Verdwenen schoolgebouwen: Openbare Lagere School aan de Vlijtstraat in Utrecht Verdwenen schoolgebouwen: Openbare Lagere School aan de Vlijtstraat in Utrecht

Verdwenen schoolgebouwen: Openbare Lagere School aan de Vlijtstraat in Utrecht

Verdwenen schoolgebouwen: Openbare Lagere School aan de Vlijtstraat in Utrecht
Aquarel van de school aan de Vlijtstraat door Anthony Grolman, 1913 (Het Utrechts Archief)
In 2025 gaat deze serie over verdwenen schoolgebouwen in Utrecht. In de 19e en 20e eeuw zijn honderden scholen voor lager en voortgezet onderwijs gebouwd. Ze reflecteerden de ideeën van hun tijd over onderwijs en architectuur. Veel van deze schoolgebouwen zijn inmiddels gesloopt omdat de eisen veranderden, ze in slechte staat verkeerden of vanwege scholenfusies. Vaak is bij de afbraak geen rekening gehouden met de monumentale waarde. Inmiddels weten we dat scholen ook zonder sloop gemoderniseerd kunnen worden, zoals de prijswinnende transformatie van vakschool Nimeto laat zien.

In 2025 gaat deze serie over verdwenen schoolgebouwen in Utrecht. In de 19e en 20e eeuw zijn honderden scholen voor lager en voortgezet onderwijs gebouwd. Ze reflecteerden de ideeën van hun tijd over onderwijs en architectuur. Veel van deze schoolgebouwen zijn inmiddels gesloopt omdat de eisen veranderden, ze in slechte staat verkeerden of vanwege scholenfusies. Vaak is bij de afbraak geen rekening gehouden met de monumentale waarde. Inmiddels weten we dat scholen ook zonder sloop gemoderniseerd kunnen worden, zoals de prijswinnende transformatie van vakschool Nimeto laat zien.

Scholen zoals we die nu kennen, ontstonden in de loop van de 19e eeuw. De overheid kreeg een steeds grotere rol in de financiering en kwam met onderwijswetgeving, in 1900 bekroond met de leerplicht. De verantwoordelijkheid voor schoolgebouwen was in 1867 al bij de gemeentes gelegd, maar nog niet voor bijzondere (religieuze) scholen. De onderwijswet van 1878 stelde nieuwe eisen aan de tot dan toe krappe, bedompte gebouwen: vrijstaande scholen met ruime lokalen voor maximaal 44 leerlingen — alles met het oog op hygiëne, daglichttoetreding en (speel)ruimte.

Gangscholen

In Utrecht gaf gemeentearchitect Cornelis Vermeijs (1828-1889) de nieuwe lagere scholen vorm. Hij was sinds 1860 directeur van gemeentewerken en ontwierp behalve veel bruggen ook het Stads- en Academisch Ziekenhuis aan de Catharijnesingel. Vanaf de invoering van de Hogere Burger School (HBS) ontwierp Vermeijs daarvoor de gebouwen: de Rijks HBS aan de Kruisstraat (1864), de Gemeentelijke HBS aan de Van Asch van Wijckskade (1880) en de HBS voor Meisjes aan de Wittevrouwenkade (1882). Deze gebouwen bestaan nog, net als Vermeijs’ Stedelijk Gymnasium (1880/1884) aan het Janskerkhof.

Het Scholenbouwbesluit van 1880 leidde tot de bouw van openbare lagere scholen in de nieuwe wijken rond de Utrechtse binnenstad, als eerste aan de Vlijtstraat (bij de 1e Daalsedijk), gevolgd door de Abstederdijk en Draaiweg. Vermeijs ontwierp ze als gangscholen, symmetrische gebouwen van twee verdiepingen met lange gangen waaraan de lokalen lagen. De negen klaslokalen waren aan de straatzijde, met hoog geplaatste ramen zodat er veel daglicht binnenviel maar de leerlingen niet afgeleid werden. Elk lokaal had een kachel met zowel een schoorsteen als een ondergrondse luchttoevoer, zodat verwarming niet ten koste ging van zuurstof. In het midden van de school bevonden zich entree, vestibule en trapportaal. WC’s waren aan de Vlijtstraat bij de trappen, maar dat paste Vermeijs aan de Draaiweg zo aan dat er vanuit de klaslokalen toezicht mogelijk bleef. Hetzelfde gold voor de kapstokken, aan de Vlijstraat nog in de vestibule. Achter het gebouw was een overdekte speelplaats, later omgebouwd tot een gymnastieklokaal.

Tekst loopt door onder de foto

Klassenfoto Openbare Lagere School Vlijtstraat, 1894 (Het Utrechts Archief)

De Vlijtstraatschool met 396 leerlingen was er een ‘van de 1e soort’. Vanouds bestonden er armenscholen voor ouders die geen schoolgeld konden betalen. In de klassenmaatschappij van de 19e eeuw had de gemeente dit vertaald naar scholen van de 1e tot en met 5e soort, oplopend van geen via weinig naar veel schoolgeld. De duurste scholen, uiteraard in de beste buurten, hadden de mooiste gebouwen en het hoogst gekwalificeerde personeel. Voor de school aan de Vlijtstraat betekende dit dat de gevels vrij sober werden uitgevoerd. Wel kwam er een smeedijzeren sierstuk met windvaan op de geveltop boven de ingang.

De eerste hoofdonderwijzer aan de Vlijtstraat werd in 1880 Everardus Jacobus Lafèbre (1850-1902), daarvoor schoolhoofd te Bunnik. Hij woonde in de door Vermeijs aangebouwde onderwijzerswoning, net om de hoek. Toen Lafèbre na zes jaar vertrok naar de ‘betere’ jongensschool van de 3e soort op Puntenburg, werd zijn opvolger Hugo Johan Hobbel (1853-1916). Die bleef tot zijn overlijden op 63-jarige leeftijd. Hobbel is waarschijnlijk een van de twee heren op een bewaarde klassenfoto uit 1894 (zie hierboven).

Werklozen en buurthuis

De lagere school aan de Vlijtstraat heeft relatief kort als zodanig dienst gedaan. In 1936 was er sprake van een ‘uitstervende school’ door een dalend leerlingental. Het gebouw kreeg in deze crisisjaren een nieuwe functie: Centrale Werkplaats van de gemeentelijke commissie voor werklozenzorg. Jeugdige werkzoekenden konden hier vakcursussen volgen zoals metaalbewerking, elektrotechniek, loodgieten, timmeren, metselen, schilderen en meer theoretisch: PBNA-cursussen. Voor dit doel werden de binnenmuren deels verwijderd en een ‘moderne autogarage’ aangebouwd (door de werklozen zelf). Ook verrees in de school een bijzonder bakstenen poortje: ‘Men heeft deze verloren ruimte benut door er een werkstuk van te maken voor de a.s. bouwvakarbeiders; dit kruisgewelf in gotischen stijl is het resultaat.’ Naast de genoemde ‘mannenvakken’ was er ook een kappersschool gevestigd.

Vervolgens gaven de Duitse bezetters het schoolcomplex een bestemming als Junkers Ausbildungswerkstatt, een technische opleiding voor de oorlogsindustrie, in het bijzonder voor de vliegtuigfabriek van Junkers. Na de bevrijding werd het gebouw Rijkswerkplaats voor Vakontwikkeling. Wie van beroep moest of wilde veranderen, kon daar een ander (praktisch) vak leren. Later heette het Centrum voor Vakopleiding van Volwassenen.

Tekst loopt door onder de foto

Daalsebuurt vlak voor sloop schoolgebouw Vlijtstraat (rechts), 1991. (Het Utrechts Archief)

In de jaren zeventig kreeg de school een niet-educatieve functie als Buurtcentrum van de Stichting Buurtwerk Eerste Daalsedijk. In die tijd werden veel (slechte) arbeiderswoningen in de Daalsebuurt en Knipstraatbuurt gesloopt, onder meer voor de aanleg van de Daalsetunnel. Aan de Wolfstraat verrees in de jaren tachtig nieuwe sociale woningbouw, later ook aan de Spijkerstraat. Daartussen stond het voormalige schoolgebouw nog tot 1992 overeind. Toen werd het gesloopt voor een appartementencomplex. Niemand stond er bij stil dat dit ooit de eerste ‘moderne’ school van Utrecht was.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

8 Reacties

Reageren
  1. Poekele

    Alle schoonheid moet kapot in Utrecht. Weten we toch?

  2. G.Hofman

    Genoemd kan nog worden de Ds. K.Fernhoutschool aan de Krommerijn; een basisschool gelegen tussen de Gansstraat en de Krommerijn. Een gereformeerde school

  3. Hans

    Bedankt Arjen, een heel mooi stukje sociale geschiedenis!

  4. Van Puffelen

    Nou wat is die buurt er op vooruit gegaan na het slopen van de school??????

  5. Barend

    Mooi om op die foto uit 1991 te zien wat dat zogenaamde ‘Daalsepark’ eigenlijk is. Verloren strookje bomen tussen 6 rijstroken.

    En @ Gemeenteraad: zie dat de bebouwing de rooilijn volgde. Lijkt me goed om dat bij de huidige bouwplannen voor ogen te houden. Die voldoen nu niet aan dat uitgangspunt.

  6. Ton Hooft

    Dank voor het fraaie artikel in een leuke nieuwe serie Arjan! Mooi, die extra info via links ten opzichte van de fysieke DUIC. En heerlijk, die klassenfoto uit 1894!

  7. Ton

    @ Barend
    Het Daalsepark staat niet op de foto; onderop net buiten beeld.

  8. Léon

    Wat een mooie, scherpe foto van bovenaf! Is die onderdeel van een serie van de stad?

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).