Aan de Laan van Puntenburg, tussen de spoorlijn en de Inktpot (HGB III), ligt Park Nieuweroord. Veel mensen kennen het van het jaarlijkse theaterfestival De Parade. Het is niet veel meer dan een grasvlakte ter grootte van een voetbalveld met wat bomen. Sommige van die bomen zijn echter zeer monumentaal: een plataan met een omtrek van 6 meter en een olm van 4 meter omtrek. Dit zijn restanten van de buitenplaats Nieuweroord die hier in de negentiende eeuw lag. Het illustere landhuis moest ruim honderd jaar geleden wijken voor het derde spoorweghoofdgebouw, de Inktpot dus.
In 1826 trouwde François Henri Corneille baron van Heeckeren van Brandsenburg (1803-1869) met de 19-jarige jonkvrouw Christina Louisa van Foreest (1807-1875). Zij kwam van Huize Heemse (bij Hardenberg) in Overijssel, hij uit de stad Utrecht, waar zijn familie bestuursfuncties bekleedde. Als compromis vestigde het jonge paar zich in een landhuis net buiten de toenmalige stad. Het terrein tussen Catharijnesingel en Kruisvaart, naast het Sterrenbosch en grenzend aan buitenplaats Puntenburg, was in de 18e eeuw gebruikt voor tuinen en kwekerijen. Het bestond deels uit het afgegraven Mariabolwerk, een ‘punt’ in de stadsbuitengracht zoals Lepelenburg. Er lagen nog restanten van de singel om het bolwerk.
Rond 1800 was daar het landhuis Nieuweroord gebouwd met een U-vormige plattegrond. Van Heeckeren van Brandsenburg liet aan de kant van de Kruisvaart — waar later ook de spoorlijn kwam — een vijfzijdige tuinkamer aanbouwen. Ook kocht de baron aangrenzende percelen, zoals de oude kwekerij Tulpenburg. Tuinarchitect Jan David Zocher junior, die in diezelfde jaren aan het nieuwe singelplantsoen werkte, ontwierp voor de baron een landschapspark waarin oude bomen van Tulpenbrug waren opgenomen. Het water van het voormalige Mariabolwerk werd omgevormd tot vijver.
Kinderschare en verbouwing
‘Op Nieuwer-Oord, nabij Utrecht, den 21sten October 1831. Heden beviel zeer voorspoedig van een welgeschapen ZOON, de Hoog Wel-Geb. Vrouwe C.L. Baronesse Van Heeckeren Van Brandsenburg, geboren Van Foreest Van Heemse.’ Er verschenen maar liefst elf van zulke annonces. Op Nieuweroord woonde dus een groot gezin, al overleden twee kinderen jong. De familie had ook veel personeel, niet alleen dienstbodes maar ook een gouvernante voor de kinderen en een kamenier oftewel aankleedhulp voor de baron. François van Heeckeren van Brandsenburg zelf had rechten gestudeerd en was ook actief als koopman en statenlid, maar stond te boek als ‘rentenier’ en leefde dus van familiekapitaal. Zijn inkomsten kwamen deels van slavenarbeid op de plantage Meerzorg in Suriname. Twee zoons die op Nieuweroord zouden blijven wonen, waren Jacques Leonard (1828-1890), een hoge spoorwegbeambte, en Alexander Decimus (1840-1912), ‘Schrijver ter Stedelijke Secretarie’.
Omstreeks 1850 liet Van Heeckeren van Brandsenburg tussen de korte zijvleugels van het huis een voorbouw toevoegen van drie ramen breed en twee verdiepingen hoog met een groot balkon. Het eerste ontwerp had een rechte daklijst, maar de aanbouw werd uiteindelijk bekroond met een fronton (flauwe driehoeksvorm). Ook is het huis toen helemaal gepleisterd om er een eenheid van te maken in de strakke stijl van die tijd. Architect was waarschijnlijk Cornelis Adriaan Boll van Buuren (1818-1859). Hij ontwierp in een ieder geval ‘een koepeltje voor den heer Baron van Heekeren’. Stadsarchitect Boll van Buuren bouwde bijvoorbeeld het commiezenhuis en latere politiebureau op de plek van de Wittevrouwenpoort. Ook was hij verantwoordelijk voor de universiteitsgebouwen, zoals de nieuwe Sterrenwacht op Zonnenburg.
Spoorweghoofdstad
De volgende bewoner van Nieuweroord had geen groot gezin maar woonde alleen, op zijn huispersoneel na. Na de dood van Van Heeckeren van Brandsenburg was de buitenplaats gekocht door Frederik s’Jacob (1822-1901), ‘een man van forsche statuur’. Zijn vrouw was jong overleden en zijn enige zoon studeerde in Delft. s’Jacob was marine-officier geweest met hoge militaire onderscheidingen, daarna had hij een suikerfabriek gedreven in Nederlands-Indië. Terug in Nederland was hij medeoprichter van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en kreeg daar in 1869 bij een reorganisatie de algehele leiding. Hij verhuisde de spoorwegmaatschappij van Amsterdam naar Utrecht en liet vlak bij Nieuweroord het eerste hoofdgebouw (HGB I) bouwen aan het latere Moreelsepark. Dankzij s’Jacob zou Utrecht spoorweghoofdstad worden.
In 1881 werd s’Jacob benoemd tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, een machtige en destijds eervolle functie. Daaraan kwam al na drie jaar een einde door de Billiton-affaire: hij had buiten de Tweede Kamer om een contract afgesloten. s’Jacob keerde terug naar Utrecht, waar hij Nieuweroord had aangehouden. Hij liet een rozentuin aanleggen en een plantenkas bouwen voor tropische gewassen, die hem wellicht aan Indië herinnerden. In 1895 verrees het tweede spoorweghoofdgebouw (HGB II) pal naast zijn tuin.
Begin 1900 meldde een krant: ‘Het buitengoed Nieuweroord, aan den Catharijnesingel te Utrecht, is door de Gemeente voor f 87.500 gekocht, onder voorwaarde dat de eigenaar, de heer s’Jacob, er tot zijn dood mag blijven wonen.’ Hij overleed het jaar daarop. Fotograaf Carl Emil Mögle maakte nog een album ‘Herinnering aan Nieuweroord 1871-1901′ zodat we weten hoe de hal, salon en studeerkamer van s’Jacob er uitzagen. Ook zijn plantenkas werd vereeuwigd en een schaapskudde die op Nieuweroord graasde!
Gemeentelijk plantsoenmeester Denier van der Gon maakte een openbaar wandelpark van Nieuweroord, waarbij de kas verdween. In het landhuis zelf vestigde zich het kantoor en museum van Staatsbosbeheer. Het park werd snel geliefd, zodat veel Utrechters ontzet waren toen de spoorwegen in 1918 de grond kochten voor de bouw van het derde spoorweghoofdgebouw (HGB III ofwel de Inktpot). ‘Hebt ge het al gehoord, van ‘t parkje Nieuweroord. Dat liefelijke Oord, dat bruutweg werd vermoord’, aldus een bekend rijmpje.
7 Reacties
ReagerenHet water heet “stadsbuitengracht”, de weg ernaast heet “singel”
Beste Julius, dat is onjuist, singel en stadsbuitengracht zijn synoniemen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Singel_(gracht)
@ Arjan
Ze zijn niet helemaal synoniem. De naam singel is een generieke naam; ‘Stadsbuitengracht’ staat voor de Utrechtse singel. Waarbij de Stadsbuitengracht dan weer de verzamelnaam is voor Catharijnesingel, Weerdsingel, etc.
Wat interessant om dit te lezen Arjan. Mijn zonen hebben later op de ‘houten’ Puntenburgschool gezeten. Dus fijn om dit te lezen. Mijn dank daarvoor.👍👍👍
@julius formeel klopt dat. alleen echte Utrechters bepalen zelf hoe zij het noemen. Die hebben maling aan ‘hoe het eigenlijk is of hoort of heet”. Verder: Alles van waarde is weerloos. Om te reageren op deze pracht. .. Laat maar weer zien hoe slecht we in Utrecht omgaan met infrastructuur en schoonheid wegvagen voor het grootkapitalisme.
Wat leuk n interessant weer, Arjan. Bedankt!
Ook als Brabander geïnteresseerd in Spoorwegen vind ik dit heel interessant !
weer een stukse geleerd hoe alles daar is ontstaan !