Villa Salatiga stond tussen de Bekkerstraat en Poortstraat, ter plekke van de panden Biltstraat 108-116 (de enige daar met voortuinen). Die huizen werden in 1894 gebouwd na de sloop van de villa. De tuin van Salatiga was nog jaren een kwekerij en vormde later het terrein van garage Nefkens, de tegenwoordige Pastor Stockmannhof. Omdat de villa al in 1894 is gesloopt, zijn er geen foto’s van bekend. Waar kwam de exotische naam vandaan en wat had de familie Baudet met Salatiga te maken?
Als laatste van een reeks buitenplaatsen aan de Biltstraat — waarvan Gildestein, Oorsprong en Hoogeland nog bestaan — verrees in 1840 Salatiga. In een krantenadvertentie werd het buitenhuis toen te huur aangeboden, met ‘acht Kamers van verschillende grootte, met eene nette Schuur of Wagenhuis, en welaangelegde Tuin’. Aanbieder was meestertimmerman Wilhelmus Overgoor van de Oudegracht bij de Weesbrug. Hij verhuurde meer panden en had de villa wellicht gebouwd als investering.
Het huis was aanvankelijk rechthoekig met in het midden een stoep met entree. Een vestibule leidde naar de bel-etage met salon en slaapkamers. In 1856 kocht architect Nicolaas Kamperdijk de villa voor 11.000 gulden. We kunnen aannemen dat hij er moderniseringen deed, zoals Kamperdijk ook huis Voorzorg aan de Catharijnesingel vernieuwde. Maar de grootste uitbreiding vond in 1860 plaats door een nieuwe eigenaar: Jan Anne Eliza Hinlopen (1808-1877). Hij kwam uit een prominente familie, had in Utrecht rechten gestudeerd en in 1830 nog gevochten tegen de Belgische opstand in het korps van Vrijwillige Jagers. Na zijn afstuderen in 1833 was hij getrouwd met Celina Christina Rolina van Berghuijs (1807-1882). Hinlopen was onder meer ontvanger (penningmeester) van het hoogheemraadschap Lekdijk, kerkmeester van de Domkerk en lid van het Genootschap voor Landbouw en Kruidkunde.
Hinloopen liet aan de achterkant een vierkant gedeelte aanbouwen met daarin een grote eetkamer en slaapkamer. Een balkon bovenop het ‘poetshok’ verbond de eet- en slaapkamer. Aan de oostelijke zijgevel kwam een Frans balkon met aan weerszijden decoratieve muurnissen in boogvorm. Bij de verbouwing hoorde ook een inpandige wc. Verder liet Hinlopen een lang maar laag ijzeren hek plaatsen langs de Biltstraat met daarop de naam van de villa.
Na zijn dood woonde Hinlopens weduwe er nog enkele jaren. In 1880 werd Hendrik Christiaan Bergsma (1829-1899) de nieuwe eigenaar. Hij had tien jaar gewerkt in Zuid-Afrika (Oranje-Vrijstaat en Transvaal) in raadselachtige functies als landdrostklerk, auditeur-generaal, weesheer en zegel-uitdeeler. Na zeven jaar in Utrecht zou Bergsma terugkeren naar Pretoria als eerste consul-generaal van Nederland.
Exotische naam
Salatiga is een plaats op Midden-Java. Veel families met koloniale bezittingen noemden hun huis naar plantages, en oud-Indiëgangers naar hun woonplaats daar (voorbeeld). Ging het aan de Biltstraat ook zo? Een Zuid-Afrikaans artikel uit 1988 over consul-generaal Bergsma stelt: ‘Hy en sy vrou het sewe jaar rustig in Utrecht gewoon. Hul huis daar het Salatiga geheet, genoem na ‘n bekende bergdorp op Midde-Java. In hierdie jare het Bergsma ‘n reis na Oos-Indie onderneem, vermoedelik saam met sy vrou. Sy het waarskynlik die naam Salatiga en die reis na haar geboorteland voorgestel.’
Bergsma’s vrouw Cornelia Wilhelmina Walrave was op Java geboren en na een reis daarheen zou de villa dus zijn naam hebben gekregen. Maar die theorie klopt niet, want al in 1840 noemde meestertimmerman Overgoor het ‘Buiten-Verblijf Salatiga’ en in 1860 had Hinlopen een hek met het opschrift Salatiga geplaatst. De naam is dus van 1840 (of eerder, hoewel er in 1832 nog niets stond). Van Wilhelmus Overgoor zijn geen koloniale banden bekend. Was de naam bedoeld om oud-Indiëgangers te trekken?
In 1885 verkocht Bergsma Villa Salatiga ‘wegens vertrek naar elders’, Pretoria dus. De advertentie sprak van een ‘modern, hecht, sterk en weldoortimmerd Heerenhuis’ met daarbij een ‘Afdak, Tuin en Terrein van Vermaak’. De nieuwe bewoner werd houthandelaar William de Wit (1856-1907) met zijn vrouw Paulina Jacoba Loopuyt (1862-1955). Hij had net houtzaagmolen De Ster aan de Leidse Rijn overgenomen van zijn vader. In 1890 vertrok dit echtpaar naar de Maliebaan.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Famile Baudet
Thierry Baudets oudbetovergrootmoeder Sophie Adèle Baudet-Baudet (1825-1891) was de jongste dochter van een uit Wallonië afkomstige wiskundige annex kostschoolhouder. Zij trouwde opmerkelijk genoeg met een zoon van haar (overleden) oudste broer. Deze Pierre Joseph Henry Baudet werd in 1861 directeur van de Technische School in Utrecht. Na zijn dood liet Sophie Adèle een villa bouwen in Baarn, waar een van haar zoons geneesheer-directeur van het sanatorium was. Zijn broer Pierre Louis Baudet (1859-1920) was opgeleid aan de tuinbouwschool in Gent, noemde zich tuinarchitect en had een rozenkwekerij aan de Poortstraat in Utrecht — naast Salatiga. Toen de villa in 1890 te koop kwam, besloot Sophie Adèle zich daar te vestigen, samen met Pierre Louis en zijn kwekerij. Een jaar later al overleed zij en begin 1894 besloten de Baudets om Salatiga van de hand te doen.
In de advertentie stond: ‘Het Huis bevat 9 Kamers, waaronder fraaie Suite, Provisiekamer, Badkamer, Keuken, Kelders, Zolders, Dienstbodenkamers enz.’ Ook genoemd werd de ‘Voor- en Achtertuin, waarin zwaar opgaand Geboomte’. Toch liet koper H. Oostveen de villa slopen om er vijf geschakelde herenhuizen te bouwen naar ontwerp van Marinus Eliza Kuiler. Baudets kwekerij ging weer naar de Poortstraat, maar bleef ‘Salatiga’ heten en waarschijnlijk het achterterrein gebruiken. In 1904 nam bloemist Abraham Lodewijk Hoenderdaal de zaak over.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Naschrift: Er wordt wel gedacht dat de naam Palmstraat naar Salatiga verwijst — dat staat ook in het recente Utrechts straatnamenboek. Maar zover bekend waren er nooit palmbomen of andere exotische planten op Salatiga; geen van de bouwtekeningen of advertenties vermeldt een kas. De Palmstraat ligt ook niet precies op grond van Salatiga. Ook de gevelsteen aan de Bekkerstraat met het jaartal 1887 heeft niet met Salatiga te maken, zoals wel eens vermoed, maar is van het koetshuis van apotheker Verheul.
9 Reacties
ReagerenHet is ironisch. 2 mensen bewonen daar gemiddeld een pand van 200m2 Aan de huizen die er nu staan. Over woningtekort gesproken. Een decadentie van het allerhoogste niveau. https://wijkkrantwittevrouwen.nl/2024/02/nooit-meer-weg-uit-de-stockmannhof/ Dit is het geworden
De nazaten van Apotheker Verheul zijn later naar de Bilt verhuist en ook daar kwamen apothekers uit voort ….
Er waren wel degelijk palmbomen. Die staan ook ergens nog beschreven in persoonlijke brieven. Ze moeten ergens zijn, en documentatie er over ook. Foutieve info dus.
“Zij trouwde opmerkelijk genoeg met een zoon van haar (overleden) oudste broer.“
Trouwen met je neefje is over het algemeen niet bevordelijk voor de geestelijke vermogens van de nazaten.
In dit geval is dat overduidelijk.
Leuk verhaal
Ik heb 6 jaar in salatiga op Java gewoond
1968-1974
Sala betekend fout
En
Tiga betekend drie
Dus drie fouten.
Heel leuk om dit te lezen. Ik ben namelijk in Salatiga geboren in de tijd dat het nog Nederlands Indië was en heb altijd gedacht dat niemand van dit plaatsje in de bergen van midden-java had gehoord.
Selam,at sore @Jelle Apa kabar , ik gaf mijn anjings die cijfers al als naam , satu dua en tiga … sommige Indische mensen in Hoograven keken altijd even om , als ze het me hoorden zeggen ,,,, ik zij dan altijd maar Saya ‘n Belanda Kassasar , Bapak of Ibu wie het was natuurlijk … kwamen vaak leuke gesprekken uit voort , Ik ben het nu grotendeels verleerd en dus het meeste ervan wel kwijt helaas , nog wel mooie herinneringen aan de Pasar Besar , en aan de pasars op het Spoorweg museum terrein … jammer dat die laatste verdwenen is in Utrecht , met vriendelijke groet Jan V.
@ Een bewoner van oud Salatiga
Dat zou prachtig zijn zulke bronnen! Dus als je weet waar/via wie die te vinden dan heel graag.
@ Jelle
Nee twee fouten. Betekend twee keer met een d ipv t.