De lokale fractie van D66 heeft wethouder economische zaken Mirjam de Rijk gevraagd inzicht te geven in de rol van de gemeente bij de vestiging van horecagelegenheden in Leidsche Rijn. Horecaondernemers vestigen zich niet of moeizaam in de wijk terwijl er wel degelijk behoefte is aan horecavoorzieningen, zo blijkt uit gesprekken met bewoners. D66 wil daarom weten welke belemmeringen er spelen vanuit het gemeentelijk beleid.

Wie zich als horecaondernemer wil vestigen in Utrecht krijgt te maken met een behoorlijk aantal procedures en regels. In de Horecaverordening uit 2004 staat aan welke regels zij zich dienen te houden. In de notitie vergunning- en handhavingsbeleid staat onder andere beschreven met welke doorlooptijd rekening moet worden gehouden bij de aanvraag van een vergunning, en op welke wijze de gemeente handhaaft bij een geconstateerde fout of overtreding van de horecaverordening. D66 wil graag meer inzicht in de rol van de gemeente bij de vestiging van horecagelegenheden in Leidsche Rijn en heeft wethouder de Rijk verzocht om de raad te informeren over de redenen waarom er met diverse horecaondernemers niet tot overeenstemming kon worden gekomen. Zijn er belemmeringen vanuit het gemeentelijk beleid? Zijn de huurprijzen te hoog, zijn de eisen die gesteld worden te streng? Op basis van die informatie is D66 voornemens om in de gemeenteraad te spreken of de kaders voor de gewenste horeca op deze plekken, gewijzigd zou moeten en/of kunnen worden.

De Rijk heeft toegezegd, dat ze zal nagaan welke rol de gemeente speelt. Zij heeft daarbij aangegeven dat ‘staand beleid’ niet zal worden aangepast op basis van individuele gevallen. Wel wordt binnenkort de horecanota Utrecht verwacht, waarin extra aandacht uitgaat naar horeca in de wijken, waaronder ook Leidsche Rijn.