Onder aanvoering van de Kamer van Koophandel hebben vorige week negen private partijen en vijf Utrechtse publieke partijen de intentie uitgesproken om gezamenlijk een verkenning te starten naar de duurzame ontwikkeling van de A12-zone tussen Oudenrijn en Lunetten. Zij tekenden daartoe een intentieverklaring met de gemeenten Utrecht, Nieuwegein, Houten, Bestuur Regio Utrecht en provincie Utrecht.

De private initiatiefgroep bestaat naast initiatiefnemer de Kamer van Koophandel (KvK) uit de bedrijven Ballast Nedam, BAM, Dura Vermeer, Rabobank, Strukton, TNO, VolkerInfra en de Natuur & Milieufederatie Utrecht (NMU), die het duurzame karakter van de ontwikkeling moet waarborgen. ‘Door de samenwerking moet de A12-zone zich de komende decennia ontwikkelen tot een gebied waar dankzij vernieuwende gebiedsontwikkeling in een zeer aantrekkelijke omgeving gewoond en gewerkt kan worden’, stellen de initiatiefnemers. De KvK Midden-Nederland spreekt van een voor Nederland uniek privaat initiatief rond een van de economisch meest belangrijke zones van ons land.

De A12-zone wordt nu gezien als een uniek gebied met een enorme (economische) potentie. Het ligt in het hart van de provincie, in het hart van het land. De belangrijkste verkeerswegen (A12, A27 en A2) komen er samen en Schiphol, Eindhoven Airport en Rotterdam The Hague Airport liggen op korte afstand. Het vormt de schakel tussen grote bevolkingskernen ten zuiden van de A12 (Nieuwegein, Houten, IJsselstein) en de oude stad Utrecht met een grote variëteit aan economie, kennis en cultuur. Nu al zijn er in dit gebied meer dan 2.500 bedrijven gevestigd waar 45.000 mensen werken. Gezamenlijk levert dit een bruto toegevoegde waarde van 3 miljard euro per jaar op. Ook wonen er 40.000 mensen. Daarmee is het gebied vergelijkbaar met een zeer succesvolle grote gemeente in Nederland.

Partijen als Volker Wessels, Ballast Nedam, Hornbach, Van der Valk en Green Vastgoed hebben aangegeven de komende jaren voor honderden miljoenen euro’s te willen investeren in de A12-zone. Die investeringen kunnen volgens de initiatiefnemers de aanjager zijn voor toekomstige investeringen in woningbouw, infrastructuur en bedrijfshuisvesting. Die worden niet volgens ‘de traditionele methode’ georganiseerd, maar door een aanpak waarbij private, publieke en maatschappelijke partijen samen een gemeenschappelijke visie ontwikkelen.