De president van het hof heeft gereageerd op de kritiek van Wim Faber, de vader van Anne Faber, en stelt dat het gerechtshof juist heeft gehandeld. President Fred van der Winkel gaf die verklaring aan de Volkskrant.

Wim Faber, de vader van de in september vorig jaar vermoorde Anne, verweet justitie de dood van zijn dochter. Er is volgens hem sprake van een falende rechtsgang bij een eerdere zaak van Michael P. waar hij twee minderjarige meisjes verkrachtte. De voorzitter van het hof, Rinus Otte, zou volgens Faber op moeten stappen.

Michael P., de hoofdverdachte van de moord op Anne Faber, is in 2012 al een keer veroordeeld voor een verkrachtingszaak. Faber schreef in zijn open brief: “Signalen dat de man gestoord was, waren er kortom volop. Uit niets maak ik op dat het gerechtshof iets met deze signalen heeft gedaan. […] De raadsheren hadden kritischer moeten zijn. Met een meer kritische opstelling was het wel mogelijk geweest tot onderbouwing van een stoornis te komen, daarvan ben ik overtuigd.”

De vader van Anne wees op het feit dat P. in 2012 een gevangenisstraf heeft gekregen in plaats van tbs. Dit was mede omdat P. niet meewerkte aan het onderzoek van het Pieter Baan Centrum. Daarnaast schreef Faber over het ‘torenhoge’ recidiverisico van de hoofdverdachte.

Tbs onmogelijk

Fred van der Winkel neemt het als president van het hof nu op voor Rinus Otte. Hij zegt tegen de krant dat het destijds onmogelijk was om verdachte Michael P. tbs op te leggen voor de verkrachtingen van de meisjes. Bovendien heeft het hof hem wel degelijk een ‘relatief hoge straf’ gegeven. P. kreeg 12 jaar cel opgelegd en zou op twee derde van zijn straf vrij kunnen komen. Hij was bezig met een traject om terug te keren in de maatschappij.

Faber stelde dat Otte vooringenomen zou zijn, omdat hij zich eerder had uitgesproken tegen tbs. Dat spreekt Van der Winkel tegen. Hij stelt dat rechters ondanks persoonlijke opvattingen niet vooringenomen hoeven zijn. “Bovendien zullen ook de collega’s in een meervoudige strafkamer daarop toezien”, aldus Van der Winkel.

Wim Faber: “Ik vrees dat, hoe goed bedoeld dan ook, uw reactie voor mij niet bijzonder bevredigend is. Evenmin ben ik nu anders over deze zaak gaan denken. Wel maak ik graag gebruik van uw aanbod om een persoonlijk gesprek te hebben.”