Ruim honderd jaar geleden werden in Utrecht de eerste moderne kleuterscholen gebouwd, destijds fröbelscholen genoemd. Eerder bestonden er wel bewaarscholen, maar die waren weinig kindvriendelijk en hadden nauwelijks speelvoorzieningen. De Openbare Fröbelschool aan de Vosmaerstraat (Nieuw Engeland) werd in 1916 met veel liefde ontworpen volgens de modernste principes van de openluchtschool. Alles was ingericht op spelen, zingen en knutselen.
Frits Loeb (1888-1919) werd in 1916 gemeente-architect in Utrecht. Hij zou die functie maar kort bekleden, want in 1919 stierf hij aan de Spaanse griep. Toch ontwierp hij meerdere mooie schoolgebouwen. Loeb kwam uit een liberaal-joods gezin in Den Haag; z’n vader was meubelhandelaar. Zijn gelijknamige neef, Frits Loeb (1889-1959), was de oprichter van UMS Pastoe.
Loeb werkte eerst in Rotterdam. In Utrecht raakte hij sterk geïnteresseerd in schoolgebouwen en onderwijsvernieuwing. Samen met Dr. E. Bonebakker, chef van de afdeling onderwijs van de gemeente Utrecht, maakte hij het boek Het Kleuterstehuis. Handleiding bij het bouwen van bewaar-scholen. Zij baseerden zich op de Engelse openluchtschool-beweging en de Duitse onderwijsvernieuwer Friedrich Fröbel. Kleuters moesten kunnen werken en spelen in lokalen met openslaande deuren en een veranda, zodat de klas goed kon luchten en de kinderen bij mooi weer geheel of half naar buiten konden.
Voor het boek maakte Loeb drie ideaalontwerpen, maar hij bracht zijn ideeën ook in de praktijk bij de Openbare Fröbelschool aan de Vosmaerstraat, geopend in 1917. Die stond achter de Openbare Lagere School aan de M.P. Lindostraat, eveneens ontworpen door Loeb. Dat gebouw bestaat nog wel en bevat nu appartementen en een Tai Chi-school.
Tekst loopt door onder de foto

Huppelen-naar-hartelust
Er kwamen aan de Vosmaerstraat vier geïntegreerde speel- en leslokalen, waar de iets eerder gebouwde openbare fröbelschool aan de Royaards van den Hamkade nog aparte speelruimtes had en lokalen met daglicht van één kant. Daar had men van geleerd; de Vosmaerstraat kreeg doorzon-lokalen waarin ook gespeeld werd. Er stonden lage kasten waarin de kinderen zelf hun spullen konden opbergen. Er was ook een vitrine om de knutselwerkjes in uit te stallen. Verder had Loeb als opdracht meegekregen: ‘…frissche levendige kleuren in ‘t gebouw, aan de buitenzijde en randvignetten in de lokalen bij voorkeur niet te hoog, zoodat de kinderen ze gemakkelijk kunnen zien’. Die randversieringen zijn zichtbaar op foto’s: sjabloonschilderingen van dieren zoals nijlpaarden, leeuwen en kamelen. Wel zaten die decoraties alsnog hoog.
Volgens Bonebakker en Loeb ‘doet de fröbelschool aan de behoefte der kinderlijke natuur aan stoeien en huppelen-naar-hartelust recht’. Er werd geknutseld, gezongen, met bal en tol gespeeld, in zand gegraven en gerend en gesprongen, zo veel mogelijk in de open lucht. Daarom had de school een speelplein dat eigenlijk één grote zandbak was, met een paviljoen om de speeltuigen in op te bergen. Er waren veranda’s om bij regen onder te spelen en openslaande deuren in de lokalen voor frisse lucht. Aan een buitengevel zat een fontein met een sierlijk reliëf, vergelijkbaar met de fontein aan de Mecklenburgschool (De Wilg), een ontwerp van Frits Loeb dat nog bestaat.
De fröbelschool was zo bijzonder dat in 1919 het geïllustreerde tijdschrift Panorama langskwam aan de Vosmaerstraat. Het blad publiceerde foto’s van kinderen op hun stoeltjes aan tafeltjes (ook een vernieuwing ten opzichte van schoolbanken) met de openslaande deuren wijdopen. Er stonden planten en bloemen in de klas. Een andere foto toonde spelende kinderen buiten in het zand, met daarachter de houten veranda’s waaraan bloembakken hingen.
Als hoofd van de nieuwe fröbelschool was Klasiena Smid (1877-1931) aangesteld, die daarvoor de bewaarschool aan het Paardenveld leidde. Kennelijk was er in Utrecht weinig onderwijzend personeel te vinden, want de andere aangestelde juffen kwamen uit Vlissingen, Den Haag, Leeuwarden en Nijmegen. Een van hen, Jacoba van der Laag (1885-1954), zou later hoofd worden toen mejuffrouw Smid om gezondheidsreden moest stoppen. Zij overleed in 1931.
Tekst loopt door onder de foto

Kleuterschool De Zwaluw
De fröbelschool was aanvankelijk een openbare school van de gemeente Utrecht. Het rijk financierde nog geen kleuteronderwijs. Toen de gemeente in de jaren twintig moest bezuinigen, werden er fröbelscholen gesloten. Die werden deels overgenomen door het departement Utrecht van de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen en de Utrechtse afdeling van de Vereeniging Volksonderwijs. Dat gebeurde aan de Boerhavelaan en in 1928 ook aan de Vosmaerstraat. Daarmee werd de fröbelschool van openbaar tot bijzonder onderwijs, maar wel met de aanduiding ‘neutraal’ ter onderscheid van religieuze scholen.
In de praktijk bleef men spreken van openbare fröbelschool. ‘t Nut organiseerde jaarlijks bazaars in het schoolgebouw ‘ten bate van het fröbelonderwijs’ (zoals ook gebeurde aan de Boerhavelaan). Pas in 1956 kwam er een wet die het kleuteronderwijs en de subsidiëring door de rijksoverheid regelde. Toen verdween de naam fröbelschool en was het voortaan de Openbare Kleuterschool De Zwaluw aan de Vosmaerstraat. Het speelplein werd bestraat en daar verrezen twee nieuwe lokalen.
Omstreeks 1980 werd de voormalige fröbelschool verbouwd tot buurthuis De Doorbraak voor Nieuw Engeland en het Verdomhoekje. Daarbij verdwenen veel oorspronkelijke elementen; de veranda’s waren eerder al verwijderd. Na de eeuwwisseling volgde sloop en in 2013 zijn op deze plek woningen gebouwd (Vosmaerstraat, Douwes Dekkerstraat, Van Lennepstraat).
1 Reactie
ReagerenBeste Arjan,
Wat een ontzettend mooi stuk over mijn geboorte buurt, fantastisch om te zien hoe dit mooie gebouw in de loop der jaren is veranderd.
Nu zijn er er woningen gebouwd, en in het hoofdgebouw appartementen.
M.v.g.