Wijnen ‘tot eer van de stad’: een wijnkelder in beheer van het stadsbestuur | De Utrechtse Internet Courant Wijnen ‘tot eer van de stad’: een wijnkelder in beheer van het stadsbestuur | De Utrechtse Internet Courant

Wijnen ‘tot eer van de stad’: een wijnkelder in beheer van het stadsbestuur

Wijnen ‘tot eer van de stad’: een wijnkelder in beheer van het stadsbestuur
Eind 1549 nam de Utrechtse Raad een opmerkelijk besluit: zij stelde Laurens van Bree aan als bewaarder van de stadswijnkelder. Nog niet eerder was een dergelijke functionaris in de stad voorgekomen, noch was er sprake geweest van een wijnvoorraad beheerd door de stad. In de jaren die volgden, tot 1577, zouden nog twee mannen de functie van stadswijnkelderbewaarder vervullen: Johan bastaard van Re(e)de en Dirc Willemssoen de Kemp.

Eind 1549 nam de Utrechtse Raad een opmerkelijk besluit: zij stelde Laurens van Bree aan als bewaarder van de stadswijnkelder. Nog niet eerder was een dergelijke functionaris in de stad voorgekomen, noch was er sprake geweest van een wijnvoorraad beheerd door de stad. In de jaren die volgden, tot 1577, zouden nog twee mannen de functie van stadswijnkelderbewaarder vervullen: Johan bastaard van Re(e)de en Dirc Willemssoen de Kemp.

Vergaderen met een glaasje

Deze stadswijnkelderbewaarders hadden een duidelijk omschreven taak: de wijnen in ontvangst nemen die de burgemeesters op stadskosten inkochten; en die wijnen in goede staat bewaren en vervolgens weer uittappen, als het stadsbestuur daarom vroeg. Gelegenheden om de wijnen te nuttigen waren allerhande vergaderingen en feestelijke bijeenkomsten. Rijke maaltijden verzorgde de stadswijnkelderbewaarder ook, in het stadswijnhuis. Daarnaast werd een deel van de wijnen als relatiegeschenk cadeau gedaan: in 1560 aan de bezoekende prins van Oranje bijvoorbeeld, of aan diverse andere belangrijke hoogwaardigheidsbekleders. Van alle wijnen die zij uitschonken moesten de bewaarders een boekhouding bijhouden; twee keer per jaar moesten ze zich verantwoorden bij het stadsbestuur. Hun beloning bestond uit een percentage van de inkomsten van de uitgetapte kannen wijn. Drie sets rekeningen en overzichten van uitgetapte wijnen zijn overgeleverd, met veel informatie over de inkomsten en uitgaven én de soorten wijn die gedronken werden.

Stadhuisbrug in 1663. Het vierde huis van links is Klein Lichtenberg. Foto Het Utrechts Archief

Stadswijnhuis

Het stadswijnhuis, waar de maaltijden en vergaderingen met wijn plaatsvonden, was tot 1561 gevestigd in het huis Klein Lichtenberg, nu onderdeel van het oude stadhuis op de Stadhuisbrug. Na 1561 verhuisde het stadswijnhuis naar een pand achter het stadhuis, aan het Oudkerkhof. Daar zou het tot circa 1840 blijven, al functioneerde het al veel langer niet meer als plaats van samenkomst. Tegenwoordig is er niets meer van het pand te zien: hier is nu het pleintje achter het stadhuis.

Duitse rijnwijnen

In de kelders van het stadswijnhuis lagen alleen Duitse witte wijnen, afkomstig van wijngaarden langs de Rijn en de Moezel. Natuurlijk werd er wel andere wijn gedronken, maar die werd dan bij andere tavernes of wijnhuizen in de stad gekocht. Duitse witte wijnen waren de meest prestigieuze en dure van die tijd, met uitzondering misschien van de zoete wijnen uit het Middellandse Zeegebied. Maar daar dronk je meestal maar een glaasje per avond van … Dat het alleen dure Duitse wijnen waren die de stad in eigen voorraad beheerde, geeft aan met welk doel de stad een stadswijnkelder en een bewaarder had ingesteld. Het Utrechtse stadsbestuur droeg hiermee zorg voor wijnen van hoge kwaliteit op een plaats waar men zonder problemen zijn (hoge) gasten kon ontvangen. Op die manier reflecteerde het wijnhuis en de wijnvoorraad de waardigheid van de stad, een belangrijk gegeven in die tijd.

Tegenwoordig is het niet meer voor te stellen, een eigen wijnhuis voor burgemeester en wethouders. Maar helemaal vreemd is het toch ook weer niet. De stad Parijs verkocht jaren geleden een groot deel van zijn voorraad, terwijl het een ander deel behield. Wijn wordt nog steeds als statussymbool gebruikt én bovendien als relatiegeschenk gegeven. En in de Utrechtse stadswijnkelders onder Klein Lichtenberg kun je in de 21ste eeuw nog steeds een hapje eten en drinken!

Zes jaren geleden schreef ik al eens een bijdrage over de wijnkelders onder het stadhuis. En vertelde daarin dat ik bezig was met onderzoek naar de geschiedenis van die kelders. Vorig jaar was het zover: mijn onderzoekingen in de archieven hebben geleid tot een artikel dat enige tijd terug verscheen in het Jaarboek Oud-Utrecht: “Wijnen ‘totter behouff deser stadt’. De Utrechtse stadswijnkelder tussen 1549 en 1577”. Deze bijdrage is een sterk verkorte weergave van dat artikel.

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).