Aan de Kruisvaart, bij de spoorlijn en de Vondellaan-bocht, stond tot 1938 een buitenhuis. Behalve als woning voor welgestelden diende Huize Raadwijk in de loop der tijd als kostschool voor jongeheren, als scheepsmachinefabriek en als muziekbibliotheek. Alleen de straatnaam herinnert nog aan Raadwijk, verder maken de auto’s op de Vondellaan, de bussen op de Dichtersbaan en de voorbijrazende treinen het moeilijk voorstelbaar dat dit ooit een groene oase was.
Over de oorsprong van Huize Raadwijk is weinig bekend. Afgaand op de stijl moet het in de 18e eeuw gebouwd zijn op de plek waar een pannenbakkerij stond. Het huis was rechthoekig met een rondom doorlopend dak en schoorstenen op de hoeken. Het had twee verdiepingen en een zolder. Erachter stond eenzelfde soort gebouw, verbonden met een muur met poortje, maar eenvoudiger uitgevoerd zonder dakkapellen. In de loop der jaren werd dat gedeelte als apart herenhuis verhuurd of als bedrijfsruimte gebruikt.
Vanaf 1817 werd het hoofdhuis bewoond door Simon Hendrik Rose (1769-1823), gemeenteraadslid, gewezen VOC-koopman en oud-resident van Cheribon in Nederlands-Indië. Na zijn dood bleef echtgenote Johanna Susanna Senn van Basel (1775-1850) er wonen; zij stond te boek als ‘koopvrouw’. Zij dreef samen met haar oudste zoon Hendrik Johan een steenbakkerij op Raadwijk. Andere zoon Willem Nicolaas Rose werd stadsarchitect van Rotterdam.
Instituut voor Jonge Heeren
In 1851 nam onderwijzer Adrianus Kooiman (1817-1886) een kostschool in Jutphaas over. Welgestelde jongens werden op zijn ‘Instituut voor Jonge Heeren’ voorbereid op de universiteit of de academies van Breda (officiers) en Delft (ingenieurs). In 1857 liet Kooiman weten dat zijn kostschool naar Utrecht was verhuisd: ‘Het aangekochte woonhuis beveelt zich aan door ligging en doelmatigheid en geeft den Kostleerlingen het genot van eene vrije beweging in eenen ruimen tuin, waarachter eene bad- en zweminrigting gevonden wordt.’ Het was de Kruisvaart waarin gezwommen kon worden; de nieuwe plek was Raadwijk. Die naam gebruikte Kooiman pas vanaf 1861 toen hij adverteerde als ‘Instituut Raadwijk’. Hij zocht toen trouwens een ‘Prot. Gymnastiek- en Schermmeester, die vooral bekend is met de Kamer-Gymnastiek en bewijzen van geschikt- en bekwaamheid en goed zedelijk gedrag kan overleggen’. Er werd veel gesport en er verrees zelfs een gymzaal.

Rond 1870 kreeg Raadwijk een nieuwe eigenaar: de letterkundige en pedagoog Adam Hendrik Raabe (1834-1899), die kort daarvoor in Utrecht gepromoveerd was. Ook hij begon een kostschool ‘waaraan tal van mannen, die later een geachte positie bekleedden, hun opleiding ontvingen’. Toen Raabe later directeur werd van Instituut Noorthey in Voorschoten, wilde hij Raadwijk verkopen. De veiling van ‘2 heerenhuizen, tuinmanswoning, 3 annexe woningen en gymnastiekzaal, tuinen en wandelpark, te zamen groot 12574 m²’ werd in 1890 echter bij 40.000 gulden opgehouden. Er kwamen toen huurders, onder wie Jean Ulric Gustave Schoch, kapitein der artillerie. Zijn dochter Amanda van Hoogstraten–Schoch (1869-1951) zou later haar roman ‘t Swanevecht, dagboek van twee generaties (1930) baseren op het leven in Raadwijk. Ze beschreef het huis met 18 kamers en lange marmeren gang. In de vertrekken waren schoorsteenmantels met spiegels, witte en vergulde plafonds en geschilderde bovendeurstukken.
In 1892 was er weer een veiling, met de ‘fraai aangelegde Voor-, Achter- en Moestuinen en uitgestrekt Wandelpark’ als aanbeveling. Vanwege de ligging aan waterwegen was Raadwijk echter ook ‘bizonder geschikt tot het oprichten van fabrieken en tot vele andere, groote ruimte vereischende inrichtingen’. De verkoop lukte opnieuw niet, want Raabe ging zelf weer in Raadwijk wonen en ‘zag zich gaarne wederom belast met de opleiding van eenige Jongelieden, uit den gegoeden stand’. Hij overleed er in 1899.

Machines en liederen
Raadwijk werd gekocht door Dirk Willem van Rennes (1836-1934), eigenaar van Machinefabriek Drakenburgh in het gelijknamige pand aan de Oudegracht. Gespecialiseerd in scheepsmotoren, noopte overlast voor de omgeving Van Rennes een nieuwe plek te zoeken: Raadwijk. Het tweede huisdeel werd bedrijfsruimte en er verrezen nieuwe fabrieksgebouwen. Toch bleef de omgeving nog idyllisch groen. Veel Utrechters kwamen naar de zwem- en badinrichting in de Kruisvaart, waarvoor Van Rennes overpad verleende. Huize Raadwijk zelf werd door de familie Van Rennes bewoond, met het nodige huispersoneel waarvoor vele wervingsadvertenties verschenen. Ook componiste en zangpedagoge Catharina van Rennes (1858-1940) zal over de vloer zijn gekomen bij haar oom en tante.
In 1927 werd Huize Raadwijk betrokken door het gezin van Dirk Lubertus Braakman (1887-1966), meubelontwerper en bedrijfsleider van UMS-Pastoe. Een van de zoons tekende later uit zijn herinnering een plattegrond met ’16 kamers, 2 keukens, 2 kelders, 2 wc’s, 2 plee’s’. In 1933 huurde de Koninklijke Vereniging ‘Het Nederlandsche Lied’ het huis voor liederenpromotor Frits Coers (1868-1937) ‘wiens groote muziekbibliotheek waaruit in hoofdzaak het materiaal voor de “Liederen van Groot Nederland” wordt geput, in deze woning een passend onderdak zal verkrijgen’. Muziekpublicist Wouter Paap bezocht Coers op Raadwijk: ‘Daar hebben wij hem dan op een avond opgezocht in zijn kamer, waarvan de wanden bedekt zijn met portretten, herinneringen aan personen die hij vereert, waar zijn schrijftafel zucht onder den last van vele boeken, waaronder vaak zeldzame en curieuse exemplaren.’ Coers verhuurde ook kamers aan studenten.
Machinefabriek Drakenburgh werd in 1938 in afgeslankte vorm voortgezet in Leiden. De Spoorwegwerken (verbreding en verhoging van de spoorlijn) maakten kort daarvoor de afbraak van Huize Raadwijk noodzakelijk, terwijl op het terrein woningen werden gebouwd door Schumachers Bouwbedrijf. De nieuwe huizen in de hoek van de Vondellaan en de Da Costakade kregen als adres Raadwijk.
13 Reacties
ReagerenPrachtig en wat landelijk gezicht, voor een stad in die jaren.
Maar we mogen niet klagen want nu spaart het collegé een weiland uit (Polder Rijnenburg), om hutje mudje te bouwen in de stad en al het Groen daar moet plaats maken voor veel beton en liefst hoogbouw en het moet wel betaalbaar blijven voor de rijke onder ons!!!!
Altijd weer het zeepkistje beklimmen Van Puffelen? Stokpaardje moet weer rennen?
Gewoon voortaan die ‘maar .. ‘ lekker bewaren voor je bbq met vrienden.
Altijd dat gezeik.
Ga de politiek in met al je meningen. Richt een partij op met JvD, scherpschutter en die andere drie.
Coers hoi
Cous cous? Lekker lekker
Van Puffelen weet natuurlijk ook wel dat de meeste inbreidingslocaties (Merwede, Jaarbeurs, Carthesius, Daalsedijk) oude bedrijfs, fabrieks- en rangeerterreinen waren en helemaal geen groen idyllisch landschap. Ook weet hij/zij (laten we niets aannemen) dat er bij alle nieuwbouw een minimum van 40% sociale huurwoningen moet worden gerealiseerd. Maar ja, je moet toch kunnen blijven zeuren he. Valt me mee dat Lot van Hooijdonk er niet met de haren bij wordt gesleept..
@ Jeroen
Nu is er op dat stuk oud rangeerterrein een stuk grond geschonken aan de de gemeente door NS. Op voorwaarde dat dat altijd bos zou blijven, nou dat was 40 jaar terug al verdwenen. Het hete toen ook het bos van……. Die naam ben ik even kwijt, maar dat was langs de locomotiefstraat. Dat had een streek van Lot kunnen zijn……
De goede oude tijd, toen de mensen nog wisten waarvoor Nederland stond.
Leuk om deze verhalen over verdwenen huizen te lezen.
Dank Arjan om het zoveelste verloren pareltje onder onze aandacht te brengen.
@reaguurders
Progressie = de een z’n dood is de ander z’n brood
Jammer als het je brood is…
Fijn als het je brood niet is…
Maar onder de streep is alles vergankelijk, behalve het colosseum en de strijd om brood tijdens het vermaak van de spelen.
@doodmoe worden we van je linkse aversie tegen andere meningen, die in tegenstelling tot jouw drek hier wel erg vaak gecensureerd worden.
Dan van puffelen voor je gezonde input hier in de linkse panelen.
Dank Arjan, dit artikel spreekt me erg aan omdat ik in die buurt ben opgegroeid. Geboren in 1941 heb ik huize Raadwijk niet gezien, wel de nieuwbouw aan de Vondellaan. Maar mijn moeder zal het zeker gezien hebben, zij is aan de andere kant van het spoor geboren en opgegroeid. Schitterend hoe jij delen van Utrecht tot leven weet te brengen. Ga zo door!
@henqie: wat is er “links” aan de bijdrage van @doodmoe?
Word persoonlijk ook erg moe van het soort bijdragen dat jij hier levert, nogal “off topic” nml.
“jouw drek” = “aversie tegen andere meningen”