Monumentale kunst – mozaïeken, wandplastieken, reliëfs en muurschilderingen aan gebouwen – beleefde tijdens de Wederopbouw een bloeiperiode, ook in Utrecht. Er zijn verschillende voorbeelden bewaard gebleven, maar deze worden niet zelden bedreigd door sloop of renovaties. Een mozaïek van Joop Kruip uit 1970 kon op het nippertje worden gered, maar zoekt nu een nieuwe plek.
De Rijkskweekschool voor onderwijzers (de latere PABO/Lerarenopleiding Basisonderwijs) kreeg in 1967 een nieuw gebouw aan de Van Lieflandlaan 17 in Tuindorp-West. Voordien zat deze opleiding aan de Maliebaan en, vanwege de naoorlogse groei van dertig naar 350 studenten, verspreid over diverse lokalen in de stad. Het nieuwe onderkomen, ontworpen door architect P.G. Verheus van de Rijksgebouwendienst, bestond uit een carré van lokalen rond een binnenhof.
De achterwand van de aula was bij de opening voorzien van een zeer grote muurschildering door de kunstenaar Joop Kruip (1935-2016). Het kunstwerk bestond uit grote kleurvlakken in organische vormen en deed denken aan de stijl van de COBRA-schilders, zij het minder uitbundig en meer geabstraheerd. Bij de opening werd aangekondigd dat Kruip ook nog een ‘plastiek’ aan de buitenzijde van het schoolgebouw zou maken. Het was immers gebruikelijk om rijksgebouwen, in het kader van de percentageregeling, rijkelijk van monumentale kunst te voorzien.
Veelzijdig kunstenaar
Pas drie jaar later zou het gevelkunstwerk van Kruip, althans in de vorm van een wandmozaïek, klaar zijn. Ondertussen maakten leerlingen een tijdelijke wandschildering op de plek waar het uiteindelijke kunstwerk zou komen. Zij deden dit in 1968 als verjaardagscadeau voor hun tekenleraar, de Utrechtse kunstenaar Hans van Dokkum. De schildering werd aangebracht op rechthoekige platen, die in een speelse compositie op de bakstenen muur geplaatst werden. Opvallend is dat Kruip zijn uiteindelijke mozaïek min of meer dezelfde contouren zou geven, wellicht geïnspireerd door de studenten. Het kan ook zijn dat de hoofdvorm bij de bouw al in de muur was opgenomen. Tot slot kan de vorm zijn ingegeven doordat Kruip het mozaïek op vierkante panelen in zijn atelier maakte, zoals ook andere kunstenaars in deze periode deden.
Joop Kruip kwam uit Lichtenvoorde in de Achterhoek en studeerde in 1956 af aan de Academie voor Kunst en Industrie in Enschede. Hij bouwde een veelzijdig oeuvre op, gebruikmakend van steeds weer andere technieken. Zijn vroegst bekende monumentale kunstwerk is een gevelreliëf aan het Belastingkantoor in Raalte uit 1960. In deze periode maakte hij ook bronzen beelden, en specialiseerde zich in mozaïeken voor kerken en rijksgebouwen. Voorbeelden zijn de Exoduskerk in Gorinchem uit 1964 en de Nationale Investeringsbank in Den Haag – Prins Bernard verrichte in 1966 bij wijze van openingshandeling de onthulling van dit werk.
Na 1970 zou Kruip zich vooral toeleggen op tekenen en schilderen naar waarneming en portret, en kleinere werken in hout en klei, die hij regelmatig in galeries exposeerde. Het kunstwerk aan de Van Lieflandlaan was in 1970 dus een van zijn laatste mozaïeken.
Herplaatsing
Opvallend is de combinatie van figuratieve en abstracte elementen. Met een beetje goede wil zijn in de organische vormen levende wezens te herkennen. Verder is moeilijk te zeggen wat het thema of de voorstelling is; als het kunstwerk al een titel had is deze niet meer bekend. De mate van abstrahering laat de ontwikkeling van de kunstenaar zien ten opzichte van zijn mozaïek in Gorinchem uit 1964, waarop duidelijk scènes uit bijbelse taferelen te herkennen waren.
De verfijning van het mozaïek getuigt van Kruips vakmanschap. Daarbij valt het gebruik van verschillende materialen op: het kunstwerk bestaat uit grote kiezels, scherven keramiek en stukjes natuursteen. Ook opmerkelijk is het relatief ingetogen kleurenpalet – op het eerste gezicht zijn het haast grijstinten – met enkele elementen in rood en blauw die er uit springen. Tot slot zorgt de inkadering in de verspringende vierkanten ervoor dat de voorstelling buiten beeld door lijkt te lopen.
Het schoolgebouw, waarin later nog de Gerardus Majella Mavo en het Liefland College zaten, wordt momenteel gerenoveerd voor het Orthopedagogisch-Didactisch Centrum (OPDC). Het krijgt een volledig nieuwe gevel, alleen het oude casco wordt hergebruikt. Omdat het kenmerkende kunstwerk vernietigd dreigde te worden heeft de werkgroep Monumentale Kunst van Heemschut zich ingezet voor behoud (de muurschildering in de aula was al eerder verdwenen). Terugplaatsing van het mozaïek aan het vernieuwde gebouw bleek onhaalbaar. Na overleg met de gemeente en het schoolbestuur kon het kunstwerk medio 2017 uitgenomen worden en overgebracht op een nieuwe drager.
Momenteel zoekt de werkgroep samen met de gemeente een locatie voor herplaatsing van het fraaie mozaïek, dat zo’n zes meter breed is. Enkele opties zijn onderzocht, maar een geschikte nieuwe plek is nog niet gevonden.
Concrete ideeën, bij voorkeur van gebouweigenaren, zijn welkom bij de werkgroep Monumentale Kunst van Heemschut via vervat2000@yahoo.com.
1 Reactie
ReagerenKan het niet als kunstwerk een plek krijgen in het nieuwbouwproject dat daar gepland is?