Ruim 60 jaar op de Oosterkade: ‘Het is hier nu weer vol met leven’ | De Utrechtse Internet Courant Ruim 60 jaar op de Oosterkade: ‘Het is hier nu weer vol met leven’ | De Utrechtse Internet Courant

Ruim 60 jaar op de Oosterkade: ‘Het is hier nu weer vol met leven’

Ruim 60 jaar op de Oosterkade: ‘Het is hier nu weer vol met leven’
Lucy en Frans
De Oosterkade bruist tegenwoordig van horecazaken, maar dat was vroeger wel anders. Lucy van Roosmalen woont er sinds 1955 en heeft alle ontwikkelingen meegemaakt.

De Oosterkade bruist tegenwoordig van horecazaken, maar dat was vroeger wel anders. Lucy van Roosmalen woont er sinds 1955 en heeft alle ontwikkelingen meegemaakt.

Lucy en Frans zijn de bewoners van het grote witte huis aan de Oosterkade, nummer 21. Ze zijn als een geoliede machine: Lucy doet de deur open, Frans neemt de jassen aan. De vrouw des huizes zet de stoelen klaar, de man schenkt de koffie in. Samen wonen ze al 44 jaar in het huis dat in 1690 is gebouwd. Lucy kwam er in 1955 met haar eerste man, Jos van Roosmalen. Sinds 1972 woont ze er met echtgenoot Frans Bulthuis.

Lucy kwam in december 1950 vanuit Ulft, een dorp in de Achterhoek, naar Utrecht voor de opleiding verpleegkunde in het Sint Antonius Ziekenhuis. Het ziekenhuis was toen nog gevestigd aan de Jan van Scorelstraat, waar Lucy ook kwam te wonen aangezien de opleiding intern was. In de weekenden ging ze vaak terug naar haar ouders. Daar vroeg de kapelaan aan Lucy of zij zijn kelk naar de Oosterkade wilde brengen, waar zijn ouders en broer bij een edelsmederij woonden. De opdracht bracht Lucy voor het eerst op de Oosterkade.

“Aangezien ik de kelk van hun zoon afleverde, vroeg zijn moeder ik of een kopje koffie wilde blijven drinken”, vertelt Lucy. “Hun andere zoon, Jos, zag mij wel zitten. Hij dacht dat ik de nieuwe dienstmeid was.” Bij het weggaan vroeg de moeder of ze binnenkort weer langskwam. Dat deed ze. Jos was er ook weer en ze begonnen elkaar steeds leuker te vinden. Uiteindelijk trouwden ze in 1955 en kwam Lucy in Jos’ ouderlijk huis aan de Oosterkade wonen, bij hem en de familie. “Ik vond het leuk, terwijl ik helemaal geen stadsmens ben. Dat ben ik nog steeds niet, hoor!” Waarom woont ze dan nog steeds in de stad? “Je hebt alles bij de hand: de stadsschouwburg, de markt. Dat kende ik niet in Ulft.”

20161130-oosterkade-klein

Edelsmederij
Vanaf de buitenkant is nauwelijks te zien dat het pand aan de Oosterkade ontzettend groot is. Naast de woonvertrekken is er namelijk nog altijd de ruimte van de edelsmederij. Als je op de eerste verdieping komt, verraadt niets dat die ruimte er was. Toch zijn er nog dingen die erop wijzen; Frans schuift een radiator en een aantal dozen opzij, waardoor er een deur zichtbaar wordt. Door die te openen, betreden we vergane glorie. De werkbanken staan nog op dezelfde plek als vroeger, her en der ligt gereedschap, naast de wastafel hangt een oude theedoek. Alles is bedekt onder een laag stof. Lucy schuift een krakende lade uit een werkbank, die vroeger het vijlsel van het koper opving. De kachel brandt hier nog. “Anders bevriezen de leidingen”, verklaart Frans.

Ook hangt er nog een theedoek naast de wc en liggen de wc-rollen klaar voor gebruik. Wat een oude troep, hè”, zegt Lucy. “Kijk Frans, de ramen zijn helemaal beslagen. Moeten we een keer een lapje overheen halen.” Frans zegt later dat schoonmaken zonde van de tijd is, de ruimte is immers toch niet meer in gebruik. “Daarom worden bij het verlaten van de werkplaats de voeten weer geveegd op het matje, de deur gesloten en de radiator op zijn plek teruggezet.  

Het bedrijf ‘Gebroeders van Roosmalen’ werd in 1886 opgericht door Josephus van Roosmalen, een edelsmederij gespecialiseerd in kerkelijke kunst. Vijf generaties hebben het bedrijf voortgezet. Jos, Lucy’s eerste man, groeide net als zijn vader op in de edelsmederij. Na zijn opleiding aan de kunstacademie begon ook Jos te werken in de smederij, met zijn neef Anton als compagnon. Hij ontwierp kelken en kandelaars, die vervolgens werden vervaardigd door de dertien werkmannen. “Hij zat altijd hier aan zijn bruine bureau te tekenen”, wijst Lucy. Zelf is ze nooit actief geweest in de werkplaats.

20161124-frans-en-lucy-07

De reuring van vroeger kan Lucy soms nog missen. Naast bedrijvigheid in huis, waren er ook veel andere bedrijven aan de Oosterkade. Zo zat er naast het huis een tankstation en taxibedrijf (waar nu Orloff aan de Kade zit). “En iets verderop zat Van der Linden”, vertelt Lucy. “Een bedrijf dat in zand en grind handelde. Daarom stonden er aan het water altijd drie grote silo’s waarin de schepen hun vracht loosden.” Dat leidde tot veel lawaai en stof, herinnert Lucy zich: “Vooral heel veel stof.” Ook een boerderij iets verderop was nog in werking. “De koeien liepen ’s zomers gewoon over straat naar het weiland hierachter”, lacht Lucy. “Dat kun je je nu niet meer voorstellen toch?”

Een nieuwe periode
Het bedrijf Gebroeders van Roosmalen kent een noodlottig einde. In 1965, tien jaar na hun trouwen merkt Lucy op Goede Vrijdag dat het niet goed met Jos gaat. Hij geeft bloed op bij het hoesten. Na een bezoek aan het St. Antonius Ziekenhuis wordt duidelijk dat Jos longkanker heeft. Nog datzelfde jaar overlijdt hij op 19 december. Het bedrijf stopte als edelsmederij en werd voortgezet als groothandel in zilver en goud door Ton, een zoon van Jos’ compagnon Anton.

‘De koeien liepen ’s zomers gewoon over straat naar het weiland hierachter’

Lucy blijft achter met hun vier dochters, de jongste is dan net twee jaar. “Toen stond ik er alleen voor. Het was een treurige tijd, maar daar wil ik het niet te veel over hebben, het is nu eenmaal gebeurd.” Ze vertelt wel graag over haar ontmoeting met Frans, een paar jaar daarna. Lucy deed vrijwilligerswerk bij de parochie, Frans was pastor in Utrecht en woonde in de pastorie aan de Nieuwegracht. Ze zagen elkaar steeds vaker in de pastorie en werden verliefd. De omgeving reageerde op z’n zachtst gezegd verbaasd, want een pastor werd geacht celibatair te zijn. “Na twee jaar besloot ik voor Lucy te kiezen”, vertelt Frans. Hij trad om die reden uit zijn ambt en trok in op de Oosterkade. “Ik was in die tijd niet zozeer bezig met de reacties uit mijn omgeving, maar meer om alle zaken hier op orde te krijgen.”

De kinderen gingen één voor één het huis uit. “Toen mijn laatste dochter weg was, zijn we begonnen met het verhuren van de zolderkamers”, vertelt Lucy. “We merkten bij onze dochters hoe groot de kamernood was en wij hadden ruimte genoeg.” De eerste huurder is uiteindelijk tien jaar gebleven, daarna volgden nog vele anderen. De bedrijvigheid langs de Oosterkade verdween geleidelijk in de jaren tachtig, net als de scheepvaart. De laatste jaren zijn er veel horecatenten bij gekomen. Ook is het nieuwe station Vaartsche Rijn nu geopend. “Het was een tijdje behoorlijk stil”, zegt Lucy. “Maar nu is de Oosterkade weer vol met leven, hartstikke leuk. Er komen voor het eerst weer jonge gezinnen wonen.” Zelf zijn ze één keer bij hun huidige buren wezen eten: Orloff aan de Kade. “Er was te veel lawaai. De jongelui praten er gewoon doorheen, maar daar zijn wij te oud voor”, lacht Lucy. “Maar we hebben geen centje pijn van onze buren, hoor. Als we er één nacht per jaar niet van kunnen slapen, is dat veel.” Ze eten wel af en toe bij Stelios en een keer per jaar bij restaurant Vaartsche Rijn. “Dat is wat rustiger.”

Frans en Lucy willen zo lang mogelijk op de Oosterkade blijven. Lucy: “Ik vind het prettig wonen; aardige mensen en de Oosterkade is heel rustig. Ik hoop dat ik hier dood mag gaan.” En dan moet er nog even een foto worden gemaakt. Fotograaf: “U mag in de camera kijken, Lucy.” Frans, vriendelijk: “Nee Lucy, in de camera. Niet in de lens van mijn oog.” Lucy: “Nou, dat is ook best gezellig, toch?”

6 Reacties

Reageren
  1. annet loos

    Een prachtig Kerst verhaal!!!

  2. Piet

    Wat een lief en positief verhaal, mooi.

  3. Margreet

    Wat heerlijk dit soort mooie verhalen vanuit de buurt, hebben jullie nog meer? 😉

  4. Savasch

    Complimenten voor een mooi verhaal van/over echte mensen! Ik loop en fiets al jarenlang langs dit bijzondere pand; fascinerend om te lezen wat er vroeger voor bedrijvigheid heeft gezeten. NB: vanmorgen werd ik bij de Helling aangesproken door een hoogbejaarde dame die lang in/onder de watertoren heeft gewoond. Ze komt nog regelmatig naar de bouwwerkzaamheden op Rotsoord kijken. Misschien een tip voor een volgend artikel?

  5. Claudia

    Mooi en warm verhaal Lucy en Frans dank voor jullie verhaal. Prettig om ook wat geschiedenis te lezen. Zo leeft de stad nog meer. Inderdaad een waar Kerstverhaal.

  6. Berend

    Mooi verhaal! Hiermee onderscheidt DUIC zich echt

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).