‘Oh no! Not you again’
Sinds de verjaardag van mijn buurman half mei, ligt er een deurmat bij zijn voordeur die bezoekers welkom heet met de tekst: ‘Oh no! Not you again’ Een cadeau natuurlijk én een leuke grap, tenminste…ik kan daar wel om lachen. Zodra je echter een vergelijking maakt met hoe de stad Utrecht zijn bezoekers ontvangt moet je de conclusie trekken dat mijn buurman ze op dat gebied nog wat kan leren.
Natuurlijk ontvang je winkelend publiek, forensen en toeristen niet met de tekst die mijn buurman op zijn deurmat heeft staan. Maar dat je ze welkom heet zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn. Ik heb echter niet de indruk dat de gemeente Utrecht erg veel aandacht besteedt aan een hartelijke ontvangst van haar bezoekers. En dat is toch op zijn minst opmerkelijk. Want wil Utrecht niet graag grootschalig uitpakken met initiatieven als de Vrede van Utrecht en Utrecht 2018?
‘Utrecht is dé bron van authentiek talent rondom kennis en cultuur en het is de hoogste tijd dat dit zowel (inter)nationaal als regionaal sterker herkend en uitgedragen wordt.’ Zo lees ik op de website van de dienst Stadspromotie Utrecht. Een website die overigens niet eenvoudig is te vinden. Op de homepage van utrecht.nl vind je bijvoorbeeld geen directe verwijzing naar het utr-echt.nl van de betreffende dienst. De link is weggemoffeld onder het kopje ‘Economie en bedrijf’, maar dat geheel terzijde.
Stadspromotie is al langere tijd het domein van citymarketeers. ‘Steeds meer Nederlandse steden doen aan citymarketing. Ze bedenken een hip imago, verzinnen een pakkende slogan en prijzen zich aan in marketingcampagnes. Zo hopen ze toeristen en bedrijven te trekken.’ Zo concludeerde Ward Rennen al in 2007, toen hij promoveerde met een onderzoek naar de manier waarop steden zich promoten. ‘Het is absoluut booming in Nederland.’ Als adviseur citymarketing bij Berenschot Communicatie kon hij destijds ook kwalijk tot een andere conclusie komen. Tegenwoordig is Rennen overigens directeur van de Stichting Utrechts Museumkwartier, aldaar aangesteld om de deelnemende musea intensiever te laten samenwerken op het gebied van…marketing, educatie en evenementen. Ook dat geheel terzijde trouwens.
Citymarketing is eigenlijk een soort van moderne stedenstrijd. En om die strijd goed te voeren houden citymarketeers zich doorgaans bezig met zaken als het toetsen van de (city) brand strategie, emotionele innovatie en het ontwikkelen van een duurzaam concurrentievoordeel. Dit alles liefst als bijdrage aan het ontstaan van coherente percepties van de stad. Snap je wel? Daar komt echt geen deurmat bij kijken! Laat staan een vriendelijke begroeting…
Om het niet al te lang te maken pleit ik bij deze voor een ouderwets vriendelijke begroeting van al onze ‘gasten’ bij iedere voordeur van de stad. Denk daarbij aan de invalswegen en aan het centraal station. Heet onze gasten welkom met billboards, laat ze zien waar ze zijn en waarom wij het fijn vinden dat ze er zijn. En vertel ze gelijk in vogelvlucht wat Utrecht als stad allemaal te bieden heeft. Doen lijkt mij en vrij simpel te realiseren. Tenzij we liever niet hebben dat ze komen. In dat geval biedt de tekst op de deurmat van mijn buurman uitkomst.
1 Reactie
ReagerenIs Rennen de man die (ongetwijfeld voor een klein vermogen) heeft bedacht dat de musea meer bezoekers zullen trekken als ze een gezamenlijk logo hebben?