De lang geplande bouw van appartementen op het Smakkelaarsveld, deels bovenop de tramtunnel, gaat eindelijk beginnen. Aanleiding om deze serie over verdwenen villa’s af te sluiten met een huis dat hier ooit stond. Villa Soerakarta is zo vergeten dat er zelfs geen afbeelding van bekend is, alleen contouren op plattegronden. Het huis had zijn ontstaan te danken aan de aanleg van de spoorlijn rond 1845, terwijl het in 1904 gesloopt moest worden vanwege de bouw van het Buurtstation.
Het driehoekige gebied tussen de Leidschevaart (eerste stuk van de Leidse Rijn) en de Vleutensche Wetering stond in vroeger eeuwen bekend als ‘buyten de Catharynepoort, agter St Jobsgasthuys’. Aan het begin van de Vleutenseweg (nu Leidseveer) stond namelijk een oudemannenhuis. Behalve uit het Leidseveer zelf, waar trekschuiten vertrokken, bestond Buiten Catharijne vooral uit boomgaarden en blekerijen waar textiel werd gewassen en gebleekt op groene velden. Dit veranderde deels met de aanleg van de Rhijnspoorweg van Amsterdam naar Utrecht in 1843. De bleekvelden werden doorsneden, de twee vaarten overbrugd en de Leidseweg en Vleutenseweg voorzien van spoorwegovergangen. Het station van Utrecht kwam iets verderop aan de overkant van de Leidschevaart.
Spoorwegdirecteur
In 1845 werd de ingenieur Nicolaas van der Lee (1808-1878) directeur van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij. Hij liet een huis bouwen op het restgebied dat na de spoorwegaanleg overbleef van de doorsneden bleekvelden van Cornelis van Werkhoven. Die grond was immers in handen gekomen van de spoorwegmaatschappij. Waarom Van der Lee zijn villa vernoemde naar Soerakarta op Java is onbekend; hij en zijn echtgenote Neeltje Everina van Ingen hadden geen (nauwe) familiebanden met Nederlands-Indië.
De rechthoekige villa kreeg een driezijdige erker met uitzicht op de spoorlijn, die vlak langs het huis liep maar nog niet erg druk was. De ingang was aan de andere kant aan een voorpleintje, waarvandaan een toegangsweg naar de Vleutenseweg voerde. De grote tuin reikte tot aan de Leidschevaart. Het echtpaar Van der Lee bewoonde villa Soerakarta met hun twee kinderen Willem en Cornelia en met de dienstbodes Gerberta en Neeltje.
Het hoofdkantoor van de Rhijnspoorweg-Maatschappij was destijds in het station van Utrecht. Van der Lee zal niet dagelijks zijn omgelopen naar zijn werk, maar gewoon vanuit zijn tuin via de (eenvoudige) spoorbrug over de Leidschevaart zijn gegaan. Hij ontwierp in deze jaren de zijtak van de Rhijnspoorweg van Utrecht naar Rotterdam, die in 1855 in gebruik kon worden genomen. Er ontstond echter een arbeidsconflict: ‘Zijne wijze van optreden viel niet in den smaak van de commissarissen van genoemde maatschappij, zoodat ongenoegen tusschen hen en hem niet uitbleef’. Van der Lee werd toen arrondissements-ingenieur in Groningen. Daar had hij kennelijk een pied-à-terre, want het gezin bleef op Soerakarta wonen. Pas in 1859, toen Van der Lee provinciaal hoofdingenieur van Overijssel was geworden, vetrok de familie naar Zwolle.
Soerakarta kreeg vervolgens verschillende bewoners. Spoorwegmannen, zoals de technisch beambte Hessels en de rijksopziener op de spoorwegdienst Eltjes, maar ook een weduwe, een gepensioneerd luitenant-kolonel en een oud-leraar wiskunde. De villa werd kennelijk kamersgewijs of in appartementen verhuurd. Ook was er een bedrijf gevestigd. F.J. Koolen, ‘marbrier en steenhouwerij, magazijn van schoorsteenmantels’, vermeldde in zijn advertenties nadrukkelijk ‘Villa Soerakarta, Vleutensche weg, bij den Rhijnspoor’.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Machinefabriek en Buurtstation
Rond 1880 was kunsthandelaar Ferdinand Johannes van Ramele eigenaar en bewoner van Soerakarta. In dat jaar verhuisde hij naar Hoogt 4, misschien een betere plek voor een kunsthandel. Soerakarta werd gekocht door de broers Louis en Frans Smulders, die uit de ijzergieterij van hun oudere broer Augustinus traden en een eigen machinefabriek begonnen. In de voormalige tuin aan de Leidschevaart verrezen een gieterij en een draaierij-smederij; de villa werd hun woonhuis annex kantoor. In de loop der jaren werd het huis uitgebouwd en kreeg daardoor een L-vorm. De broers gingen in 1890 uiteen: Louis Smulders begon machinefabriek Jaffa, een stuk verderop aan de Vleutenseweg. Maar er bleef een link: ‘De fabriek wordt telephonisch verbonden met het hoofdbureau, evenzoo het woonhuis, genaamd Soeracarta’. Frans Smulders zette het bedrijf op de oude plek voort, totdat hij in 1902 naar de Croeselaan verhuisde. Naast ruimtegebrek was de reden: de geplande bouw van het Buurtstation.
De Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij had in 1898 de ‘buurtspoorlijn’ van Utrecht naar Baarn geopend en in 1901 die naar Zeist. Aanvankelijk maakten ze medegebruik van het centraal station (het oude Rhijnspoorstation), maar daar was ruimtegebrek. Daarom werd vlakbij een eigen kopstation gebouwd, aan de overzijde van de Leidschevaart. Een loopbrug verbond de beide stations. Het Buurtstation had een perron in taartpuntvorm met aan weerszijden kopsporen. Voor de aanleg moest villa Soerakarta wijken. Het voorplein, beplant met bomen, bleef nog bewaard.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Eind jaren dertig verdween het Buurtstation weer: de Leidseveertunnel werd aangelegd en de buurtsporen werden doorgetrokken naar het centraal station. In de jaren zeventig volgde sloop van de oude panden aan de Leidseweg en het Leidseveer voor het Gildenkwartier van Hoog Catharijne en het kantoorcomplex Smakkelaarsburcht. Daartussen kwam een soort park met de naam Smakkelaarsveld. De volgende fase begint nu: volbouwen van het Smakkelaarsveld, ook al spreekt de marketing van ‘groene oase’. Op de bouwschuttingen staan onzinteksten als ‘waar het gras je voeten kietelt’ een ‘als je goed luistert hoor je de stilte’. Die passen meer bij de beginjaren van Soerakarta, toen er nog weinig treinen reden en de villa omringd was door boomgaarden en grasvelden.
Dit is de laatste aflevering van Verdwenen villa’s in Utrecht. In 2025 schrijft Arjan den Boer over verdwenen schoolgebouwen in Utrecht.
15 Reacties
ReagerenGoed dat Arjen in zijn drie zinnen van dit jaar nog even de prietpraat van gemeente en projectontwikkelaar bloot legt. De zogenaamde groene oase die Smakkelaarsveld zou moeten zijn wordt een steenklomp, met in het midden – je verwacht het niet hè.. – een horecapaviljoen.
Louis en Frans stapten niet uit de IJzergieterij van hun vader maar uit de vennootschap met hun twee broers August en Charles. Deze heette Machinefabriek A.F. Smulders en Co. Het terrein en de villa was in het bezit van de schoonvader van Frans: Melchior van Niekerken. Op deze wijze is het tweetal daar waarschijnlijk terecht gekomen.
Ook woonde Frans destijds met zijn gezin aan het Stationsplein, Louis betrok met zijn familie de villa. Op de plannen voor de fabriek staat npg een loopbrug ingetekend over de Leidsche Rijn. wellicht zodat Frans dan gemakkelijk naar huis kon wandelen en niet om het Leidsche Veer hoefde. Die loopbrug is er nooit gekomen hoewel die nu wel weer in de plannen voor de nieuwbouw staan.
Was weer een interessante serie. Bedankt. Op naar de verdwenen schoolgebouwen.
Wat een prachtfoto en wat een entree naar de binnenstad! Ze hadden dat hele HC en die kolos van een TiVre beter aan de Jaarbeurskant kunnen neerzetten
@ Peter:
Dank voor de correctie wat betreft uittreden uit het bedrijf van hun broer ipv vader, ik heb het aangepast!
Melchior van Niekerken bezat het terrein ernaast, dus er is vast wel een verband, maar Soerakarta en het terrein waren in 1880 eigendom van Ferdinand Johannes van Ramele.
Jammer dat deze interessante reeks ten einde is. Maar er wacht weer een nieuwe! Ik ben benieuwd of mijn oude lagere schoolgebouw aan het Maasplein belicht wordt. In ieder geval: weer heel hartelijk dank, Arjan, dat jij het oude Utrecht zo boeiend laat herleven.
Laatste zinnen van Arjan zij de spijker op de kop, en de nagel aan de doodskist voor projectontwikkelaarsgezwam. En dito van de gemeente over Rijnenburg, met “natuur”. Die is er al.
en welke Smulders (P.A.M.C. of Mej. Smulders) was het die op Leidseweg 75 woonde in de jaren ’50 (en later?).
Dank Arjan voor dit pareltje
Een mooie serie die weer veel verteld over de stad. Ik kijk uit naar een boek!
@Ed Dat is zover ik weet de kleindochter van Louis Smulders. Dochter van zijn zoon Jan Smulders die de mede-eigenaar was van de Smulders & Koch Capsulefabriek (deze zat ooit in het UTEM gebouw in Oog in Al)
@ barend, die tekst is niet bedacht door de gemeente.
Verhoudingsgewijs komt er gezien het aantal woningen nog veel extra groen. Pal naast Centraal een unicum! Stil zal het daar uiteraard nooit worden.
ARJAN, vraag, was dit gebied niet vroeger daarvoor een haven ?
BERNHARD, antwoord, kijk naar de foto. Ja.