Het resultaat van het Social Return-beleid is duidelijk te zien. Het aantal mensen dat door middel van Social Return een baan heeft gekregen, is gestegen van 87 op 31 december 2011 naar 328 op 31 december 2012.

Dit maakt de gemeente vandaag bekend. Daarmee is de doelstelling van 120 extra banen voor 2012 al ruim gehaald. Vanwege dit succes stelt het college de raad voor om dit instrument om mensen (weer) aan een baan te helpen, meer en vaker te gebruiken.

De gemeente Utrecht past het reïntegratie-instrument Social Return on Investment sinds 2007 toe. Dat betekent dat bij inkooptrajecten contractueel vastgelegd wordt dat de opdrachtnemer ten minste 5% van de totale aanneemsom of 7% van de totale loonsom besteedt aan het bieden van werk of leerbanen aan mensen uit de doelgroep.

Rinda den Besten, wethouder Werk & Inkomen: “Door sociaal inkopen zorgt Utrecht bij gemeentelijke projecten voor banen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, zoals mensen met een bijstandsuitkering. Bij het gunnen van aanbestedingen weegt het creëren van banen voor deze doelgroep mee.”

“Dat is ook in lijn met het kabinetsbeleid: bij grotere bedrijven moet over 6 jaar 5% van het totale aantal werknemers, iemand zijn met een arbeidshandicap of psychische kwetsbaarheid. Dit ‘arbeidsquotum’ wordt verplicht gesteld.”

Toepassen in alle sectoren

Tot nu toe is Social Return alleen van toepassing in een beperkt aantal sectoren, waar relatief veel laaggeschoolde arbeid is. Het voorstel is om Social Return toe te passen op alle inkooptrajecten van de gemeente in diensten, werken en leveringen en in alle sectoren.

Grens boven € 100.000

In de praktijk blijkt dat Social Return de meeste kans van slagen heeft bij inkooptrajecten boven de € 100.000 per opdrachtnemer. Opdrachtnemers ontvangen dan immers relatief veel geld om mensen door middel van Social Return te plaatsen.