietveld-Schröderhuis, maar daar is wel heel veel fantasie voor nodig. Eerder vertonen het baksteekgebruik, de kozijnkleuren en de glazuurtegels enige verwantschap met het gebouw van Loeb, maar dat geldt niet voor de dozige hoofdvorm.

Gekoppelde berichten

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

3 Reacties

Reageren
  1. Ton Hooft

    Vóór de kwalificatie ‘jongere bouwkunst’ van deze school in 1985 was ze in 1931 ook al ‘gemeentelijk monument’. Zonde weer, vooral als je ziet dat er inderdaad ‘nogal saaie nieuwbouw’ voor in de plaats kwam. Dank weer voor een mooi verhaal Arjan!

  2. Daan

    Wat een mooie serie. Onvoorstelbaar wat een mooie gebouwen er gesloopt zijn in de loop der jaren. Jammer dat er geen kleurenfoto’s van lijken te zijn, je zou denken dat er voor 1988 toch ooit wel iemand op het idee is gekomen om dit mooie gebouw in kleur vast te leggen.

  3. Geenstijl@Utrecht

    Mooi stukje weer Arjan ….

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).