Waar nu de drukke Venuslaan begint, stonden tot 1970 de eerste huizen van de Abstederdijk. Op de hoek met de Kromme Rijn had sinds 1908 een exotisch landhuis gestaan dat wel uit de sprookjes van Duizend-en-één-nacht leek te komen. Het witgepleisterde bouwwerk was voorzien van zuilen en hoefijzervormige bogen. Dit zogenaamde Moorse Huis was niet alleen een imitatie van een (vermeend) paleisje uit de Arabische wereld, maar ook een kopie van een landhuis in Vreeland dat een jaar eerder was gebouwd.
Aan een oude Vecht-arm bij het dorp Vreeland staat nog altijd een wit huis met oosterse bogen en een blauw-groen koepeltje. Dit Plantagehuis is niet genoemd naar koloniaal bezit, maar naar het parkbos (‘plantage’) van de familie Hooft, ambachtsheren van Vreeland. Een eenvoudige versie met rieten dak verrees hier in de negentiende eeuw als zomerverblijf. Later kreeg het een houten aanbouw in oriëntaalse stijl. Toen Gerrit Hendrik Hooft het huis in 1907 erfde, liet hij het helemaal vernieuwen. Geïnspireerd door de houten aanbouw kreeg dit nieuwe Plantagehuis opnieuw een oosterse stijl, nu met bogen van witgepleisterde steen en voorzien van een platte verdieping.
Tekst loopt door onder de foto
Maar hoe kwam er een kopie in Utrecht terecht? Vlakbij het Plantagehuis woonde de landbouwer Johannes van Beusekom (1849-1944). Hij kwam uit een hoveniersfamilie in Abstede, maar had zich rond 1875 met zijn vrouw op een boerderij in Vreeland gevestigd, waar hun meeste kinderen geboren werden. Johannes was een soort herenboer: het werk op de boerderij liet hij door een meesterknecht organiseren en daarnaast handelde hij in onroerend goed. Zo kocht en verkocht hij de buitenplaats Brugzicht in Vreeland.
Zuilen met hoefijzerbogen
Johannes’ vader was al in 1866 overleden, maar zijn broers en zussen woonden en werkten nog aan het begin van de Abstederdijk. Ook hun moeder Hermina van Beusekom-de Groot (1817-1906) stond daar vermeld als ‘Hovenierster’. Toen zij in 1906 overleed, gingen de grond en gebouwen aan de Abstederdijk naar haar kinderen. Johannes besloot toen Vreeland te verlaten en terug keren naar de Abstederdijk, om daar samen met zijn broer Govert van Beusekom (1855-1926) nieuwe huizen te bouwen.
De broers schakelden architect Arnoldus Wilhelmus Reijnders (1845-1917) uit Zeist in. Hij was ooit begonnen als amanuensis aan de Veeartsenijschool in Utrecht, daarna opzichter geworden in Den Bosch en gemeente-architect van Edam. Gedurende het jaar 1908 werden de bouwplannen aan de Abstederdijk steeds ambitieuzer: in januari lag er een ‘Plan voor twee Burgerwoningen‘, in juni een ‘Plan voor twee Heerenhuizen‘ en in augustus een ‘Ontwerp voor twee Landhuizen‘. Die zomer moet Johannes van Beusekom het idee hebben gekregen om het nieuwe Plantagehuis uit zijn geliefde Vreeland na te bouwen, want de twee geschakelde ‘landhuizen’ kregen dezelfde stijl. Herkenbare elementen uit Vreeland waren de zuilengalerijen, hoefijzerbogen met ajourwerk en uitgebouwde ramen. Alleen de vierkante toren kreeg geen koepeltje maar een puntdak. Of Reijnders een jaar eerder ook de architect van het Plantagehuis was, moet nog uitgezocht worden.
Tekst loopt door onder de foto
Het Moorse Huis had twee voordeuren en adressen: Abstederdijk 1 en 3. Johannes van Beusekom woonde met zijn gezin op 1 en bleef vermeld staan als ‘landbouwer’. Nummer 3 werd eerst verhuurd aan de directeur van de Vakschool voor Typografie. Govert van Beusekom woonde toen nog verderop aan de Abstederdijk, maar betrok in 1914 het Moorse Huis. Hij bleef als hovenier in de adresboeken staan. De (nog) vrijgezelle kinderen van Johannes woonden er ook. Twee van hen maakten carrière: oudste zoon Hermanus Gratianus van Beusekom (1878-1960) werd directeur van de Stichtse Olie- en Lijnkoekenfabriek (SOL). Jongste telg Godefriedus van Beusekom (1897-1985) studeerde in Delft voor ingenieur en werd hoofd van het ‘Radiobuizen Lab 2’ bij Philips.
Bizarre broodtrommel
Zoals veel hoveniers waren de Van Beusekoms katholiek. Een neef schreef later over het Moorse Huis: ‘Wie wel eens, net als ik vroeger in dit huis is geweest, kwam onder de bekoring van de halfdonkere kamers met de levensgrote heiligenbeelden, fraaie antieke kasten en tafels en de zeldzame tuin, waarover oom Giel de scepter zwaaide. De groenten en stekjes uit de tuin waren een gevraagd artikel in de familie.’ Dat ging over Machiel van Beusekom (1885-1966), die tot zijn dood op 81-jarige leeftijd in het Moorse Huis bleef. Ook zijn broer Johannes, die 94 werd, had er tot het einde van zijn leven gewoond. Govert van Beusekom was in 1926 overleden.
Op Abstederdijk 3 vestigde zich eind jaren vijftig Rijk Kamerbeek met zijn reisbureau OTO. Voor deze vertegenwoordiger van Jordanian Airways was het Moorse Huis een toepasselijke plek, en dat gold zeker voor bijeenkomsten van de afdeling Utrecht van de Nederlands-Arabische Kring, waarvan Kamerbeek lid was. Daarnaast organiseerde hij reizen naar Rome ‘voor boer en tuinder’, waarmee de agrarische en katholieke afkomst in ere bleef.
Tekst loopt door onder de foto
In 1966 besloot de gemeente de Venuslaan aan te leggen om de Uithof te ontsluiten. Het Moorse Huis stond nog enkele jaren leeg, wat tot vernielingen leidde. Het Utrechtsch Nieuwsblad kopte in juni 1969: ‘Buurt sloopt en vernielt Moorse huis’. Kort na de daadwerkelijke afbraak herinnerde schrijver-kunstenaar Dirkje Kuik zich over de Kromme Rijn: ‘Zo stond er aan de monding het witte Moorse huis, een bizarre broodtrommel, onwerkelijk gevangen in de zachte groenpartij van een reusachtige treurwilg, kon het poëtischer in een stad waar maniërisme niet vreemd is; melancholia opende de dans.’
6 Reacties
ReagerenOpgeofferd aan het waanidee dat je met een auto de stad in moet kunnen rijden. Een waanidee omdat je geen stad overhoudt als je het uitvoert.
Mooi stukje geschiedenis weer , van ons stadsie en z’n bewoners ook … Mijn familie bestond vroeger ook voor ‘n groot gedeelte uit hoveniers , leuk om te vermelden misschien , dat m’n oud oom ‘n groot gedeelte van z’n land gratis heeft afgestaan om de Kerk aan de Draaiweg te kunnen bouwen …..
Het wordt tijd om te stoppen met aanleggen en verbreden van nieuwe wegen. Zoals Rob aangeeft; alles is opgeofferd voor de auto, alsof het een god is die we vereren. Die automobielwaanzin betekent ook vandaag nog steeds het einde van vele mooie bomen. Een binnenstad is om te leven, niet om met je opgepompte koekblik op te dringen aan het leven van alle anderen.
Ach, wat jammer toch.
Ik zat me suf te zoeken op Google Maps streetview waar precies die locatie moest zijn. Maar ik denk dat ‘m heb:
https://www.google.com/maps/@52.081,5.1254519,3a,75y,78.28h,94.3t/data=!3m6!1e1!3m4!1sJIEoDZ3eZD84khErhLkxPA!2e0!7i16384!8i8192?coh=205409&entry=ttu
Volgens mij stond de ‘bizarre broodtrommel’ op de plek waar die mensen oversteken, de platanen staan er nog. Dat hoge hoekpand met ronde raam moet dan erna gebouwd, ergens in de jaren ’70 in een historiserende stijl
@ Cico
Niet helemaal, dit is de plek:
https://maps.app.goo.gl/5qf5WVAMC497eYfw8
Eigenlijk gewoon ter hoogte van de ingang van de Abstederdijk.