Verdwenen schoolgebouwen: Prinses Ireneschool aan de Uitenbogaertstraat (Zuilen) | De Utrechtse Internet Courant Verdwenen schoolgebouwen: Prinses Ireneschool aan de Uitenbogaertstraat (Zuilen) | De Utrechtse Internet Courant

Verdwenen schoolgebouwen: Prinses Ireneschool aan de Uitenbogaertstraat (Zuilen)

Verdwenen schoolgebouwen: Prinses Ireneschool aan de Uitenbogaertstraat (Zuilen)
Openbare Lagere School Johannes Uitenbogaertstraat 19 in 1930 (Het Utrechts Archief)
De Utrechtse gemeente-architect Jan Planjer was in de jaren 1920-1930 verantwoordelijk voor veel fraaie schoolgebouwen, zoals de Rietendakschool en de Maaspleinschool. Opmerkelijk genoeg ontwierp hij ook een school buiten zijn stad: aan de Johannes Uitenbogaertstraat in Zuilen, toen nog een zelfstandige gemeente. Die situatie ontstond door de ingewikkelde verhouding die de buurgemeentes met elkaar hadden, waarbij Zuilen tegen wil en dank als ‘overloop’ van Utrecht fungeerde. Uiteindelijk zou de Prinses Ireneschool — zoals de Openbare Lagere School III inmiddels heette — bij de annexatie in 1954 alsnog Utrechts worden.

De Utrechtse gemeente-architect Jan Planjer was in de jaren 1920-1930 verantwoordelijk voor veel fraaie schoolgebouwen, zoals de Rietendakschool en de Maaspleinschool. Opmerkelijk genoeg ontwierp hij ook een school buiten zijn stad: aan de Johannes Uitenbogaertstraat in Zuilen, toen nog een zelfstandige gemeente. Die situatie ontstond door de ingewikkelde verhouding die de buurgemeentes met elkaar hadden, waarbij Zuilen tegen wil en dank als ‘overloop’ van Utrecht fungeerde. Uiteindelijk zou de Prinses Ireneschool — zoals de Openbare Lagere School III inmiddels heette — bij de annexatie in 1954 alsnog Utrechts worden.

Omdat de stad vol was, liet Utrecht met het uitbreidingsplan Berlage-Holsboer uit 1920 het oog vallen op Zuilen. Die gemeente hield de boot af, maar Utrecht kocht wel grond in Zuilen aan voor woningbouw — een unieke situatie. Met de bouw van huizen aan het verlengde van de 2e Daalsedijk, voorbij de nieuwe Marnixlaan, ontstond ook behoefte aan meer scholen in de buurt. In 1929 verkocht Utrecht daarom een stuk grond op de hoek van de Johannes Uitenbogaertstraat en Hubert Duyfhuysstraat ‘terug’ aan Zuilen, dat als gemeente verantwoordelijk was voor schoolgebouwen. Bij deze deal werd ook afgesproken dat de dienst Gemeentewerken van Utrecht het ontwerp en de bouw zou verzorgen, voor rekening van Zuilen.

Bij de opening van de nieuwe school op 21 oktober 1930 richtte de Zuilense burgemeester (F.C.C. baron van Tuyll van Serooskerken, zelf woonachtig op Slot Zuylen) dan ook dankwoorden tot ‘de directeur der gemeentewerken van Utrecht, voor het gehouden toezicht, vervolgens den heer Planjer, de ontwerper der school’. Ook bedankte hij het Utrechtse gemeentebestuur voor de medewerking, en dat terwijl deze burgemeester zich eigenlijk verzette tegen de annexatiedrift van Utrecht. Op de gemaakte groepsfoto zat architect Planjer op de eerste rij (tweede van links), maar niet erg dicht bij de burgemeester, te herkennen aan diens borstelsnor.

Uit: ‘Utrecht in Woord en Beeld’, oktober 1930.

Modern gebouw

Het Utrechtsch Nieuwsblad beschreef de nieuwe school als volgt: ‘Het schoolgebouw bevat 8 klassen, 4 boven en 4 beneden en een gymnastieklokaal en is voorzien van electrische verwarming. Beneden bevindt zich een kamer voor het hoofd der school. In de gang een electrische klok die automatisch aangeeft het begin en eindigen der schooluren. Het geheel is zeer modern ingericht. Licht en lucht is er voldoende, terwijl een groote open ruimte op de binnenplaats als speelplaats aanwezig is.’

Ook werd het glas-in-lood vermeld dat in een hoge verticale strook in het trappenhuis was aangebracht. Het was ontworpen door Kees Kuyler (1890-1966) uit Utrecht, naast glasschilder ook kunstenaar en interieurontwerper. De school stond in een L-vorm op de hoek van de beide straten. Rechts sloot het gebouw direct aan op de woning aan de Uitenbogaertstraat 17. De ene vleugel had een plat dak, de andere een tentdak met dwarsbeuk. De dakpannen liepen aan de achterzijde nog een stukje verticaal door, wat vaker gebeurde in de bouwtrant van de Amsterdamse School. Maar verder was het bakstenen gebouw strak van ontwerp onder invloed van het Nieuwe Bouwen. De relatief grote ramen hadden dunne stalen kozijnen met ruitjes en konden wijdopen voor frisse lucht in de klas. Dat ging minder ver dan de openslaande ramen en deuren die de zogenaamde openluchtscholen elders in Utrecht hadden.

Het was gebruikelijk om bij een nieuwe school ook een onderwijzerswoning te bouwen voor de hoofdonderwijzer. Maar Zuilen besloot anders; in 1929 had de gemeente het huis Nieuwoord uit 1896 aan de Daalseweg opgekocht en dat moest maar dienstwoning worden. Het aangenomen schoolhoofd was Evert Post (1893-?), voordien hoofdonderwijzer in Geldermalsen. Die wilde niet naar Nieuwoord en stuurde een brief aan de Zuilense gemeenteraad. ‘In de eerste plaats acht ik het niet in het belang van het onderwijs, dat een hoofd ver van zijn school woont’, schreef hij. ‘Ten tweede geef ik om persoonlijke redenen de voorkeur aan een meer moderne woning, die ten opzichte van de stad gunstiger gelegen is. Dit was, zooals U bekend, is een der redenen waarom ik solliciteerde.’ Post kreeg ontheffing, mocht een eigen woning kiezen en vestigde zich aan de nabije Marnixlaan. Nieuwoord werd politiebureau.

Achterzijde van de school, 1930 (Het Utrechts Archief)

Naam en annexatie

Evert Post zou 17 jaar schoolhoofd blijven aan de Uitenbogaertstraat. Het was zijn opvolger Willem Koek die in 1950 de invoering van de naam Prinses Ireneschool meemaakte en in dezelfde periode de uitbreiding met een ‘hulpgebouw’ door de Zuilense gemeente-architect Wim van Hoorn. Enkele jaren later was er opnieuw een (houten) uitbreiding vanwege de toevoeging van een afdeling voortgezet gewoon lager onderwijs (VGLO). En wat betreft de annexatie door de gemeente Utrecht: een openbare vergadering in de gymnastiekzaal van de Prinses Ireneschool door het Comité van Actie tegen de annexatie in juli 1953 mocht niet baten. Per 1 januari bestond de gemeente Zuilen niet meer.

De Prinses Ireneschool werd in 1995 afgebroken wegens overbodigheid, zover bekend zonder veel protest. Op de vrijgekomen hoek van de Johannes Uitenbogaertstraat en Hubert Duyfhuysstraat werd vervolgens een kinderspeelplaats aangelegd met de naam Huberthofje. De toen gebouwde postmoderne zuilencirkel van beton en staal bestaat inmiddels niet meer, maar er zijn op de plek van de school nog wel een speeltuintje en een basketbalpleintje.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).