De Raad van State heeft klachten van omwonenden in de Hendrik Tollenstraat over trillingshinder door de spoorverbreding in en rond Utrecht, gegrond verklaard en het tracébesluit over de werkzaamheden afgeschoten.

Wat het besluit van de Raad van State voor consequenties heeft voor de oplevering en kosten van de spoorverbreding, is nog niet bekend. Wel is duidelijk dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu terug naar de tekentafel moet voor een nieuw tracébesluit waaruit moet blijken dat de aanleg van de extra sporen niet tot toenemende trillingen leidt.

Eerder beloofde de overheid dat het extra treinverkeer niet zou leiden tot extra getril, maar uit onderzoek blijkt dat dit wel het geval is bij acht woningen in de Hendrik Tollenstraat. Het beperken van de trillingen zou 150.000 euro per woning kosten.

Een bedrag dat het ministerie te hoog achtte voor het kleine verschil in toename. In haar vonnis verwijt de Raad van State het ministerie dat niet onderzocht is of de extra trillingen te voorkomen waren. Daarnaast is ook geen overleg gevoerd met betrokkenen.

Het ministerie laat in een eerste reactie weten dat de aanleg, die al in volle gang is, niet wordt stilgelegd door de uitspraak. “Daarover kan alleen een rechter beslissen”, zegt een woordvoerster. Het ministerie wil, net als spoorbeheerder ProRail, verder niet inhoudelijk op de uitspraak reageren omdat het vonnis nog niet voldoende is bestudeerd.

Het tracébesluit werd medio 2009 genomen om een eind te maken aan het capaciteitsgebrek aan de oostkant van het station. Daarvoor wordt het aantal sporen van Utrecht CS richting station Lunetten verhoogd en het nieuwe station Vaartsche Rijn aangelegd.